Week 4/week 5

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

First lesson

What are we going to do?

1. introduction, repeat grammar and learning

2. Listening page 162.. ex. 37,38,39,40

3. Finish class

learning: homework:

Vocab A,C,F and theme words + stone 7

second lesson

What are we going to do?

1. introduction...

2. check some learning

3. GRAMMAR tb page 157/158/181

show short video/make notes

* some/any ex, 29 d, 30

* meervoud  ex.31

4. evaluation

SOME/ANY = enkele, wat (bladzijde 157)

Wanneer gebruik je some en any?

1. Any gebruik je alleen bij negatieve zinnen (met not) en met vragende zinnen (?)

2. andere zinnen dus: SOME

Uitzondering: je krijgt SOME in een vragende zin als het antwoord JA is.

Can I have SOME water ? (antwoord is altijd ja)

PLURAL= meervoud (bladzijde 158)

voorbeeld: 1 boek- 2 boeken (1 book - 2 books)

1. Hoofdregel   -S- achter het zelfstandignaamwoord

2. -ES- achter woorden met s of S Klank :(bus-buses)

3. - ES- klinker + o: (hero-heroes)

4. Y wordt - ies -: (party-parties)

Third and fourth lesson

What are we going to do?

1. Introduction

2. check learning...

3. Next week's homework: learn all vocab theme 3 + stone 7,8 (discuss)

4. READING tb page 165 (read together). check ex. homework

5. H. tb page 169 (ordering something in a restaurant) stone 9

www.youtube.com

www.engelsgemist.nl

Next week's homework

learn( ook in magister zetten)

All vocab chapter 3

+ 

stone 7,8

Week 5/6

1. uitleggen some/any + plural

2. + I page 172, 173 ( this that these those)

ex. to make: ex 53,54

+ oefenbladen

NOA/SVEN grammar uitleggen (ivm ziekte) TEST ?

aanwijzende voornaamwoorden =

this that these those (textbook page 173, 181)

this book = enkelvoud dichtbij

that book = enkelvoud verreweg

these books = meervoud dichtbij

those books = meervoud verreweg 

next week test!

Test chapter 3

learn:

all vocab (page 178,179)

stones (180)

grammar (181, 172, 157,158)

+ oefeningen (werkbladen)

+ aantekeningen 

(Do slim stampen)

PRETEST

1. buy (vertaal naar het Nederlands)

2. disgusting (vertaal naar het Nederlands)

3. stomach (vertaal naar het Nederlands)

4. varken (vertaal naar het Engels)

5. lekker (vertaal naar het Engels)

6. knoflook (vertaal naar het Engels)

PRETEST

1.  Zou ik wat fruit mogen, alstublieft? (vertaal)

2. Het kost één pond zestig. (vertaal)

3. Schrijf de regel op voor : some/any

4. schrijf de regel op voor: plural (regelmatige) of geef voorbeelden

5. schrijf de regel op voor: welke aanwijzende voornaamwoorden ken je en leg het verschil uit.