Verhalend, informerend of waarderend?
A. Instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen
B. Delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
C. Overtuigen door een standpunt met argumenten te onderbouwen
D. Een zaak of verschijnsel beschrijven en ordenen
E. Evalueren van een boek, film, toneelstuk, muziekstuk, product, service, etc.
F. Vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen
G. Een verschijnsel of gebeurtenis verklaren en uitleggen
H. Een onderwerp vanuit een of meer gezichtspunten bekijken.