Les 6A - Romeinen in NL - Zelf doen

70 v.C
64 v.C.
60 v.C.
Welkom bij de reis-door-de-Romeinse-tijd-reis. In deze les ga je zelfstandig lezen en leren over  §4.5 Romeinen en Germanen. 
Als je vragen hebt kan je je vinger opsteken.
Stap 1:

Lees "Romeinen in Nederland" van §4.5 op blz 81 havo/vwo of blz 89 vwo
Het is belangrijk dat je de instructies opvolgt en niet verder gaat voordat alle opdrachten op de slide af zijn. Neem de jaartallen en vragen over en schijf de antwoorden je in je schrift
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

70 v.C
64 v.C.
60 v.C.
Welkom bij de reis-door-de-Romeinse-tijd-reis. In deze les ga je zelfstandig lezen en leren over  §4.5 Romeinen en Germanen. 
Als je vragen hebt kan je je vinger opsteken.
Stap 1:

Lees "Romeinen in Nederland" van §4.5 op blz 81 havo/vwo of blz 89 vwo
Het is belangrijk dat je de instructies opvolgt en niet verder gaat voordat alle opdrachten op de slide af zijn. Neem de jaartallen en vragen over en schijf de antwoorden je in je schrift

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij net iets gelezen over hoe Romeinen en bewoners van Zuid-Nederland met elkaar omgingen?
Ja
Nee

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

 Neem de jaartallen en vragen over en schijf de antwoorden je in je schrift!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

58 v.C.
50 v.C.
?? v.C.
3. Caesar is niet blij met deze opstand. Hoe neemt hij wraak? Schrijf 2 manieren op.
12 v.C.
4. Rond 12 v.C. vestigen deze mensen uit Duitsland zich  op aandringen van de Romein in de Betuwe. Schrijf op hoe deze groep heet.
1. Julius Caesar veroverde Zuid-Nederland. Hoe noemt hij de inwoners van dit gebied? Schrijf het antwoord op in je schrift.
2. Er breekt een grote opstand uit onder de inwoners van Nederland.
 Leg uit 
a) Wie er in opstand kwam
b) Waarom deze opstand uitbrak
c) In welk jaartal dit plaatsvond

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbind de jaartallen met de gebeurtenissen. Controleer of je het goed hebt en neem de juiste combinaties over in je schrift bij je tijdlijn!
58 v.C.
54 v.C.
12 v.C.
50 v.C.
Keltische Opstand
Caesar veroverd Zuid-Nederland
Caesar nodigt Germanen uit
Bataven verhuizen naar de Betuwe

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees "De Rijn als grens" op blz 82 (havo/vwo) of blz 90 (vwo) en schrijf de begrippen op in je schrift
Lees!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kwamen de Bataven terecht in de Betuwe?
A
Ze moesten verhuizen door oorlog
B
Er was veel zuivel in de Betuwe
C
De Romeinen nodigden hun uit daar te wonen
D
De Bataven hadden het gebied van de Romeinen veroverd

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Latijnse woord voor grens?
A
Lenin
B
Terminus
C
Linea
D
Limes

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke rivier vormde in Nederland de Limes?
A
Rijn
B
Ijssel
C
Maas
D
Waal

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk tijdvak hoort de Romeinse Limes? 

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees "De Rijn als grens" op blz 82 (havo/vwo) of blz 90 (vwo) en schrijf de begrippen op in je schrift
Lees!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je het snapt kan je de eerste puzzel maken
1-R
2-E
3-E
8-N
leeg
4-O
7-M
6-N
5-I
In schaken maakt een paard twee bewegingen:
1. Één naar boven/onder, twee opzij
2. Twee naar boven/onder, één opzij
Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Begin bij een willekeurige letter uit de tabel (bijvoorbeeld 1-R), maak de paardensprong beweging om bij je volgende letter te komen (4-O). Als je alle letters achter elkaar zet krijg je een woord.
Uitleg paardensprong
Twee opzij
Een naar onder
Een naar onder
Twee opzij

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De paardensprong
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
R
E
N
M
N
I
O
E

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De paardensprong
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
P
S
E
N
X
I
A
E

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

9 v.C.
69 n.C.
De Romeinen beschermden hun rijk met de Limes. Een bewaakte grens
klik mij
Einde aan Romeinse expansie door Noord-Duitse Germanen
Bondgenootschap met Bataven komt in gevaar, Bataven vinden dat ze slecht worden behandeld en gaan in opstand. Sluiten een nieuw verdrag
Bondgenootschap
verdrag
expansie
Limes

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Fragment uit 'Welkom bij de Romeinen' duurt 3:00 minuten

Wat noemen de Bataven uit het filmpje NIET?  
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Romeinse invloed
69 n.C.
Lees het stukje "Romeinse invloed"

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats de Romeinse steden op de juiste plek
Noviomagus
Mosa Trajectum
Trajectum
Albanianae

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de twee dingen die door Romeinse invloed in Nederland zijn veranderd

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

klik mij
Steden worden gebouwd volgens het castra-model. Dat is een schematisch plan met vaste onderdelen zoals een theater, badhuis en tempels

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Val van het Romeinse Rijk
476 n.C.
?e eeuw n.C.
Instructie:
1. Bekijk het filmpje op de volgende slide
2. Zet daarna de gebeurtenissen in de juiste volgorde van oud naar nieuw (chronologisch)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
4
5
Germaanse volken zoals de Goten, Franken en Alemannen trekken het Romeinse Rijk met geweld binnen.
De Romeinse regering krijgt minder geld binnen doordat er minder handel en belasting is.
Het Romeinse Rijk is slecht te verdedigen dus wordt het in twee gesplitst
Er ontstonden dodelijke epidemieën in het Romeinse Rijk waardoor veel mensen stierven.
Het West-Romeinse Rijk valt nadat de Germanen twee keer Rome plunderen

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN oorzaak van de val van het Romeinse Rijk?
A
Er komen Germaanse koninkrijkjes in het Romeinse Rijk
B
Het Romeinse Rijk valt in twee delen uiteen
C
De Limes wordt slecht bewaakt
D
De Romeinen maken Christendom de staatsgodsdienst

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Oost - Romeinse Rijk
West- Romeinse Rijk
Constantinopel
Germanen

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de kenmerken aan het West-Romeinse Rijk of het Oost-Romeinse Rijk
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Hoofdstad: Rome
Taal: Grieks
Rijk
Hoofdstad: Constantinopel
Eindigt in 1453
Eindigt in 476
Taal: Latijn
Arm

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Val van het Romeinse Rijk
395 n.C.
Het Romeinse Rijk kampte met veel problemen zoals epidemieën en burgeroorlogen. 
Keizer Theodosius splits het Romeinse Rijk op in twee, met ieder haar eigen keizer.
Einde van het West-Romeinse Rijk. Het Oost-Romeinse Rijk blijft bestaan tot 1453
476 n.C.
3e eeuw n.C.
De overheid kreeg door het afnemende inwonersaantal minder belasting binnen om de soldaten te betalen die de grens bewaakten.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verslechtert er na de val van het Romeinse Rijk?
A
Wegen
B
Steden
C
Handel
D
Bestuur

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De val van het Romeinse Rijk
A
Het Oost-Romeinse Rijk valt in 1476
B
Het West- Romeinse rijk valt in 1453
C
Het Oost-Romeinse Rijk valt in 476
D
Het West- Romeinse rijk valt in 476

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was een reden voor de val van het Romeinse Rijk?
A
Burgeroorlogen
B
Veel aanvallen van andere volken
C
Inflatie (het geld werd minder waard)
D
Veel keizers in een korte tijd

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions