Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
klas 3
l'ordre des mots
Slide 1 - Diapositive
Doelen van de les
aan het einde van deze les ken je de woordvolgorde in het frans (omdat je bij de schrijftoets zelf zinnen moet maken)
nog meer oefenen met: woordvolgorde, werkwoordstijden of schrijven van een uitnodiging
Slide 2 - Diapositive
Wat kun je je nog herinneren van de woordvolgorde in het frans?
Slide 3 - Question ouverte
L'ordre des mots
Kijk eens goed:
Hier ma soeur a écrit une lettre à ma mère
Demainjevais faire mes devoirs à l'école
Slide 4 - Diapositive
Wat valt je op?
Voorbeelden:
-Nous sommes en vacances en France.
- Noussommes allés en vacances en France.
- Nousallons aller en vacances en France.
- Nous irons en vacances en France
- Nousavons voulu alleren vacances en France ?
-
Slide 5 - Diapositive
Wat komt er na het gezegde?
Nous avons donné des cadeauxà nos amis
Le prof va enseignerles mathsà ses élèves
Le guideracontel'histoire du monument historiqueau touriste
Le chiena apportéla balle à son maître
Slide 6 - Diapositive
Kijk eens naar begin en einde
1. Vanavond, heeft Eva geen cadeau aan haar broer gegeven
Ce soir, Eva n'apas donnéun cadeau à son frère.
2.Ik kan volgende week niet naar school gaan
La semaine prochaine jenepeux pas aller à l'école
Slide 7 - Diapositive
Standaard zinsvolgorde Frans
bepalingen van plaats/tijd - Onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd
Slide 8 - Diapositive
Woordvolgorde Frans: ontkennende zin
De ontkenning staat altijd om het eerste ww heen!
1. Vanavond, heeft Eva geen cadeau aan haar broer gegeven
Ce soir, Eva n'apas donnéun cadeau à son frère.
2. ik ga morgen geen jurk kopen
Jenevais pas acheterde robedemain.
3. Ik kan volgende week niet naar school gaan.
La semaine prochaine jenepeux pas aller à l'école
Slide 9 - Diapositive
Zet de zin in de goede volgorde.
manger-un croissant- je-vais
Slide 10 - Question ouverte
Zet de zin in de goede volgorde.
Hier- mangé - un croissant- j'ai- au parc
Slide 11 - Question ouverte
Zet de zin in de goede volgorde.
basketball- il- aime- jouer-au
Slide 12 - Question ouverte
Zet de zin in de juiste volgorde aime - à la- jouer- j'- console- le weekend
Slide 13 - Question ouverte
Wij gaan vanavond in een restaurant eten. Maak twee mogelijke goede Franse zinnen van onderstaande woorden: ce soir - nous - manger - dans un restaurant - allons
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal: Gisteren heb ik een pannenkoek gegeten.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
en nu?
Ik kan zelf zinnen maken in de goede volgorde.
Ik wil graag meer oefenen met woordvolgorde
Ik wil graag meer oefenen met werkwoorden
Ik wil graag oefenen met het maken van een uitnodiging.
Iets anders.
Slide 17 - Sondage
oefenen met de passé composé/ présent /futur proche/ futur simple ( verbuga.eu)