1.4 subculturen

1.4 Acculturatie en subculturen 
  • Je kunt onderscheid maken tussen de dominante, sub en tegencultuur.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen acculturatie en enculturatie en ze herkennen in een bron.
  • Je kunt benoemen welke functies socialisatie heeft.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

1.4 Acculturatie en subculturen 
  • Je kunt onderscheid maken tussen de dominante, sub en tegencultuur.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen acculturatie en enculturatie en ze herkennen in een bron.
  • Je kunt benoemen welke functies socialisatie heeft.

Slide 1 - Diapositive

Vul aan!
Trump vindt dat Harris niet betrouwbaar is omdat ze zichzelf eerder vooral identificeerde als Indiase en nu stelt dat ze bij de groep 'zwarten' hoort. Het gaat daarbij om het aspect 1)... identiteit. Andere aspecten van identiteit zijn 2)... waarbij het gaat om het zelfbeeld, en collectieve identiteit, waarbij het gaat om het beeld van een 3)... waar je al dan niet bij hoort.

Trump wil Amerikaanse burgers socialiseren, hij is hier namelijk aan het 4)... dat Harris niet betrouwbaar is en hoopt dat mensen dat idee verwerven. Als mensen een bepaald idee ergens over hebben en dat verwerven, wordt het onderdeel van hun cultuur. In dit geval gaat het om het verwerven van een 5)... (kies hier uit VOUWN) want mensen delen dan hetzelfde idee. 

Slide 2 - Diapositive

Cultuur = Het geheel van voorstelling, opvattingen, uitdrukkingsvormen, waarden en normen die mensen binnen een groep of samenleving verworven hebben. 


Dominante cultuur = met de meerderheid gedeeld.
Subcultuur = wijken licht af van dominante cultuur.
Tegencultuur = verzetten tegen de dominante cultuur of vormen bedreiging.
soorten cultuur

Slide 3 - Diapositive

Cultuur

V
O
U
W
N
Binnen een groep of samenleving verworven.


Acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur dan waar je in bent opgegroeid.

Enculturatie: Het aanleren en verwerven van de cultuur waar je in bent opgegroeid. 

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 
  • Bekijk het filmpje
  • Schrijf tenminste 2 onderdelen van de Nederlandse dominante cultuur op 
  • Schrijf bij elk onderdeel op om welk element van cultuur het gaat (vouwn)  

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Functies van socialisatie 
  1. Continueren van cultuur 
  2. Veranderen van cultuur 
  3. Identificatie met groepen
  4. Ontwikkelen van identiteit
  5. Gedrag voorspelbaar maken 

Slide 7 - Diapositive

1. Het continueren van cultuur
  • Een cultuur moet van generatie op generatie overgegeven worden om niet verloren te gaan.
  • Op deze manier wordt een cultuur in stand gehouden.


Slide 8 - Diapositive

2. Het veranderen van cultuur
  • Nieuwe inzichten, nieuwe technologische ontwikkelingen, maatschappelijke gebeurtenissen zorgen dat er veranderingen optreden in een cultuur.
  • Cultuur is relatief: tijd/plaats afhankelijk.

Slide 9 - Diapositive

3. Identificatie met groepen
  • Je verbonden voelen met een groep en de daarbij horende cultuur.

  • Je hebt het gevoel dat je bij een 
groep hoort (groepslidmaatschap).

Slide 10 - Diapositive

4. Ontwikkelen van de identiteit van een individu
  • Gedurende je hele leven kom je verschillende socialisatoren tegen die invloed uitoefenen.
  • Hierdoor word jij de persoon die je bent, je kunt jezelf ontwikkelen door de invloed van anderen.

Slide 11 - Diapositive

5. Gedragsregulerende functie
  • Door deze functie weten we wat we in bepaalde situaties kunnen verwachten, hier kun je je naar gedragen.
  • Dat is prettig, omdat het kaders schept van waaruit we handelen.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Hoofdstuk 1: de samenleving en ik 
1: identiteit (alle onderdelen definitie, aspecten)
2: socialisatie (alle onderdelen definitie, socialisatoren, internalisatie, nature en nurture)
3: cultuur (alle onderdelen definitie, immaterieel en materieel)
4. dominante, sub en tegencultuur, acculturatie en enculturatie, functies van socialisatie
SO vrijdag 20 september

Slide 16 - Diapositive

Weektaak opdrachten
 1.3: opdrachten 11, 12 en 14
1.4: opdrachten 17 en 18

Slide 17 - Diapositive