A0 - A1 - Wat zeg je?
Je buurman is geslaagd voor zijn rij-examen.
A
Succes
B
Gefeliciteerd
C
Beterschap
1 / 10
Éléments de cette leçon
Je buurman is geslaagd voor zijn rij-examen.
A
Succes
B
Gefeliciteerd
C
Beterschap
Slide 1 - Quiz
Je zus gaat trouwen
A
Succes
B
Gefeliciteerd
C
Beterschap
Slide 2 - Quiz
De moeder van je vriend is overleden
A
Gecondoleerd
B
Gefeliciteerd
C
Beterschap
Slide 3 - Quiz
Je vriend moet naar het ziekenhuis voor een operatie
A
Gecondoleerd
B
Sterkte
C
Beterschap
Slide 4 - Quiz
Je bent gezakt voor je rij-examen
A
Balen!
B
Sterkte
C
Beterschap
D
Gefeliciteerd
Slide 5 - Quiz
Je collega gaat ziek naar huis
A
Balen!
B
Sterkte
C
Beterschap
D
Gefeliciteerd
Slide 6 - Quiz
De vrouw van je collega is erg ziek en wordt niet meer beter
A
Balen!
B
Sterkte
C
Beterschap
D
Gefeliciteerd
Slide 7 - Quiz
Je vriend heeft zijn been gebroken
A
Balen!
B
Sterkte
C
Beterschap
D
Gefeliciteerd
Slide 8 - Quiz
Je buurvrouw heeft een baby gekregen
A
Balen!
B
Sterkte
C
Beterschap
D
Gefeliciteerd
Slide 9 - Quiz
Je vader heeft een nieuwe baan
A
Balen!
B
Sterkte
C
Beterschap
D
Gefeliciteerd
