pv1 H8 Natuur en Techniek geven

H8 Techniek 1: Constructies en Transport

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuur & Techniek HBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

H8 Techniek 1: Constructies en Transport

Slide 1 - Diapositive

Hoe te gebruiken?
Deze lessonup is te gebruiken als uitleg bij het boek.
* disclaimer deze lessonup geldt als aanvulling op vakateliers en boek en niet als vervanging.
* disclaimer er is met zorgvuldigheid gewerkt aan deze lesson up maar het uitsluiten van schrijf- of andere foutjes is niet helemaal mogelijk. Zie je iets waarover je twijfelt meldt het dan even.

De student ...

in het geel staan iedere keer de specifieke toetscriteria bij het onderdeel dat verder wordt uitgelegd. 

Slide 2 - Diapositive

met speciale dank aan
Esmée van Vught

Slide 3 - Diapositive

lees blz 190-198
  • De student kan vertellen wat de 3 basiselementen zijn van techniek
  • De student kan de vier aandachtsgebieden van techniek benoemen
  • De student kan aangeven welke twee didactische invalshoeken er zijn bij het geven van techniekonderwijs
  • De student kan voorbeelden noemen van onderwerpen bij elk aandachtsgebied van techniek
  • De student kan de verschillen per bouw (onder-, midden- en bovenbouw) benoemen in het techniekonderwijs

Slide 4 - Diapositive

blz 198-199
Studenten kunnen de samenhang aangeven tussen de eisen aan een constructie en het materiaal dat je ervoor gebruikt

De student kan uitleggen wat een legering is en hier voorbeelden van benoemen

Slide 5 - Diapositive

materiaalverbindingen
materiaalverbindingen zijn star en laten geen beweging toe tussen de onderdelen, je kunt ze ook niet uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. 
Voorbeelden zijn lijn, specie, soldeer en naaigaren.


De student kan 3 typen verbindingen inclusief voorbeelden noemen

Slide 6 - Diapositive

vormverbindingen 
vormverbindingen zijn verbindingen waarbij de vorm van twee onderdelen gebruikt wordt om een verbinding te maken.  Voorbeelden zijn lego, puzzelstukjes, schroefdraad van een dop.


De student kan 3 typen verbindingen inclusief voorbeelden noemen

Slide 7 - Diapositive

voorwerpverbindingen 
voorwerpverbindingen  als je een voorwerp gebruikt om een verbinding te maken zoals een nietje, een spijker een drukknoop of een magneet. 


De student kan 3 typen verbindingen inclusief voorbeelden noemen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

boogvorm en driehoeksvormen
Driehoeksvormen worden vooral toegepast in dragende constructies, zoals bruggen en steigers. Driehoeken maken de constructie steviger en vormvast. 
Een boogvorm kan heel wat druk opvangen en wordt gebruikt bij de bouw van kerken en bruggen, poorten en aquaducten.


De student kan uitleggen waarvoor boogvorm en driehoeksvorm in constructies wordt toegepast

Slide 10 - Diapositive

profielen 
Constructies van steen of hout zijn stevig en zwaar maar tegelijkertijd ook heel zwaar doordat ze massief zijn. Door een plat stuk ijzer in een bepaalde vorm te buigen ontstaat een profiel. Een profiel kan rond of hoekig zijn.
De student kan beschrijven hoe een profiel wordt gemaakt

Slide 11 - Diapositive

voordelen van profielen
Ze geven stevigheid en het is gemaakt van lichter materiaal zodat het minder zwaar is.
De student kan twee voordelen noemen van het gebruik van profielen

Slide 12 - Diapositive

tandwielen 
Een tandwiel is afgeleid van het gewone wiel. Het wordt gebruikt om een beweging te versnellen/vertragen en om efficiënter met kracht om te gaan. De snelheid wordt bepaald door de grootte van de wielen.

  1. Een gelijke draaisnelheid =  wanneer beide tandwielen even groot zijn.  
  2. Een versnelling  = wanneer een groot tandwiel een klein tandwiel aandrijft  (bijv. fiets  tandwiel van trapper is groter dan die van achterwiel)
  3. Vertraging  wanneer een klein tandwiel een groot tandwiel aandrijft

De student kan uitleggen hoe de draaisnelheden van verschillende maten tandwielen zich verhouden

Slide 13 - Diapositive

De student kan uitleggen hoe de draaisnelheden van verschillende maten tandwielen zich verhouden

Slide 14 - Diapositive

oefening:

https://www.lyceumgenk.be/leren/media/ehbo/techniek/1/P3_Oef9_Overbrengingen_mixoefening.htm

De student kan benoemen welke draairichting twee verbonden tandwielen hebben

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

zie filmpje en oefen website
De student kan benoemen welke draairichting twee verbonden tandwielen hebben

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

rechtlijnige beweging
Het tandwiel rolt over de (rechte) stang, hierdoor wordt het een rechte beweging. Dit is bijvoorbeeld in een fietsbel


De student kan benoemen hoe een draaiende beweging kan worden omgezet in een rechtlijnige

Slide 20 - Diapositive

De student kan benoemen hoe de draairichtingen zich verhouden van twee tandwielen die met een ketting aan elkaar zijn verbonden

Slide 21 - Diapositive

hefboomprincipe
hefbomen zijn verwerkt in talloze voorwerpen en apparaten. Deze lange staven of stangen kun je gebruiken om met een relatief geringe inspanning (kracht) een voorwerp met een groot gewicht op te tillen of een weerstand te overwinnen. Alle hefbomen hebben een draai- of steunpunt waar de staaf draait of scharniert. 
De student kan het hefboomprincipe toepassen in een eenvoudige casus


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

zie blz 204-205
De student kan drie soorten hefbomen onderscheiden

Slide 24 - Diapositive

pneumatische systemen
pneumatische systemen zijn met lucht gevulde cilinders met zuigers erin. De lucht wordt onder grote druk gebracht , via leidingen wordt de lucht naar een cilinder geleid. In de cilinder drukt de lucht een zuiger omhoog. 
(voorbeeld een in hoogte verstelbare stoel werkt zo.)
De student kan een hydraulisch of pneumatisch systeem herkennen aan de hand van een beschrijving

Slide 25 - Diapositive

hydraulische systemen
hydraulische systemen zijn met vloeistof gevulde cilinders met zuigers erin. De vloeistof wordt onder grote druk gebracht , via leidingen wordt de water of olie naar een cilinder geleid. In  de cilinder drukt de vloeistof een zuiger omhoog. 
(voorbeeld een systeem achterop de vuilniswagen of een graafmachine) 
De student kan een hydraulisch of pneumatisch systeem herkennen aan de hand van een beschrijving

Slide 26 - Diapositive