H1 Wk 4 Stepping Stones Theme 1 G&H

• Ges
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Watching: newsround 

goals

• I can understand a new text and its vocabulary.

• I know how to give and ask about personal information and describe people. 

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Before reading 

Pg. 68 ex 43

• Look at the photo. The boy on the right is blind. How does the man on the left help him?
• What do you think today's reading will be about?

During Reading

Pg. 68 ex 44 

Do parts B and C 

For C: underline (onderstrepen) the sentence that gives you the answer.

Done? Do part D

Done done? Do exercise 45 

If you try, you can 

your fears.

Me and my mother are a lot

I'm not completely blind, I'm 

I feel 

if I have to read out-loud.

Noah is very

of himself.

Noah's new

is a major 

conquer

alike

visually-impaired

awkward

proud

challenge

hike

Vocabulary

Pg. 71 ex 46 

• Write down the correct words. Find the words in the word search
• You can look for the translations of the words on 

pg. 83, G READING

Pg. 72 ex 48 A

Who is Pupil A and who is Pupil B?

Pupil A: Turn to Speech Card A (pg. 232)

Pupil B: Ask questions to Pupil A to complete the Fact File.

Stone 2

• Read Stone 2 with your neighbour.
• One person asks the questions and the other one answers.

Do pg. 73 ex. 49

Stone 3

• Read the stone with your neighbour
• One asks the questions and the other one answers.

Guess the celebrity!

• One student comes to the front of the class.
• The teacher gives them the name of a celebrity and they can't tell it to the rest of the class.
•  The class needs to ask questions about the celebrity and guess who it is!
• Use some of the questions from Stones 2 and 3.

Family A

Family B

-Introduce your family to your neighbour. They have to ask you questions about them.

-Describe them physically

-Describe their daily habits

goals

• I can understand a new text and its vocabulary.

• I can give personal information and describe people. 

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Homework

Pg. 71 ex 47 

Pg. 74 ex. 51A (study theme words and translate them)

Wel op tafel:

Pen

SS book

Notebook

Laptop (dicht)

Welcome to the English lesson ZH1a!

Niet op tafel:

Telefoon of Zakkie

Tas

Warming-up, schrijf de antwoorden in je schrift:

1. What time is it?

2. 

3. 

goals

• I can understand a text about studying. 
  
• I can write questions and negative sentences.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Questions: yes/no questions

Rule 1: With to be (am, are, is) or can, the verb moves to the beginning of the sentence. 

Rule 2: With other verbs, you add do or does to the beginning of the sentence + the verb.

You are the principal = Are you the principal?

You can bring me to school = Can you bring me to school?

They work well together = Do they work well together?

He studies a lot = Does he study a lot?

He has English on Tuesday = Does he have English on Tuesday?

You have got a break at 1pm = Have you got a break at 1pm?

He has got maths at two = Has he got maths at two?

p.104

p.105

p.101

p.103

huiswerk

p.110-111

ex.34, 35

30 min NUMO

Slim Stampen - Vocabulary Chapter 1, Grammar