Leesvaardigheid etymologie les 2

etymologie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

etymologie

Slide 1 - Diapositive

Deze les 
- lesdoel
- startopdracht
- uitleg
- samen oefenen
- zelf oefenen
- reflectie

Slide 2 - Diapositive

De storm (verwoesten) ons tuinhuisje.

Slide 3 - Question ouverte

Voeg de juiste interpunctie toe:
de domme molenaar wilde indruk maken op de koning en begon op te scheppen majesteit ik heb een dochter die niet alleen prachtig is maar ook van stro goud kan spinnen

Slide 4 - Question ouverte

Uit welke tijd komt dit verhaal?
Als die coninck verhoorde dat sijn sone Floris verstant begonste te crijgen, riep hi hem ende seyde dat hi moeste ter scholen gaen: die grooten meester Gardoen soude hem leeren. Des hem dat kint Floris bedroefde ende wert weenende ende seyde: “Vader, ick en sal niet connen leeren lesen noch scriven noch eenich dinc versinnen ten si dat Blancefluer met my ter scholen gaen mach.” Doen geloefde hem zijn vader dat hise beyde ter scholen setten soude, des die kinderen beyde seer verblijt waren. In deser manieren sijn dese twee te samen ter scholen geseten ende onderwesen malcanderen so veel dat si so seer leerden dat si beyde seer expert waren in scriven ende in lesen ende in Latijn te spreken, soo datse malcanderen dicwil minnen brieven gescreven hebben in Latijn, dattet d’ander kinders niet en verstonden. Ende aldus zijn dese twee in grooter liefden tsamen op ghewassen. 


Slide 5 - Diapositive

Herschrijven
Als die coninck verhoorde dat sijn sone Floris verstant begonste te crijgen, riep hi hem ende seyde dat hi moeste ter scholen gaen: die grooten meester Gardoen soude hem leeren. Des hem dat kint Floris bedroefde ende wert weenende ende seyde: “Vader, ick en sal niet connen leeren lesen noch scriven noch eenich dinc versinnen ten si dat Blancefluer met my ter scholen gaen mach.” Doen geloefde hem zijn vader dat hise beyde ter scholen setten soude, des die kinderen beyde seer verblijt waren. In deser manieren sijn dese twee te samen ter scholen geseten ende onderwesen malcanderen so veel dat si so seer leerden dat si beyde seer expert waren in scriven ende in lesen ende in Latijn te spreken, soo datse malcanderen dicwil minnen brieven gescreven hebben in Latijn, dattet d’ander kinders niet en verstonden. Ende aldus zijn dese twee in grooter liefden tsamen op ghewassen. 

Herschrijf de tekst (getypt), maar dan met alle woorden in een “normale” spelling. Als een woord niet bestaat, gebruik dan je eigen taalgevoel. Je moet dus niet de tekst vertalen, of andere woorden gebruiken, maar alleen de woorden op een normale manier spellen. Van seyde kun je bijvoorbeeld gewoon zeide maken. Dat is nog wel een ouderwets woord, maar dat zou je wel zo moeten schrijven. Je mag de woorden wel licht moderniseren. Je tekst kan dus zó beginnen: 

Slide 6 - Diapositive

Je hebt nu ongeveer dit:
Als die koning verhoorde dat zijn zone Floris verstand begonste te krijgen, riep hij hem ende zeide dat hij moest ter schole gaan: die grote meester Gardoen zoude hem leren. Des hem dat kind Floris bedroefde ende werd wenende ende zeide: “Vader, ik en zal niet kunnen leren lezen noch schrijven noch enig ding verzinnen tenzij dat Blancefluer met mij ter schole gaan mag.” Toen geloofde hem zijn vader dat hij ze beide ter schole zetten zoude, des die kinderen beide zeer verblijd waren. In dezer manieren zijn deze twee tezamen ter schole gezeten ende onderwezen malkander zo veel dat zij zo zeer leerden dat zij beide zeer expert waren in schrijven ende in lezen ende in Latijn te spreken, zodat ze malkander dikwijls minnenbrieven geschreven hebben in Latijn, dat het de andere kinders niet en verstonden. Ende aldus zijn deze twee in grote liefde tezamen opgewassen.

Nu gaan we een paar ouderwetse woorden aanpassen: zo kun je de ouderwetse vormen zone, begonste, malkander, tezamen, ende, zeide en zoude vervangen door de modernere vormen zoon, begon, elkaar, samen, en, zei en zou. Ook kun je de oude vorm kinders vervangen door kinderen en opgewassen door opgegroeid. Ten slotte kun je die overal vervangen door de, en als door toen.  

Slide 7 - Diapositive

Dan krijg je zoiets:
Toen de koning hoorde dat zijn zoon Floris verstand begon te krijgen, riep hij hem en zei dat hij moest ter schole gaan: de grote meester Gardoen zou hem leren. Des hem dat kind Floris bedroefde en werd wenende en zei: “Vader, ik en zal niet kunnen leren lezen noch schrijven noch enig ding verzinnen tenzij dat Blancefluer met mij ter schole gaan mag.” Toen geloofde hem zijn vader dat hij ze beide ter schole zetten zou, des de kinderen beide zeer verblijd waren. In dezer manieren zijn deze twee samen ter schole gezeten en onderwezen elkaar zo veel dat zij zo zeer leerden dat zij beide zeer expert waren in schrijven en in lezen en in Latijn te spreken, zodat ze elkaar dikwijls minnenbrieven geschreven hebben in Latijn, dat het de andere kinderen niet en verstonden. En aldus zijn deze twee in grote liefde samen opgegroeid. 

Onderstreep nu de woorden of woordgroepen die ons nog vreemd in de oren klinken. Je tekst kan dus nu zo beginnen: Toen de koning hoorde dat zijn zoon Floris verstand begon te krijgen, riep hij hem en zei dat hij moest ter schole gaan: de grote meester Gardoen zou hem leren… 
 De woorden moest ter schole gaan zouden wij tegenwoordig in een andere volgorde zetten (ter schole moest gaan) en in plaats van ter schole zouden wij naar school zeggen. Onderstreep alleen de vreemde passages. In de volgende opdracht gaan we daarmee verder. 

Slide 8 - Diapositive

Dan krijg je zoiets:
Toen de koning hoorde dat zijn zoon Floris verstand begon te krijgen, riep hij hem en zei dat hij moest ter schole gaan: de grote meester Gardoen zou hem leren. Des hem dat kind Floris bedroefde en werd wenende en zei: “Vader, ik zal niet kunnen leren lezen noch schrijven noch enig ding verzinnen tenzij dat Blancefluer met mij ter schole gaan mag.” Toen geloofde hem zijn vader dat hij ze beide ter schole zetten zou, des de kinderen beide zeer verblijd waren. In dezer manieren zijn deze twee samen ter schole gezeten en onderwezen elkaar zo veel dat zij zo zeer leerden dat zij beide zeer expert waren in schrijven en in lezen en in Latijn te spreken, zodat ze elkaar dikwijls minnenbrieven geschreven hebben in Latijn, dat het de andere kinderen niet en verstonden. En aldus zijn deze twee in grote liefde samen opgegroeid. 

1. Ter schole, in dezer manieren en des zijn zogeheten naamvalsvormen. In het Duits bestaan die nog, in het Nederlands niet meer. In het Duits zeg je nog steeds zur Schole en auf dieser Art, maar in het Nederlands is te vervangen door naar of op, en in deze manier is op deze manier geworden. De naamval des kennen we in het Nederlands nog in deswege of deshalve, en in een paar vaste combinaties zoals des avonds (meestal ’s avonds) en des konings. Voor de rest schrijven we des meestal als van het of vandaar. 
 2. In de Middeleeuwen bestond nog de ‘dubbele ontkenning’ (Vader, ik en zal niet kunnen leren lezen), die nu nog bestaat in het Frans (Je ne peux pas lire) en in het Afrikaans (ek kan nie lees nie). 

Slide 9 - Diapositive

Lesdoel
- Aan het einde van deze les weet je dat etymologie en woordconnotaties onze manier van kijken naar thema's beïnvloedt. 


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Etymologie
Etymologie heeft dus invloed op hoe wij de wereld zien

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Waarom zouden talen deze verschillende manieren van kijken naar de wereld ontwikkelen?

Slide 15 - Question ouverte

Samen doen
Opdracht 4

Slide 16 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maak opdracht 4 en 5 op bladzijde 112 - 113

5 minuten in stilte.

Heb je een vraag/vind je het lastig?
Lees het theorieblok op bladzijde 110 nog eens door.
Vind je het dan nog steeds lastig? Schrijf dan je vraag op en stel hem na de 10 minuten.

Je mag etymologie vragen opzoeken.


timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Lesdoel
- Aan het einde van deze les weet je dat etymologie en woordconnotaties onze manier van kijken naar thema's beïnvloedt. 

Slide 18 - Diapositive