H5.3 Actief op de arbeidsmarkt

5.3 Actief op de arbeidsmarkt (deel 1)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.3 Actief op de arbeidsmarkt (deel 1)

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over ondernemingsvormen

Slide 2 - Question ouverte

5.3 Actief op de arbeidsmarkt (deel 1)
Deze les:
  • De arbeidsmarkt
  • Werkgelegenheid
  • Beroepsbevolking
  • Werkloosheid

Slide 3 - Diapositive

Arbeidsmarkt
  • het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid
  • vraag naar arbeid komt van werkgevers
  • aanbod van arbeid komt van werknemers
Werkgelegenheid:
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid (vraag naar arbeid)
Beroepsbevolking
5.3 Actief op de arbeidsmarkt (deel 1)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Beroepsbevolking
  • iedereen van 15 tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is
  • wanneer neemt de beroepsbevolking toe?
  • wanneer neemt de beroepsbevolking af?
5.3 Actief op de arbeidsmarkt

Slide 6 - Diapositive

Werk
Formele sector = wit werk
Informele sector = zwart of grijs werk
Zwart werken is strafbaar
Grijs werk is bv het huishouden of vrijwilligers werk

Slide 7 - Diapositive

Een arbeidsmarkt waarin de vraag naar personeel groter is dan het aanbod ervan.
A
een krappe arbeidsmarkt
B
een ruime arbeidsmarkt

Slide 8 - Quiz

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
werkgevers
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 9 - Quiz

De formele sector bestaat onder andere uit
A
Werken in loondienst
B
zwart werken bij een hovenier op zaterdag
C
werken als bijbaantje bij de Jumbo
D
Werken bij papa en mama

Slide 10 - Quiz

Er is hier sprake van:
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde voor het stijgen van de werkgelegenheid?
A
Kostenbesparing - verkoopprijs daalt - afzet stijgt - werkgelegenheid stijgt
B
verkoopprijs daalt - kostenbesparing - afzet stijgt - werkgelegenheid stijgt
C
afzet stijgt - verkoopprijs daalt - kostenbesparing - werkgelegenheid stijgt
D
werkgelegenheid stijgt - afzet stijgt - verkoopprijs daalt - kostenbesparing

Slide 12 - Quiz

Aan het werk!!
Afronden de Overheid

Maken opdrachten portal
Aan het werk

Slide 13 - Diapositive