Panta Softbalquiz

SOFTBAL generale toets
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

SOFTBAL generale toets

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk posities die je kunt hebben bij softbal?

Slide 4 - Question ouverte

Welke speler is een soort 'aanvoerder' van het softbalteam?
A
Pitcher
B
Korte stop
C
Catcher
D
1e Honkspeler

Slide 5 - Quiz

Softbal is een eenvoudigere vorm van honkbal. Welke aanpassingen zijn hierbij gemaakt?
A
De afstanden tussen de honken zijn bij softbal kleiner
B
Er moet bij softbal onderhands worden aangegooid
C
Er wordt met softbal een grotere bal gebruikt
D
Alledrie voorgaande antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quiz

Met hoeveel spelers mag je op een honk staan?
A
1
B
2
C
3
D
maakt niet uit

Slide 7 - Quiz

Aan welke kant draag je de handschoen?
A
aan je schrijf hand/arm
B
Eigen keuze
C
Aan je linker hand/arm
D
Aan de kant waar je niet mee gooit.

Slide 8 - Quiz

Mag je elkaar inhalen in het veld?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Wanneer wordt er gewisseld van veldpartij naar slagpartij?
A
Als iedereen geslagen heeft + 1 speler
B
Als de helft van team aan de beurt geweest is
C
wanneer er 3 uit gemaakt zijn
D
Wanneer de slagtijd voorbij is

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je de persoon die bij de thuisplaat staat?
A
Thuisverdediger
B
Honkman/honkvrou
C
Pitcher
D
Catcher

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je het aanwerpen van de bal?
A
pushen
B
aangooi
C
pitchen
D
startworp

Slide 12 - Quiz

De bal komt in de slagzone en de slagman slaat niet
A
Dit telt als een slag
B
Dit telt niet als een slag
C
hij is uit
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er bij een vangbal?
A
De slagman mag lopen naar honk 1
B
De slagman mag opnieuw slaan
C
Slagman is uit, de lopers moeten terug
D
Slagman is uit, het spel stopt

Slide 14 - Quiz

De slagman slaat de 3e bal mis, wat moet hij doen?
A
Hij is uit
B
Nog een keer slaan
C
Lopen naar honk 1
D
Wisselen van team

Slide 15 - Quiz

Bij een 'vrije loop' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
niks

Slide 16 - Quiz

Bij een 'gedwongen loop' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
niks

Slide 17 - Quiz

Degene die de bal opgooit voor de slagman heet:
A
De catcher
B
De pitcher
C
De vierde honkman
D
De tosser

Slide 18 - Quiz

Softbal wordt gespeeld door 2 ploegen van elk .... spelers.
A
7
B
11
C
9
D
10

Slide 19 - Quiz

Wat noemen ze bij de slagman "de Slagzone"
A
De zone waarin de slagman moet staan.
B
De zone op de knuppel.
C
De zone waar de hand van de Catchter zit.
D
De zone waar de pitcher de bal moet gooien.

Slide 20 - Quiz

Mag een honkloper altijd getikt worden tussen de honken?
A
JA
B
NEE

Slide 21 - Quiz

Mag een honkloper meteen lopen na dat de pitcher de bal heeft losgelaten
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Wanneer mag je een honk stelen?
A
Zodra de bal in de handschoen is van de catcher
B
Zodra de catcher de bal losgelaten heeft
C
Zodra de pitcher de bal losgelaten heeft
D
Zodra de honkloper de voet op de plaat heeft

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Wat is een squeeze play?
A
Wanneer je de bal slaat en de catcher vangt hem
B
Wanneer de pitcher 4 keer wijd gooit
C
Wanneer de veldspelers iemand uit tikken
D
Stootslag,3e honkloper kan binnen komen

Slide 26 - Quiz

Waar of niet waar
Een dubbelspel is wanneer je meerder spelers tegelijk uitmaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Op hoeveel meter ligt de pitch plaat
A
12 meter
B
20 meter
C
18 meter
D
14 meter

Slide 28 - Quiz

Bij hoeveel wijd is er een vrije loop
A
5
B
3
C
4
D
2

Slide 29 - Quiz

Wanneer moet je de beste slagman laten slaan?
A
als 3e, 6e, 9e, 12, enz
B
als 2e, 4e, 6e, 8e enzo
C
als 4e, 8, 12e, ezn
D
als 1e, 2e, 3e

Slide 30 - Quiz

Denk je dat je de toets gaat halen?
A
Ja
B
Nee
C
Moet nog wel wat bijleren

Slide 31 - Quiz