Suggesties voor sprookjesopdrachten

Suggesties voor sprookjesopdrachten

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen...

• een sprookje hervertellen met een eigen unieke draai.
• samenwerken om een sprookje te illustreren.
• de normen en waarden identificeren die in sprookjes voorkomen.
• een discussie voeren over de normen en waarden die in sprookjes worden gepresenteerd.

Wat weet je al over sprookjes?

Het creatief schrijven en illustreren van sprookjes

Opdrachten gericht op het ontwikkelen van vaardigheden zoals creatief schrijven, tekenen, brainstormen in groepsverband.

Het begrijpen van de structuur van sprookjes

Analyseren en hervertellen van sprookjes, waarbij leerlingen in groepjes werken aan een eigen versie van een klassiek verhaal.

Kritisch denken over normen en waarden in sprookjes

Analyseren van normen en waarden in sprookjes, formuleren van stellingen hierover en reflecteren op de betekenis van deze waarden in hun eigen leven.

Brainstormen in groepsverband

Samen ideeën genereren en delen om een eigen versie van een sprookje te creëren.

Presenteren en feedback geven

Leerlingen presenteren hun hervertelde sprookjes en geven feedback op elkaars werk.

Reflecteren op persoonlijke normen en waarden

Diep nadenken over de normen en waarden die in sprookjes voorkomen en hoe deze van toepassing zijn in hun eigen leven.

Definitielijst

Sprookje: een fictief verhaal, vaak met magische elementen, dat een les of waarde overbrengt.
Normen en waarden: de principes en overtuigingen die het gedrag van mensen en hun oordelen over wat goed en slecht is, beïnvloeden.
Creatief schrijven: het proces van het schrijven van originele teksten die gebruik maken van de verbeelding.
Illustreren: het creëren van visuele beelden die een verhaal of concept weergeven.
Kritisch denken: het objectief analyseren van feiten om tot een oordeel te komen.
Brainstormen: een groepsactiviteit waarbij deelnemers ideeën genereren en delen.
Presenteren: het openbaar maken van informatie of ideeën, vaak voor een publiek.
Reflecteren: diep nadenken over bepaalde onderwerpen, vaak met als doel persoonlijk inzicht te verkrijgen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.