H5.1BC

Welkom!

Log in bij lessonUp met de code

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Log in bij lessonUp met de code

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen voor deze les
  • Je kunt vermenigvuldigen met decimale getallen. 
  • Je kunt afronden op een gegeven aantal decimalen 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Komma verschuiven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken (komma verschuiven):
5,21 x 100
A
521
B
52100
C
0,00512
D
500,21

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken (komma verschuiven)
5,21 : 10
A
52,1
B
0,0521
C
0,521
D
521

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken (komma verschuiven)
5,21 : 100
A
52,1
B
0,0521
C
0,521
D
521

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9600 : 1000 =

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels afronden
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dus:
Het weglaten van een aantal decimalen noem je 

Afronden
0 1 2 3 of 4
Staat er op de plek van het vraagteken een 
0 1 2 3 of 4 dan wordt het 587,25
Onderstaand getal gaan we afronden op 2 decimalen

587,25?37
5 6 7 8 of 9
Staat er op de plek van het vraagteken een 5 6 7 8 of 9 dan wordt het
587,26

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

9,294 32 = 9,294
Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

12,54 98 = 12,55
Rond af op 2 decimalen:
12,5498

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Slide 14 - Diapositive

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.
Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

164,0 487 = 164,0
Rond af op 1 decimaal:
164,0487

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

89, 823 = 90
Rond af op een heel getal:
89,823

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond af op honderdtallen:
345

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

345 = 300


Rond af op honderdtallen:
345

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

11400 = 11000


Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

19500 = 20000

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les rekenmachine nodig

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions