zeg t eens 17 3

• NT2
• ISK

Luister

Wat heb je gehoord?

Luister nog een keer

en lees mee.

Schrijf de

moeilijke woorden in je schrift en vertaal ze.

Welke woorden vind je

moeilijk? Praat met de anderen over deze woorden.

Lees nog een keer met elkaar.

Bespreek in je eigen groepje

Wat zegt Daan? Wat is er aan de hand?

Sinds wanneer heeft Daan hoofdpijn?

Heeft Daan altijd last van hoofdpijn?

Gaat Daan vaak naar buiten?

Slaapt Daan goed?

Kijkt Daan veel televisie?

- Maak opdracht B, C, D en E

- Bespreek de antwoorden met elkaar.

- Maak opdracht F. 

Bespreek weer de antwoorden met elkaar.

- Luister

- Wat hoor je?

- Luister nog een keer

- Bespreek de taalrap 

in je groepje.

-Schrijf op:

Wie zijn deze mensen?

Wat is er met de patiënt?

In het begin heeft de patiënt geen pijn. Wat betekent verschrikkelijk zeer?

Taalrap

- Schrijf de antwoorden in je schrift. Werk samen.

- Bespreek de antwoorden en lever bij mij in.

Lees, vertaal en vertel aan elkaar: 

Wat betekent meestal en wat doe je haast nooit?

- Maak de werkbladen

- Lever bij mij in.

Klaar? Ga Diglin, Lowan of Disk doen.