Erfelijkheid 7 (BS 4 intro)

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Uitleg BS 4
         - Geslachtschromosomen
         - Opdr. 44 bespreken
- Weektaak

Slide 2 - Diapositive

Bij een bepaalde bloem zijn ronde bladeren recessief en geknipte bladeren dominant. Twee heterozygote planten worden gekruist. Welk percentage heeft ronde bladeren?
A
25%
B
0%
C
50%
D
100%

Slide 3 - Quiz

Monohybride kruising

Slide 4 - Diapositive

Chromosomen
  • liggen in de celkern
  • komen in paren voor
  • Op chromosomen ligt informatie voor erfelijke eigenschappen, dat noem je een gen
  • bestaan uit DNA ketens

Slide 5 - Diapositive

Aantal chromosomen
  • Lichaamscellen: 46 chromosomen
  • Spermacel en eicel smelten samen tot nieuw individu met 46 chromosomen
  • Dus geslachtscel heeft 23 chromosomen.  

Slide 6 - Diapositive

Hoe komt geslacht tot stand?

Slide 7 - Diapositive

Geslachtschromosomen
De man kan ofwel een X ofwel een Y chromosoom doorgeven. Een man is namelijk XY. 
Een vrouw kan alleen een X doorgeven. 

Slide 8 - Diapositive

Welke van de vier beweringen over geslachtschromosomen is juist?
A
geslachtschromosomen komen voor in alle cellen
B
Geslachtschromosomen komen alleen voor in voortplantingscellen
C
Alle chromosomen in een voortplantingscel zijn geslachtschromosomen
D
Alle chromosomen in alle cellen van de voortplantingsorganen zijn geslachtschromosomen

Slide 9 - Quiz

Hoeveel chromosomen in een lichaamscel?
A
23
B
46
C
48
D
96

Slide 10 - Quiz

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
Gewone lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 11 - Quiz

Is cel 1 een lichaamscel of geslachtscel? en van een man of vrouw?
A
Lichaamscel, vrouw
B
Lichaamscel, man
C
Geslachtscel, vrouw
D
Geslachtscel, man

Slide 12 - Quiz

Een jongen is XY. Dit X chromosoom komt van...
A
De moeder
B
De vader
C
Vader of moeder

Slide 13 - Quiz

Opdracht 44
Bij bijen wordt het geslacht op een andere manier bepaald dan door geslachtschromosomen. De mannetjes (darren) ontwikkelen zich uit onbevruchte eicellen. Vrouwelijke bijen ontstaan uit bevruchte eicellen. Voor bijen geldt n = 16. 

(dus betekent: onbevruchte eicellen = 16 chromosomen)


Slide 14 - Diapositive

Bij bijen wordt het geslacht op een andere manier bepaald dan door geslachtschromosomen. De mannetjes (darren) ontwikkelen zich uit onbevruchte eicellen. Vrouwelijke bijen ontstaan uit bevruchte eicellen. Voor bijen geldt n = 16. Dus een dar heeft 16 chromosomen. .

Hoeveel chromosomen bevat de kern van een pootcel van een koningin?
A
8
B
16
C
32
D
64

Slide 15 - Quiz

Honden hebben twee allelen voor vachtkleur. B (bruin) en b (licht). Een fokker met een bruine hond wil weten of deze heterozygoot is. Waarmee moet hij kruisen?

Slide 16 - Question ouverte