hst 2 paragraaf 4 "wolken en onweer"

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen vandaag?

• Huiswerk check 
• Korte herhaling 2.3
• Leerdoelen 2.4
• Uitleg 2.4
• Leuke filmpjes 
• Zelfstandig werken 
• Huiswerk Opschrijven
• Afsluiten

Huiswerk check

Herhaling vorige paragraaf

Pak je Ipad erbij

Bestaat er een lagere temperatuur dan 0K

1. ja
2. nee

Bereken de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 1880 Celsius is

1. 2153
2. 1607
3. 1880
4. kan niet

Bereken de temperatuur in graden Celsius als de temperatuur 200 K is

1. -73
2. 473
3. 73
4. kan niet

Wat is het koudste ?

1. 10 graden celsius
2. 273 Kelvin

Par 2.4 "wolken en onweer"

paragraaf 4

Wolken en onweer

leerdoelen

• Je kunt:

-  bepalen waarvan het dauwpunt afhangt
-  uitleggen hoe stapel wolken onstaan
- het verschil beschrijven tussen mooi weer en onweer. 
- uitleggen hoe bliksem en donder ontstaan. 

Nu eerst een filmpje over neerslag 

Let goed op !

0

Dauwpunt

De temperatuur waarbij waterdamp 

in de lucht gaat condenseren heet 

het dauwpunt. 

 

Stapelwolken ontstaan door 

warme lucht die uitzet. 

Bij het dauwpunt 

gaan de lucht condenseren 

(vlakke onderkant) maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.

0

MooiWeerWolken

SlechtWeerWolken

Statische lading

• Elektrische lading komt voor op twee manieren, positief en negatief.
• Elektrische lading kan ontstaan door wrijving.
• als de lading ontstaat door wrijving noemen we dat 

       statische elektriciteit

• Kijk voor uitleg naar het volgende filmpje
  

Denk om die statische elektriciteit!!!!

Hoe werkt die bliksemafleider??

En nu zelfstandig aan het werk

Maak de opdrachten van 2.4

Klaar?

Maak test jezelf van 2.4

Gl: opdrachten 1 t/m 9

Kader: opdrachten 1 t/m 12

Ga aan het werk met de opdrachten. Deze heb je in de les af, zo niet in je eigen tijd inhalen. Test jezelf wordt huiswerk, hier mag je vast mee beginnen als je in de les al klaar bent met de opdrachten.

Eerste 10 min zelfstandig (in stilte) werken, daarna zachtjes fluisteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.