BBL socialezekerheidsrecht - les 3 IOW, IAOW en IAOZ

Socialezekerheidsrecht
Les 3
IOW, IAOW en IAOZ
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Sociale zekerheidsrechtMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Socialezekerheidsrecht
Les 3
IOW, IAOW en IAOZ

Slide 1 - Diapositive

Terugblik WW
Wat weet je nog?

Slide 2 - Carte mentale

Casus arbeidsverleden
Yara is geboren in 1970. In 1999 is zij begonnen met werken. Eind 2022 is zij ontslagen vanwege een reorganisatie (ze heeft dus heel 2022 gewerkt). Bereken het arbeidsverleden van Yara. Bepaal daarna de duur van haar WW-uitkering.

Slide 3 - Diapositive

Antwoord arbeidsverleden
  1. In 1970 is Yara geboren
  2. In 1988 werd Yara 18 jaar oud
  3. Ze is in 1999 begonnen met werken
  4. 1988 - (tot) 1998 = 10 jaar fictief arbeidsverleden
  5. 1999 - 2022 = 24 jaar feitelijk arbeidsverleden 
  6. = 34 jaar arbeidsverleden 
Antwoord duur uitkering
  1. Eerste 10 jaar = 1 maand uitkering per jaar; daarna:
  2. tot 2016 = 1 maand per jaar
  3. vanaf 2016 = 0,5 maand per jaar

  1. 1999 tot 2016 = 17 jaar 
  2. 2016 tot en met 2022 = 7 jaar 
  3. + fictief 10 jaar = totaal 34 jaar 
  4. 7 x 0,5 maand = 3,5 maand (vanaf 2016) 
  5. 27 x 1 maand = 27 maanden (tot 2016)
  6. = 30,5 maand, maar! Max. 24 maanden dus 24 maanden recht op WW-uitkering.

Slide 4 - Diapositive

Opfrissen
Maak opdracht 12 hoofdstuk 7
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Antwoord H7, opdracht 12
  1. Geboren in 1994
  2. 18 jaar oud in 2012 (geen fictief arbeidsverleden dus!)
  3. 2010 - 2016 = 6 jaar - 1 jaar wereldreis in 2013 = 5 jaar 
  4. 2016 - 2022 = 6 jaar 
  5. 6 x 0,5 maanden = 3 maanden (2016-2022)
  6. 5 x 5 maanden = 5 maanden (2010 - 2016 - 1 jaar wereldreis in 2013) = 8 maanden WW-uitkering 

Slide 6 - Diapositive

Examenmatrijs bespreken

Slide 7 - Diapositive

Doel IOW/IAOW/IAOZ
Als een werkzoekende na zijn/haar WW-uitkering nog geen werk heeft gevonden, dan komt de werknemer in de bijstand. Om te voorkomen dat oudere werknemers na de WW-uitkering in de bijstand moeten, zijn deze wetten (IOW/IAOW/IAOZ) in het leven geroepen.

Slide 8 - Diapositive

Hebben we het nu over sociale verzekeringen of over sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen
B
Sociale voorzieningen

Slide 9 - Quiz

Het zijn dus sociale voorzieningen. Waaruit worden deze gefinancierd?
A
Premies
B
Belastingen

Slide 10 - Quiz

IOW
  • Wet inkomensvoorziening oudere werknemers;
  • Voor werknemers van 60 jaar en 4 maanden oud of ouder;
  • Die werkloos worden of waarvan de WW-uitkering afloopt;
  • Vervolg-uitkering tot aan pensioen;
  • Geen partnertoets;
  • Uitgevoerd door UWV.

Slide 11 - Diapositive

IAOW
  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
  • Voor werknemers geboren vóór 1 januari 1965 die (a) na hun 50ste levensjaar werkloos zijn geworden, of (b) van wie na hun 50ste levensjaar hun WGA (WIA) uitkering stopt;
  • Wel een partnertoets, geen vermogenstoets;
  • Of werkzoekende een uitkering krijgt, is afhankelijk van het inkomen van de partner, maar niet afhankelijk van zijn vermogen, zoals spaargeld, bezittingen en woning;
  • Uitgevoerd door gemeenten.

Slide 12 - Diapositive

IAOZ
  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
  • Voor oudere zelfstandigen die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen vanwege onvoldoende inkomsten;
  • Zelfstandigen tussen de 55 jaar en de AOW-leeftijd die hun beroep of bedrijf na hun 55ste levensjaar hebben beëindigd;
  • Kenmerken voor een groot deel gelijk met IAOW;
  • Er wordt wél rekening gehouden met financieel voordeel uit het aanwezige vermogen, als dit meer is dan €130.000,-, dan wordt er 3% van het meerdere daarvan als inkomen gezien en op de uitkering in mindering gebracht;
  • Uitgevoerd door gemeenten.

Slide 13 - Diapositive

Uitsluitingsgronden
Geen recht als de oudere werknemer:
  • Buiten Nederland woont of verblijft;
  • Niet rechtmatig in Nederland verblijft;
  • Gedetineerd is;
  • Vakantie neemt boven het toegestane maximum van 20 werkdagen per jaar;
  • De AOW-leeftijd heeft.  

Slide 14 - Diapositive

Voorschriften
  • Sollicitatieplicht;
  • Accepteren aangeboden werk, ook als dit niet aansluit op de genoten opleiding en werkervaring;
  • Inlichtingenplicht.
Uitzondering:
Degene die een IOW-uitkering heeft en binnen één jaar de AOW-leeftijd bereikt, heeft geen sollicitatieplicht. 
Zie ook blz. 190, 194 en 197 KG

Slide 15 - Diapositive

Hoogte van de uitkering
  • IOW, IAOW & IAOZ is een aanvulling tot het sociaal minimum en de gezinssituatie;
  • Zie hoofdstuk 9 KG (vanaf blz. 285) voor de juiste bedragen. 

Slide 16 - Diapositive

Wie voert de IOW uit?
A
UWV
B
Gemeenten
C
Sociale Verzekeringsbank
D
Zorgverzekeraar(s)

Slide 17 - Quiz

Wie voert de IAOW en de IAOZ uit?
A
UWV
B
Gemeenten
C
Sociale Verzekeringsbank
D
Zorgverzekeraar(s)

Slide 18 - Quiz

Maak nu de volgende opdrachten (SZR)
Hoofdstuk 7
  • Opdracht 3
  • Opdracht 4
  • Opdracht 9
  • Opdracht 14
  • Opdracht 16

Slide 19 - Diapositive