klas 1 Grammar & vocabulary chapter 3

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Vocabulary & Grammar chapter 3

klas 1

Mission

- aan het einde van deze les heb ik een goed beeld van wat ik kan verwachten op de toets.

- Heb je met alle grammatica en een aantal woorden geoefend uit chapter 3.

Let's start

We beginnen met een aantal woorden...

Geef de juiste vertaling van de volgende woorden:

crunchy

What is this? Noteer het Engelse woord

What is this? Noem het Engelse woord.

What is this? Noem het Engelse woord.

What is this? Noem het Engelse woord.

What is this? Noem het Engelse woord.

What is this? Noem het Engelse woord.

What is this? Noem het Engelse woord.

What's this? Noem het Engelse woord.

What's this? Noem het Engelse woord.

What's this? Noem het Engelse woord.

What is this? Noem het Engelse beroep.

What is this? Noem het Engelse woord.

Spicy betekent...

1. zoet
2. zuur
3. bitter
4. pittig

Grammar time!

En dan nu tijd voor een stukje grammatica: 

- meervoud in het Engels (plurals)

- Some / Any

- Aanwijzende voornaamwoorden (demonstrative pronouns)

- to be going to + werkwoord

Zet in het meervoud: jacket

1. jacket
2. jacket's
3. jackets
4. jacketes

Wat is het meervoud van: hero

Wat is het meervoud van: girl

Wat is het meervoud van: baby

I am looking for … pepper.

1. some
2. any

She doesn't have … sisters.

1. some
2. any

Do you have … sugar?

1. some
2. any

I need … tomatoes, please.

1. some
2. any

Look at … cookies here. They smell delicious.

1. this
2. that
3. these
4. those

... people over there are all in my class.

1. this
2. that
3. these
4. those

... girl over there is my sister.

1. this
2. that
3. these
4. those

Look at ... dress here, it is so pretty!

1. this
2. that
3. these
4. those

Tomorrow I .... (visit) my aunt.

1. is going to visit
2. am going to visit
3. are going to visit
4. visit

My sister ... (travel) to Spain next Summer.

1. travel
2. am going to travel
3. are going to travel
4. is going to travel

Darren and Joe ... (study) for next week's test together.

1. am going to study
2. study
3. are going to study
4. is going to study

My friend ... (live) in England next year.

1. are going to live
2. am going to live
3. live
4. is going to live

Ik denk dat ik wel klaar ben voor de formatieve toets:

😒🙁😐🙂😃

Geef aan welk cijfer je op de toets denkt te halen:

010

De toets

Leren: woordjes blz. 178 en 179 van je boek

Leren: grammar 7, 8, 9 en 10 op blz. 156, 158, 173, 174 & 181 van je boek.

Good luck! :)