4.3 rivieren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom

Leerdoelen

Uitleg

Rijn

i

Bovenloop:

• Grote hoogteverschillen.
• Stroomsnelheid hoog.
  
• Veel erosie

Benedenloop:

• Weinig hoogteverschillen
• Lage stroomsnelheid
• Sedimentatie
• Grote bochten in rivieren

De Bovenloop Rijn

Rivier stroom snel

Neemt grote stenen mee

Komt vanuit de bergen

De middenloop

• Rijn stroomt langzamer                          - ruimte voor bochten                  (meanders)                                
• Lage stroomsnelheid zorgt voor  veel sedimentatie
• Laat grind en kleine stenen achter

De Benedenloop van de Rijn

• splitsingen in de rivier? 
  

1.  lage stroomsnelheid
   
2. veel sedimentatie
3. rivierbedding raakt verstopt  
4. rivier zoekt een nieuwe uitgang -> splitsing 
5. Ontstaat van een delta 

water van de Rijn

• Rijnwater in Nederland komt uit het stroomgebied van de Rijn.
• Dat is het gebied dat afwatert op de Rijn of haar zijrivieren.

Hier stroomt het water het hardst

1. Middenloop
2. Benedenloop
3. Bovenloop
4. Achterloop

Hier vindt het meeste sedimentatie plaats

1. Middenloop
2. Benedenloop
3. Bovenloop
4. Achterloop

Erosie vindt plaats in

1. De binnenbocht van een rivier
2. De buitenbocht van een rivier
3. Aan het einde van het rivier
4. Bij de rotsen

Het slingeren van een rivier heet

1. Meanderen
2. Rivierslinger
3. Erosie
4. Sedimentatie

Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel

1. De delta
2. De overloop
3. De einloop
4. Estuarium

Benedenloop

Bovenloop

Sedimentatie

Erosie

Hogestroomsnelheid

Lage stroomsnelheid