Herhaling hoofdstuk 9

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950 

Tijd van de Wereldoorlogen 1900-1950

Paragraaf 9.1

- Richt je op andere zaken van de Eerste Wereldoorlog, zoals burgerbetrokkenheid, bewapening, verwoestingen en de gevolgen. 

- Ken de basis! Wie hoorden bij de centralen/geallieerden?

Wat waren de gevolgen voor de centralen toen zij de oorlog verloren?

Paragraaf 9.2

- Richt je op andere zaken van de economische crisis, zoals de economie van de jaren '20 en de uitbreiding van de Amerikaanse crisis zich tot één van wereldformaat.

Waarom spreken we van de roaring twenties? Waarom roaring?

Paragraaf 9.3

- Richt je op de kenmerken van totalitaire systemen. 

Wat waren de belangrijkste kenmerken van totalitaire systemen?

Paragraaf 9.4

- Richt je op wat massaorganisaties, communicatiemiddelen en propaganda zijn. 

- Richt je op hoe deze van belang zijn voor totalitaire staten.

Wat was het belang van communicatiemiddelen voor totalitaire staten?

Paragraaf 9.5

- Richt je op de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog. 

- Richt je op het verloop van deze oorlog. 

- Ken de verschillen tussen WOI en WOII. 

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de Tweede Wereldoorlog?

Paragraaf 9.6

-  Richt je op de antisemitische geschiedenis van de nazi's.

In 1935, 1938 en 1942 werd de Jodenhaat in nazi-Duitsland steeds extremer. Geef voor elk jaartal een verklaring.

Paragraaf 9.7

- Richt je op de drie houdingen van Nederlanders tijdens de Duitse bezetting.

- Ken het verloop van de Duitse bezetting!

- Richt je op het doel van de Duitse bezetting.

Wat voor doel had de bezetting van Nederland volgens de nazi's?

Paragraaf 9.8

- Richt je op de verschillende vormen van verzet tegen de koloniale overheerser.

- Richt je op redenen waardoor het verzet tegen het kolonialisme groeide. 

Noem een voorbeeld van gewelddadig en geweldloos verzet tussen 1900-1950 in de koloniën.

Lesafsluiting: vroeger naar later

A. Nederlandse joden moesten een gele ster dragen.

B. Na vijf dagen vechten capituleert het Nederlandse leger.

C. Nederlandse joden moesten zich laten registreren.

D. Honderdduizenden Nederlandse mannen moesten van dwangarbeid naar Duitsland.

E. Het Duitse leger in Nederland capituleert.

F. Joodse bedrijven in Nederland werden onder nazicontrole geplaatst.

G. Het zuiden van Nederland was bevrijd.

H. De eerste Nederlandse joden werden van Westerbork naar vernietigingskampen gedeporteerd.

I. De Oostenrijkse nazi Seyss-Inquart wordt door Hitler benoemd tot rijkscommissaris.

J. De Hongerwinter vond in Nederland plaats en er vielen duizenden doden.