Koning Valentijn les 4: chronologie, tijd en ruimte

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

Fictie: Koning Valentijn

Les 4: chronologie, 

tijd en ruimte

VWO1

2024-2025

Lezen

10 minuten

Vorige les heb je geleerd over...

• ...identiteit, empathie en saamhorigheid.

Deze les ga je leren...

• ...over chronologie, tijd, ruimte en setting.
  

Chronologie

• Een verhaal kan meerdere verhaallijnen hebben.
• Waarom zou een schrijver dat doen denk je?

• De verhaallijn(en) worden niet altijd in een chronologische (logische, opeenvolgende) volgorde verteld. 
• Chronologisch - juiste tijdsvolgorde.
• Niet chronologisch - flashbacks.
• Een verhaal kan namelijk midden in alle actie beginnen (in medias res) of juist veel flashbacks of flashforwards bevatten. De verhaallijn wordt dan onderbroken.
  

Bevat Koning Valentijn flashbacks of flashforwards?

Is Koning Valentijn een chronologisch verhaal?

Tijd, ruimte en setting

• Tijd en ruimte van een verhaal hebben grote invloed op de gebeurtenissen. 
• Tijd -> in welke tijd speelt het zich af, hoe kunnen we dat zien?
• Ruimte -> Waar speelt het verhaal zich af?
• Setting -> Tijd en ruimte samen. Wat doet de tijd en ruimte met het gevoel?


• Stel je bent overdag in het bos, dan is het mooi en fijn. Dan heb je een fijne setting.
• Stel je voor dat je 's nachts, alleen door het bos loopt, dan is de setting griezelig.
• Er zijn heel veel mogelijkheden voor een schrijver wanneer hij de personages op verschillende plekken laat leven. Zo bouwt een schrijver spanning op.
  

In welke tijd leeft Valentijn denk je? Waarom denk je dat?

In welke Stad leven Valentijn en Benjamin? Welke invloed heeft dat op hun leven?

Hoe zou het leven van Benjamin en Valentijn eruit hebben gezien als ze in Hilversum opgroeide? Zouden er verschillen zijn? Leg uit.

Welk gevoel roept deze ruimte bij je op?

Welk gevoel roept deze ruimte bij je op?

Welk gevoel roept deze ruimte bij je op?

Schrijf een kort griezelverhaal (maximaal 150 woorden).
Het speelt zich af in het heden (tijd).
Kies verder uit de volgende ruimten: een verlaten huis, een kelder, een kerkhof, een gesloten speelgoedwinkel.

Wat ging goed?

Ik kan uitleggen welke invloed de tijd en ruimte kan hebben op een verhaal.

Ik begrijp wanneer een verhaal chronologisch is.

1. Waar
2. Niet waar

Ik weet welke soorten chronologie er zijn

Ja

Nee

Een beetje

Ik weet welke invloed de tijd en ruimte op een verhaal hebben

Ja

Nee

Een beetje