Wechselpräpositionen

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)


Doel:  
Ik ken de keuzevoorzetsels en kan de juiste naamval erbij gebruiken.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)


Doel:  
Ik ken de keuzevoorzetsels en kan de juiste naamval erbij gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Eerst checken....
Ich gehe durch _________ (de) Schule.
Seit ______ (een) lang____Jahr sind wir schon in der Schweiz.
Wann kommt _________(jouw) klein_____ Bruder zu mir?
Ich gebe _____ (hem) ein Buch zum Geburtstag.
Hast du ______(mijn) Deutschheft (o) wieder mitgebracht?


Slide 2 - Diapositive

9 Keuzevoorzetsels

Slide 3 - Diapositive

Keuzevoorzetsels
an - aan, bij, op (tijd)
auf - op (plaats)
hinter - achter
neben - naast
in - in (plaats), naar (plaats), over (tijd)
über - over, boven
unter - onder
vor - voor (plaats), geleden (tijd)
zwischen - tussen

Slide 4 - Diapositive

in, an, vor --> Wann?

in einer Woche = over een week
vor einem Monat = een maand geleden
an einem Sonntag = op een zondag

Slide 5 - Diapositive

Wo?
Die Fische schwimmen im/ in dem Aquarium.
Das Buch liegt auf dem Tisch. 
Der Stuhl steht vor der Tür.
Ich wohne in der Schweiz. 
=
zich bevinden/ergens zijn 

Slide 6 - Diapositive

Wohin?
Ich gehe in die Klasse.
Ich lege die Bücher auf den Tisch.
Kai setzt sich auf den Stuhl. 
Er schießt den Ball über das Tor.
=
ergens komen, van A naar B

Slide 7 - Diapositive

In combinatie met de keuzevoorzetsels krijgen ....
sitzen - zitten

liegen - liggen

stehen - staan

....+3e nv
(sich) setzten - gaan zitten

(sich) legen - gaan liggen

(sich) stellen - gaan staan

.....+4e nv

Slide 8 - Diapositive

3e vs. 4e 
Ich stehe vor der Klasse. 
Ich stelle die Flasche auf den Tisch.
Die Kinder liegen im Bett.
Ich lege die Kinder ins Bett.
Kurt sitzt auf dem Stuhl.
Kurt setzt sein Kind auf den Stuhl.

Slide 9 - Diapositive

Checkcheck dubbelcheck

Slide 10 - Diapositive

Wir werden in ......heiraten.
A
einem Monat
B
einen Monat

Slide 11 - Quiz

Er stellt seine Tasche neben ....
A
dem Schrank
B
den Schrank

Slide 12 - Quiz

Ich bin müde. Ich gehe heute früh in ...
A
meinem Bett
B
mein Bett

Slide 13 - Quiz

Vor ..... war meine Tochter krank.
A
einer Woche
B
eine Woche

Slide 14 - Quiz

Ich suche meine Schlüssel. Liegen sie in ....
A
der Küche
B
die Küche

Slide 15 - Quiz

Ich habe an ....Geburtstag.
A
einem Sonntag
B
einen Sonntag

Slide 16 - Quiz

Ich laufe in ..... von unten nach oben.
A
meinem Haus
B
mein Haus

Slide 17 - Quiz

Aufgabe 6

Slide 18 - Diapositive

Aufgabe 7 bis 9 +12

Slide 19 - Diapositive


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof

Slide 20 - Sondage