§3,4 vlieger en ruit

vandaag 
basis
kader
1
istr.  §3,4 vlieger ruit
zw §3,3 en start 3,4
2
zw  §3,4 
instr. 3,4 opp vlieger en ruit
3
ZW
ZW
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

vandaag 
basis
kader
1
istr.  §3,4 vlieger ruit
zw §3,3 en start 3,4
2
zw  §3,4 
instr. 3,4 opp vlieger en ruit
3
ZW
ZW

Slide 1 - Diapositive

timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

In een driehoek zijn de hoeken samen 180°.
Bereken hoek P in de driehoek hiernaast.
A
60
B
30
C
180
D
Niet te berekenen, hoek R ontbreekt

Slide 3 - Quiz

Welke hoek is de
rechte hoek in deze
driehoek?
A
A
B
B
C
C
D
Is er een rechte hoek?

Slide 4 - Quiz

Hoeveel graden zijn de hoeken van een driehoek samen?
A
90 graden
B
elke keer anders
C
360 graden
D
180 graden

Slide 5 - Quiz

Welke driehoek heeft deze hoek?

A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
ongelijkzijdige driehoek

Slide 6 - Quiz

In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden

Slide 7 - Quiz

leerdoel
ik kan de eigenschappen van een vlieger en een ruit benoemen

Slide 8 - Diapositive

Ruit

Slide 9 - Diapositive

Ruit
  • Eigenschappen parallellogram gelden ook voor een ruit
  • Diagonalen zijn symmetrieassen van de ruit
  • Diagonalen staan loodrecht op elkaar

Slide 10 - Diapositive

Ruit
Wanneer van een vierhoek allebei de diagonalen symmetrieassen zijn, dan heb je een ruit
Een ruit is ook draaisymmetrisch

Slide 11 - Diapositive

Vlieger

Slide 12 - Diapositive

Vlieger 
Vlieger
  • De diagonaal is de symmetrieas

Slide 13 - Diapositive

7.4C Trapezium en
Wat is een vlieger?

Slide 14 - Diapositive

Wat is GEEN kenmerk van een ruit?
A
alle hoeken zijn even groot
B
Diagonalen zijn symmetrieassen
C
Alle zijdes zijn even lang
D
Diagonalen delen elkaar loodrecht

Slide 15 - Quiz


Van een ruit...
A
... is één diagonaal de symmetrieas
B
... zijn twee diagonalen de symmetrieassen

Slide 16 - Quiz

Een ruit is automatisch NIET:
A
Een vierkant
B
Een trapezium
C
Een parallellogram
D
Een vlieger

Slide 17 - Quiz

Wat is NIET waar over een vlieger?
A
De diagonalen staan loodrecht op elkaar
B
Het is een vierhoek
C
De diagonalen zijn even lang
D
Met een vlieger kan je spelen als het waait

Slide 18 - Quiz

Een vlieger heeft
A
Geen symmetrie-assen
B
één symmetre-as
C
twee symmetrie-assen
D
vier symmetrie-assen

Slide 19 - Quiz


Van een ruit...
A
... is één diagonaal de symmetrieas
B
... zijn twee diagonalen de symmetrieassen

Slide 20 - Quiz

Een vlieger is een parallellogram
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

zelfstandig werken §3,4

Slide 22 - Diapositive