Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Beeldaspect
VORM
Slide 1 - Diapositive
Vorm
Slide 2 - Carte mentale
Plat en ruimtelijk
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Vormsoorten
Organische vormen:
Dit zijn natuurlijke vormen zoals vormen van mensen, dieren of planten. De lijnen zijn vaak vloeiend en niet hoekig.
Slide 5 - Diapositive
Organisch
Organische vormen zijn ronde vormen zonder rechte lijnen en hoeken. deze vormen komen in de natuur voor.
Slide 6 - Diapositive
Organische vormen
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Geometrische vormen
Dit zijn meetkundige (wiskundige) vormen. Ze kunnen vlak of ruimtelijk zijn.
Vlak = 2D
Ruimtelijk = 3D
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Falling Water -
Frank Lloyd Wright
Slide 12 - Diapositive
Gestileerde vormen
De organische vorm is vereenvoudigd, gestroomlijnd of schematisch weergegeven. De voorstelling (dat wat je letterlijk ziet) is minder realistisch maar nog wel herkenbaar.
Slide 13 - Diapositive
Geabstraheerd / Half Abstract
De belangrijkste kenmerken behouden gebleven waardoor je nog net kan zien wat het is.
Geabstraheerd is de stap tussen figuratief en abstract in.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Open vorm
De vorm heeft een opening waardoor je erin of erdoorheen kunt kijken. Dit wordt ook wel een holle vorm genoemd.
Slide 16 - Diapositive
Gesloten vorm
De vorm heeft geen opening. Je kunt er dus niet in of doorheen kijken.
Dit wordt ook wel een massieve vorm genoemd.
Slide 17 - Diapositive
Restvorm
De hoofdvorm is de vorm die de kunstenaar heeft getekend of geschilderd (2D) of de vorm van een beeldhouwwerk (3D).
De restvorm is de ruimte die open blijft en zelf ook iets kan voorstellen. Bijvoorbeeld een silhouet.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Vormcontrast
Een contrast tussen verschillende vormsoorten. Bijvoorbeeld een afbeelding met organische en geometrische vormen, of rond tegenover hoekig.
Ze zijn tegenovergesteld.
Slide 20 - Diapositive
Symmetrisch
A- Symmetrisch
Slide 21 - Diapositive
Verschillende soorten structuren
Natuurlijke structuren
Kunstmatige structuren
Slide 22 - Diapositive
Structuur
Structuur is de manier waarop iets is opgebouwd uit kleinere delen.
Structuur vind je in de samenstelling van vormen en materialen. Andere woorden voor structuur zijn: opbouw, samenstelling of ordening.
Slide 23 - Diapositive
TEXTUUR
Een textuur is de zichtbare en voelbare oppervlakte van een materiaal. Voorbeelden van texturen zijn: harig, stekelig, glad, bobbelig enz.
Slide 24 - Diapositive
textuur
Slide 25 - Diapositive
Figuratief
Abstract
Gestileerd/ Geabstraheerd
Slide 26 - Question de remorquage
Dit werk is
A
abstract
B
figuratief
Slide 27 - Quiz
Dit werk is
A
gestileerd
B
gedetailleerd
Slide 28 - Quiz
Dit is een
A
open vorm
B
gesloten vorm
Slide 29 - Quiz
Dit beeld is
A
gesloten vorm
B
open vorm
Slide 30 - Quiz
Deze vorm is
A
massieve vorm
B
open vorm
Slide 31 - Quiz
Hoe noem je de gaten in dit werk?
A
restvorm
B
open vorm
Slide 32 - Quiz
Hoe noem je de vorm van dit werk?
A
restvorm
B
open vorm
Slide 33 - Quiz
Tweedimensionaal
samengestelde vorm
Geometrisch vorm
Organische vorm
Slide 34 - Question de remorquage
Je ziet hier een vormcontrast tussen een organische en geometrische vorm. Wat is een vormcontrast?