Nederlands 1H P1 Lezen deel 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Nederlands 1H

Periode 1

Lezen & Schrijven

Deel 3

Lesdoelen

Ik kan de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen noemen en toepassen.

Ik kan de verschillende delen van een tekst noemen.

Ik kan het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst benoemen.

Ik kan een eenvoudige informatieve tekst lezen en begrijpen.

Bespreken huiswerk

Lezen 6-15

Wat betekent award?

1. uitvinding
2. prijskaartje
3. prijs
4. oplossing

Welke verschillen tussen hoge en lage resolutie werden genoemd in de tekst?

1. hoog: meer beeldpunten
2. hoog: scherper
3. hoog: veiliger
4. hoog: duurder

Wat zijn de 3 dimensies van 3D?

Noem een ander woord voor object en obstakel (2 woorden dus)

Een titel geeft altijd aan wat het onderwerp van een tekst is

1. juist
2. onjuist

Wat is het verschil tussen een titel en tussenkopje?

Hoeveel tussenkopjes staan er in tekst 1

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat wil je weten als je het onderwerp van de tekst moet bepalen?

Als je de titel en eerste alinea van tekst 1 leest, weet je wat het onderwerp van de tekst is

1. Waar
2. Niet waar

De tussenkopjes in tekst 1 vertellen je wat de deelonderwerpen zijn

1. waar
2. niet waar

Een deelonderwerp bestaat altijd uit meerdere alinea's

1. waar
2. niet waar

Uit hoeveel alinea's bestaat tekst 1

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Welke 3 kenmerken van een alinea zie je in tekst 1?

Wat is het onderwerp van tekst 2?

Wat is de bron van tekst 2?

Wat is het doel van de schrijver van tekst 2?

1. informeren
2. vermaken

Uit hoeveel alinea's bestaat tekst 2?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Waaraan herken je de alinea's in tekst 2?

Welke van de tussenkopjes vertelt direct waar de tekst eronder over gaat?

1. directeur supertrots
2. betaal-wc verboden

Aan het werk

Lees de leerteksten van blz 18-24 nog een keer goed door.

Bekijk ook de leerpunten op blz 68

Stel eventueel vragen

Zoek een tekst (artikel) op internet. Verzin daar zelf 3 vragen bij. Schrijf deze op en schrijf het antwoord erbij.

Welke hashtags (#)
beschrijven deze les?

Waar heb je nog vragen over?

Huiswerk

Maak:

Lezen opdracht 6-10

Schrijven opdracht 4-6