23 janvier jusqu'à 27 janvier 2023

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!
Comment ça va?

Ça va très bien!

Ça va, ça va...

Bof, ça va

Ça ne vas pas bien

Klassenregels

We werken rustig samen in de klas.

We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.

Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.

We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.

We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.

We laten elkaar uitpraten.

We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Le verbe " avoir"

J'ai = ik heb

Tu as = jij hebt

Il / elle  = hij/zij heeft 

on a = wij hebben ( men heeft)

nous avons = wij hebben

Vous avez = u heeft / jullie hebben

Ils /elles ont = zij hebben

Ik heb een hond =

1. Tu as un chien
2. Il a un chien
3. J'ai un chien

Zij heeft een nicht =

1. Elle a une cousine
2. Elles ont une cousine
3. Il a une cousine

Luc en Jean hebben een vis

1. Luc et Jean a un poisson
2. Luc et Jean avons un poisson
3. Luc et Jean ont un poisson

De jongen heeft een ijsje =

1. Le garçon as une glace
2. Le garçon a une glace
3. Le garçon ont une glace

Morgen =

1. aujourd'hui
2. maintenant
3. demain

Parce que =

1. waarom
2. daarom
3. omdat

Vaak =

1. souvent
2. ouvert
3. avec

toujours =

1. altijd
2. soms
3. nooit

ik neem =

1. je regarde
2. je mange
3. je prends

de winkel =

1. le magazine
2. le magasin
3. le marché

Waar gaat chapitre 3 over ?

Welke 2 dingen vallen op als je kijkt naar de school/pauzetijden van in Frankrijk? (zie ex. 1B, p. 100)

On a des devoirs ? =

1. Wanneer is de toets?
2. Heeft u de cijfers?
3. Hebben we huiswerk?

On travaille en silence =

1. Ga aan je werk
2. Werk in stilte
3. Stil zijn als dat wordt gezegd

C'est quand le contrôle ? =

1. Wanneer is de toets?
2. Wanneer controleren we het huiswerk?
3. Wat is het resultaat van de toets

Vous avez les notes ? =

1. Heeft u een lesboek voor mij?
2. Heeft u de cijfers?
3. Heeft u de goede antwoorden?

Dit ben jij zelf op school

Je volgt dit elke dag

Persoon voor de klas

Na de basisschool

Hier eet je in de pauze

le collège

l'élève

les cours

la cantine

le prof

Aujourd'hui c'est...

Les jours de la semaine!
Maandag

1. mardi
2. mercredi
3. jeudi
4. lundi

Les jours de la semaine!
Dinsdag

1. jeudi
2. mardi
3. samedi
4. dimanche

Les jours de la semaine!
Woensdag

1. mercredi
2. jeudi
3. vendredi
4. samedi

Les jours de la semaine!
Donderdag

1. lundi
2. vendredi
3. dimanche
4. jeudi

Les jours de la semaine!
Vrijdag

1. jeudi
2. vendredi
3. mercredi
4. samedi

Les jours de la semaine!
Zaterdag

1. mardi
2. jeudi
3. samedi
4. lundi

Les jours de la semaine!
Zondag

1. lundi
2. samedi
3. mardi
4. dimanche

le dessin

la biologie

la gym

la géographie

le français

l'anglais

gym

Engels

aardrijkskunde

tekenen

Frans

biologie

Chapitre 3 : Planète collège

Regarde le film:

Welke dingen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk? 

(p.100, ex 1)

Nederland/Frankrijk : hetzelfde

Nederland/Frankrijk:

verschil

Lesrooster

Docenten

Middageten

Pauzes

Leerlingen

Le collège en France

• Lange dagen school (tot 5 uur)
• Middagpauze van 2 uur lang
• Leerlingen eten warm in de kantine.

Welk verschil heb je nog meer gezien in het filmpje?

Welk verschil heb je nog meer gezien in het filmpje?

Le système scolaire

Groep 8 Basisschool                 Collège, sixième (6)             11/12

1e klas Middelbare School          Collège, cinquième (5)        12/13

2e klas Middelbare School         Collège, quatrième (4)        13/14

3e klas Middelbare School         Collège, troisième (3)         14/15

4e klas Middelbare School         Lycée, seconde (2)             15/16

5e klas Middelbare School         Lycée, première (1)              16/17

6e klas Middelbare School         Lycée, terminale                 17/18

Les Pays-Bas

La France

Chapitre 3 : Planète collège

Travail individuel

Corriger les exercices 31,32 (chapitre 2)

Faire les exercices 1, 2, 3, 4,6b (chapitre 3)

La carte

Bloc H (Chapitre 2 Slim stampen)

Bloc A (Chapitre 3 Slim stampen)

Voorbereiden mondeling

Franse uitspraak

1. aubergine

2. champagne

3. célèbre

4. le légume

5. mayonaise

6. poisson

7. je voudrais

Au travail

Oefen met de gesprekjes in je duo, als je denkt dat je er klaar voor bent, mag je ook feedback vragen op uitspraak aan je docent.

Zorg dat je alle rollen oefent en de uitspraak van kent

Devoirs

Apprendre:
Chapitre 2: C’est si bon!
Grammaire H (p.95)

Chapitre 3: Planète Collège
Vocabulaire A (p.130)

Merci et au revoir!😃🙋🏼‍♀️