Unité 3 bijv nw vorm en plaats

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
  2. Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.

Slide 2 - Diapositive

Programma
  1. Kijk en luister naar het instructiefilmpje
  2. Bestudeer de instructiedia's
  3. Even oefenen
  4. Evaluatie
  5. Extra oefenen...

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

1. De vormen van het bijvoeglijk naamwoord;
mnl,vrl,mnl mv, vrl mv
Kijk en luister naar het instructiefilmpje over de VORM van het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 5 - Diapositive

Let op bij klinkerbotsing! 

beau wordt bel= mooi
un bel hôtel
nouveau wordt nouvel=nieuw
un nouvel ami
vieux wordt vieil=oud
un vieil homme

Slide 6 - Diapositive

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. Behalve het rijtje hieronder. Die moet je uit je hoofd leren. Dat gaat makkelijker als je ze hardop uitspreekt. Dan merk je namelijk dat de woorden rijmen.
VOOR het zelfstandig naamwoord:
Bon / Beau / Joli
Haut / long / petit
Jeune / vaste / grand
Vieux / mauvais / méchant
Nouveau / Gros

Slide 7 - Diapositive

Even oefenen
gebruik geen hoofdletters in je antwoord!
zet het bijvoeglijk nw in de juiste vorm, en op de juiste plek! 

Slide 8 - Diapositive

(sportief) 2.......... garçons .........

Slide 9 - Question ouverte



(petit) J'ai trois .... soeurs ......


Slide 10 - Question ouverte



(sympa) Un .....prof ......



Slide 11 - Question ouverte



(beau) Une ..... maison ....



Slide 12 - Question ouverte



(vieux) Une ... voiture ....


Slide 13 - Question ouverte



(noir) Un .... chat .....


Slide 14 - Question ouverte



(heureux) Une .... femme ......


Slide 15 - Question ouverte



(blanc) des ..... chaussures ....


Slide 16 - Question ouverte

Un ..... stylo .........(blauw)


Slide 17 - Question ouverte



(jong) le ... chien.....



Slide 18 - Question ouverte

(oud) un .... oncle .....

Slide 19 - Question ouverte

Evaluatie 1
  1. Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie 2
m. enkv
v. enkv
-
e
m. meerv
v. meerv
s
es

Slide 21 - Diapositive

Evaluatie 3
Vul het woordweb op de volgende dia in.  
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het bijvoeglijk naamwoord ?

Slide 22 - Diapositive

Bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen.

Slide 23 - Carte mentale

zelf oefenen;
om zelf verder te oefenen maak je oefening 16 A t/m 16 D en de grammaire extra 
Meer oefeningen vind je op www.nufransleren.nl

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien