Slavernij & Transatlantisch slavenhandel

Slavernij
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slavernij

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 
Je kunt uitleggen hoe de slavenhandel ontstond.  



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1621 WIC

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WIC 
- West-Indische Compagnie 
- Doel: 
  •  Spaanse/Engelse schepen veroveren
  • Slavenhandel 
  • Amerika

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De WIC
- WIC bezat kolonies met plantages.
  • Antillen en Suriname.
- Slaven moesten werken op plantages. 
- Transatlantische slavenhandel 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: levende kaart 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slaven worden gevangen genomen in Afrika.
en verkocht aan Europeanen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
  • Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Slavenmarkten

  • De tot slaaf gemaakten die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de tot slaaf gemaakten 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Je kocht  een mens voor een paar duizend euro omgerekend







Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Op de plantages

  • Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
  • Ze werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen tot slaaf gemaakten: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze tot slaaf gemaakten werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkblad
Ga naar https://www.canonvannederland.nl/nl/vensterplaten/vensterplaat-slavernij.
Bekijk de vensterplaat en klik op de bolletjes.
Beantwoord de vragen van het werkblad.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke rol speelde Nederland in de slavernij?

We bekijken de site: 
https://npokennis.nl/story/28/welke-rol-speelde-nederland-in-de-slavernij

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een instructie schrijven

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je weet hoe je jouw instructie aanpast zodat hij beter wordt
  • Je levert een betere instructie in

Slide 21 - Diapositive

Bron: www.flicker.com ; Max Baars
Opdracht 1
Voor de onderstaande opdracht krijg je 3 minuten
de tijd.

  • Vouw een papieren vliegtuig.

Slide 22 - Diapositive

Geen instructie!
Een instructie
  • De vliegtuigjes zijn niet allemaal gelijk, omdat er geen uitleg gegeven is over hoe en in welke volgorde je een vliegtuigje moet vouwen. Je noemt  deze uitleg een instructie.

  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1c
Nog een keer

Vouw een vliegtuigje volgens de instructie die je hiernaast ziet.

Slide 24 - Diapositive

Bron: https://nl.123rf.com via Google
Checklist instructie schrijven

  1. Leg je informatie in een logische volgorde in stappen uit.
  2. Maak de stappen herkenbaar door gebruik te maken van cijfers, bolletjes of streepjes.
  3. Voeg een ingrediëntenlijst of benodigdhedenlijst toe als dat nodig is.



  4. Maak gebruik van volgordewoorden zoals: eerst, daarna, vervolgens, ten slotte.
  5. Begin de verschillende stappen met werkwoorden, doe-woorden, zoals: pak, neem, maak, leg, bak, enz.
  6. Bedenk een titel die goed past bij je instructie.
  7. Gebruik korte zinnen.


Slide 25 - Diapositive

Bron: www.flicker.com ; KatjaLinders
Opdracht 2
Je gaat nu zelf een instructie schrijven.
Je mag kiezen uit de onderstaande opdrachten.
Je schrijft een instructie voor:
  • je opa/oma over hoe je een Whats app bericht moet sturen, met een emoticon;
  • een klasgenoot over hoe je een fietsband moet plakken;
  • een kind van 8 jaar over hoe je het spel kwartetten speelt;
  • een volwassene over hoe je op de fiets naar school komt (je route).




Slide 26 - Diapositive

Bekijk voordat je gaat schrijven nog een keer het 'Stappenplan instructie schrijven' op de vorige slide.

 Vergeet niet: pas je taalgebruik aan aan je doelgroep en zorg voor een aantrekkelijke lay-out.
Samenvatting
  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft.
  • De meeste zinnen in een instructie beginnen met een werkwoord, doe-woord.
  • Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes, zorg voor een mooie verdeling over je papier.
  • Schrijf geen overbodige informatie bij een instructie, gebruik korte en duidelijke zinnen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen behaald?
  • Je weet wat een instructie is.
  • Je weet hoe je een instructie moet schrijven.

Slide 28 - Diapositive

Bron: www.flicker.com ; Max Baars
Een instructie schrijven

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je weet hoe je jouw instructie aanpast zodat hij (nog) beter wordt
  • Je levert een betere instructie in

Slide 30 - Diapositive

Bron: www.flicker.com ; Max Baars
Verbeteren
S = Spelling
I = Interpuntie
Z = Zinsbouw
Staat er niet één van deze letters? Dan ontbreekt er een onderdeel uit de opdracht. Lees het opdrachtblad opnieuw en pas aan.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gluren bij de buren
  • Wissel je instructie uit met een klasgenoot.
  • Kijk bij de instructie van de ander of alle punten zijn aangepast

Slide 32 - Diapositive

Bron:www.123rf.com via Google

Vraag een nakijkblad van je docent.
Doelen behaald?
  • Je weet hoe je jouw instructie aanpast zodat hij (nog) beter wordt
  • Je levert een betere instructie in

Slide 33 - Diapositive

Bron: www.flicker.com ; Max Baars