SP PA2 H2 Herhaling grammatica 23 24

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
5:00
¡Hola!
Deur
Docent
Anouar
Imran
Oeways
Bilal
Salman
Houdaifa
Ilja
Arda
Momna
Dounia
Diya
Amal
Abdelqadir
Djenna
Amira
Damian
Mehdi

Slide 2 - Diapositive

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Qué te quieres hacer en la pausa? Yo quiero ...
¿Qué te gusta beber? Me gusta beber ...
¿Cuál es tu plato favorito? Mi plato favorito es ...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 3 - Diapositive

Doelen van vandaag

- Herhalen: Al de grammatica van periode 2.


Eind van de les, kan ik:
- goed inschatten wat ik moet leren.

Slide 4 - Diapositive


Paso Adelante 2 - Hoofdstuk 2

Leerdoel: Leren en oefenen al de grammatica uit hoofdstuk 2 (R+T1+T2+I)

- Este/Estos/Esta/Estas/Esto/Eso
- Vraagwoorden en vraagzinnen
- Werkwoorden
- Woorden en zinnen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Sleepvraag
- Match Este/Estos/Esta/Estas/Esto met een naamwoord
- Houd rekening mee of het gaat over een mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud naamwoord

Slide 7 - Diapositive

Este
Esta
Estos
Estas
Esto
plato
(gerecht)

comida
(eten)
recetas (recepten)
huevos
(eieren)
es picante
(is pittig)

Slide 8 - Question de remorquage

Op deze video vind jij een uitleg van de vraagzinnen en vraagwoorden zoals in het tekstboek!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Plaats de woorden op de juiste volgorde:

Slide 11 - Diapositive

Qué
Quién
Cómo
Cuándo
Cuál
Por qué
Cuánto
Wat
Wie
Hoe
Wanneer
Welke
Waarom
Hoeveel

Slide 12 - Question de remorquage

Nog een keer: 

1. Het begint met een vraagwoord:
                 ¿Qué comes (tú)? --> Wat eet jij?
                   (Yo) Como una pizza --> Ik eet een pizza
2. Het begint met een werkwoord en de antwoord is met ja of nee:
                ¿Comes pizza? --> Eet jij een pizza? 
                 Si, como pizza // No, no como pizza





Slide 13 - Diapositive

Let op met Cuánto/Cuántos/Cuánta/Cuántas
Het moet het zelfstandig naamwoord matchen (mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud):

- ¿Cuánto pollo? (Hoeveel kip)
- ¿Cuántos platos? (Hoeveel gerechten?)
- ¿Cuánta salsa? (Hoeveel saus?)
- ¿Cuántas verduras? (Hoeveel groente?)

Maar...¿Cuánto cuesta? (Hoeveel kost het?)

Slide 14 - Diapositive

Cuántas
Cuánto
Cuántos
Cuánto
Cuántos
Cuántas
fresas 
cuesta
ajos
palomitas
helados
pescado

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Diapositive

LEREN !!

Slide 17 - Diapositive

Lees de volgende tekst over het eten in Argentinië en beantwoord de vragen.
¡A leer!

Slide 18 - Diapositive

La comida en Argentina es una mezcla de todos estos sabores: Wat vraag kan jij hier stellen?

Slide 19 - Question ouverte

La carne argentina es famosa en todo el mundo: Wat vraag kan jij hier stellen?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is een typisch argentijnse voedsel?

Slide 21 - Question ouverte

¿Qué es el dulce de leche?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe eten mensen dulce de leche in Argentinië?

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent "Delicioso"?

Slide 24 - Question ouverte

¿Cuál es tu plato favorito?

Slide 25 - Question ouverte

¿Cuál es tu plato favorito?

Slide 26 - Question ouverte

¿Cuál es tu comida preferida?

Slide 27 - Question ouverte

¿Cuáles son los ingredientes en tu plato preferido?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive


Woordjes leren:

Hier is een Quizlet voor de hele hoofdstuk 2: 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4:

Slide 31 - Diapositive

Ik kan begrijp al de grammatica voor PW 2.
Ja
Een beetje
Nee

Slide 32 - Sondage

¡Buen trabajo!
¡Suerte!

Slide 33 - Diapositive