2.b: Tekstsoorten

Doelen van deze les
Na vandaag weet je:

  • Wat voor tekstsoorten er zijn en hoe je deze kunt herkennen en gebruiken
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Doelen van deze les
Na vandaag weet je:

  • Wat voor tekstsoorten er zijn en hoe je deze kunt herkennen en gebruiken

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Ik weet welke verschillende soorten teksten er zijn.
  • Ik kan soorten teksten en hun kenmerken herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Maar eerst even terug naar de vorige les...

Slide 3 - Diapositive

Wat is een broodjeaapverhaal??

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn verhalen?

Verhaal --> vertelsel van al dan niet verzonnen gebeurtenissen, met als doel vermaken, boeien of soms leren. 
Sterk verhaal --> een verhaal met zoveel erbij verzonnen, dat het niet meer geloofwaardig is.
Broodjeaapverhaal --> sensationele verhalen die vaak inspelen op angsten en vooroordelen van mensen, maar die toch echt zouden kunnen zijn gebeurd. 

Slide 5 - Diapositive

Welke drie functies van verhalen ken je?

Slide 6 - Question ouverte

Functies van verhalen

Wereld leren begrijpen. 
Levenslessen delen.
Verschillende soorten thema's. 

Slide 7 - Diapositive

Je leert vandaag over 3 tekstsoorten:

Slide 8 - Diapositive

Verhalende teksten
Tekstsoort 1
  • Vertelling --> delen van een persoonlijke ervaring 
       Bijvoorbeeld: dagboek, autobiografie

  • Verhaal --> amuseren of tot nadenken aanzetten door een verhaal te verzinnen 
    (roman, mop, sprookje, gedicht)
Zowel waargebeurd als verzonnen
Het gaat om personages, gebeurtenissen en gevoelens.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Informerende teksten
Tekstsoort 2

  • Voorbeeld ---> Nieuwsberichten, schoolboek, werkstuk, gebruiksaanwijzing, recept.

Het gaat om feiten, wat er echt is gebeurd

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Waarderende teksten
Tekstsoort 3

  • Voorbeeld ---> betoog, review, protest, debat, boekrecensie



Het gaat om meningen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Kortom, je kent nu deze drie tekstsoorten:

Slide 15 - Diapositive

Tekstsoorten
Verhalende teksten
De schrijver wil je vermaken of tot nadenken aanzetten. Hij wil je als lezer meeslepen in het verhaal en je laten inleven in personages. Gevoelens en emoties spelen een belangrijke rol. Fantasie en fictie mogelijk. 
Roman, sprookje, sciencefiction, strip, gedicht, liedje, verhaal bij kampvuur. 
Informerende teksten
Gaat om feiten. Schrijver wil je betrouwbare informatie geven. 
Krantenberichten, schoolboek, werkstuk, gebruiksaanwijzing, uitnodiging, recept. 
Waarderende teksten
De schrijver geeft antwoord op wat hij ergens van vindt of wat hij erover kan denken. Het doel is om zijn oordeel te geven. Hij kan proberen de lezer te overtuigen van zijn mening, maar hij kan ook verkennen welke meningen er allemaal zijn of beschrijven hoe hij iets heeft ervaren. 
Boekrecensie, protest, discussie, debat. 

Slide 16 - Diapositive

Lees onderstaande beginzin. Van welke tekstsoort vormen ze het begin?

"Het museum is tussen 9:00 en 17:00 uur geopend."
A
Verhalend
B
waarderend
C
informerend

Slide 17 - Quiz

Lees onderstaande beginzin. Van welke tekstsoort vormen ze het begin?

"Roxanne zat op de bank, met haar benen opgetrokken onder een plaid, en keek soms naar de televisie, en soms naar buiten."
A
Verhalend
B
waarderend
C
informerend

Slide 18 - Quiz

Lees onderstaande beginzin. Van welke tekstsoort vormen ze het begin?

"Stop met het drinken van frisdrank en energiedrankjes voor het behoud van je tanden."
A
Verhalend
B
waarderend
C
informerend

Slide 19 - Quiz

Welke tekstsoort?

Slide 20 - Question ouverte

Welke tekstsoort?

Slide 21 - Question ouverte

Welke tekstsoort?

Slide 22 - Question ouverte

Heb je nog extra uitleg nodig of heb je nog vragen?
Ja
Nee

Slide 23 - Sondage

Even opfrissen...

Slide 24 - Diapositive

Welke drie tekstsoorten zijn er?

Slide 25 - Carte mentale

Wat weet je nog?
Verhalende tekstsoorten
vertelling - verhaal

Informerende tekstsoorten
verslag/rapport - procedure - verklaring/uiteenzetting - oproep/verzoek

Waarderende tekstsoorten
betoog - recensie - beschouwing

Slide 26 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een verhalende tekst?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van een waarderende tekst?

Slide 29 - Question ouverte

Het delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
A
verhalende tekstsoort
B
informerende tekstsoort
C
waarderende tekstsoort

Slide 30 - Quiz

Mensen overtuigen door een standpunt met argumenten te onderbouwen
A
verhalende tekstsoort
B
informerende tekstsoort
C
waarderende tekstsoort

Slide 31 - Quiz

Een verschijnsel of gebeurtenis verklaren en uitleggen.
A
verhalende tekstsoort
B
informerende tekstsoort
C
waarderende tekstsoort

Slide 32 - Quiz

Evalueren (bespreken) van een boek, film, toneelstuk, product, etc.
A
verhalende tekstsoort
B
informerende tekstsoort
C
waarderende tekstsoort

Slide 33 - Quiz

Vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen.
A
verhalende tekstsoort
B
informerende tekstsoort
C
waarderende tekstsoort

Slide 34 - Quiz

Een instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen
A
verhalende tekstsoort
B
informerende tekstsoort
C
waarderende tekstsoort

Slide 35 - Quiz

Verhalend, informerend of waarderend?
A. Instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen
B. Delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
C. Overtuigen door een standpunt met argumenten te onderbouwen
D. Een zaak of verschijnsel beschrijven en ordenen
E. Evalueren van een boek, film, toneelstuk, muziekstuk, product, service, etc.
F. Vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen
G. Een verschijnsel of gebeurtenis verklaren en uitleggen
H. Een onderwerp vanuit een of meer gezichtspunten bekijken.

timer
3:00
Beantwoord eerst individueel de vragen, overleg daarna met je buurman/buurvrouw of je hetzelfde hebt opgeschreven!

Slide 36 - Diapositive

Verhalend, informerend of waarderend?
A. Informerend
B. Verhalend
C. Waarderend
D. Informerend
E. Waarderend
F. Verhalend
G. Informerend
H. Waarderend

Slide 37 - Diapositive

Aan de slag! 
H2. Kracht van verhalen
B. Tekstsoorten, blz. 28
Lezen: HB blz. 44/45
Maken: opdracht 3, 5 t/m 8

Klaar? 
Ga dan je woordenlijst leren en oefenen óf lezen in Gegijzeld!

Slide 38 - Diapositive