3.2 Veiligheid en stabiliteit

Welke vorm is het stevigst?
A
Cirkel
B
Driehoek
C
Vierkant
D
Rechthoek
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke vorm is het stevigst?
A
Cirkel
B
Driehoek
C
Vierkant
D
Rechthoek

Slide 1 - Quiz

Wat geeft stevigheid aan een blik?
A
Het profiel
B
De driehoeksconstructie
C
De boogconstructie
D
De ribbels

Slide 2 - Quiz

Aan welke eisen moet een constructie voldoen?

Slide 3 - Carte mentale

Waar denk je aan bij veiligheid op de kermis?

Slide 4 - Carte mentale

Veiligheid en stabiliteit

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kan je een aantal veiligheidsvoorschriften op de kermis noemen.
  • Kan je uitleggen wat veiligheidvoorzieningen zijn.
  • Kan je uitleggen hoe een achtbaan met sensoren veiliger wordt gemaakt.
  • Kan je uitleggen wat sensoren zijn.
  • Kan je uitleggen wat we met stabiliteit van een constructie bedoelen.
  • Kan je uitleggen hoe je met het grondvlak een constructie steviger kan maken.

Slide 6 - Diapositive

Veiligheid
Kermisattracties moeten veilig zijn. Hiervoor hebben ze veiligheidsvoorschriften en sensoren.
Veiligheidsvoorschriften zijn regels waar je je aan moet houden als je in de attractie zit.

Slide 7 - Diapositive

Sensoren
Werken als zintuigen. 
Ze kunnen iets:
- 'zien'
- 'horen'
- 'ruiken'
- 'voelen'
- 'proeven'

Slide 8 - Diapositive

Stabiliteit
Een constructie mag niet zomaar omvallen. 
Je zegt: een constructie moet stabiel zijn.

Hoe groter het grondvlak; hoe stabieler de constructie.





Slide 9 - Diapositive

Zelftest stabiliteit
Jou lichaam is ook een constructie. 

- Ga staan achter je stoel. 
- Maak het grondvlak kleiner door op één been te gaan staan.

Sta je net zo stevig?

Slide 10 - Diapositive

In de afbeelding zie je een achtbaan. Wat doen de wieltjes met letter a, b en c?
A
De wieltjes houden de achtbaan op de baan.
B
Dat de achtbaan verder rijdt over de baan.
C
De wieltjes werken als sensor.
D
De wieltjes zijn het grondvlak van de achtbaan.

Slide 11 - Quiz

Nemen een beweging waar
Neemt een geluidssterkte waar
Neemt een lichtsterkte waar
Neem infraroodlicht waar
Er zijn verschillende sensoren. 
Sleep de juiste waarneming naar de  juiste sensor.
Bewegingssensor
Lichtsensor
infraroodsensor
geluidssensor

Slide 12 - Question de remorquage

Een constructie is stabiel als:
A
De constructie snel omvalt.
B
De constructie heel zwaar is.
C
De constructie niet snel omvalt.
D
De constructie heel licht is.

Slide 13 - Quiz