Les 2.1b Europa: migratie T2

Les 2.1b  H2/T2
Log in: L.Up en LearnB.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 2.1b  H2/T2
Log in: L.Up en LearnB.

Slide 1 - Diapositive

05 min: Start les/ absenten 
02 min: Bespreken hoofdvraag & deelvraag & lesdoelen 
15 min: uitleg/instructie
05 min: Herhalen lesdoelen
02 min: Evaluatie
25 min: Starten opdrachten &
                Verlengde instructie
01 min: afsluiting

Planning les par 2.1 b 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat ga je leren deze les.
Leerdoelen:
1. Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland.
2. Je kunt verschillende groepen migranten beschrijven.
3. Je kunt voorbeelden geven van vertrekredenen en vestigingsredenen.
4. Je kunt beschrijven hoe de migratie naar en binnen de EU er op dit moment uitziet.
5. Kan ik de begrippen die bij deze les horen benoemen
Begrippen:
Arbeidsmigranten
, Asielzoekers, Discriminatie, Gastarbeider, Gezinshereniging, Illegaal ,Kennismigranten , Koloniën, Mensenrechten, Migratie, Migratieachtergrond , Vertrekredenen, Vestigingsredenen, Vluchteling.


De theorie vind je in:
Texstboek: Par 4.1  Learnbeat: Par 2.1
 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is migratie?
A
verhuizen binnen eigen land
B
afscheiding van groepen
C
verhuizen over een bepaalde grens
D
vluchten voor een natuurramp

Slide 6 - Quiz

Wanneer heeft iemand geen migratieachtergrond?
A
Als één van de ouders in het buitenland geboren is
B
Als opa of oma in het buitenland geboren is
C
Als die persoon zelf in het buitenland geboren is
D
Als beide ouders in het buitenland geboren zijn

Slide 7 - Quiz

Vertrekredenen
Vestigingsredenen
Armoede
Werkloosheid
Discriminatie
Hoge baankans
Hoog inkomen
Goede opleidingsmogelijkheden
Beter klimaat

Slide 8 - Question de remorquage

Wie migreren er naar de EU?

► In veel EU-landen is er welvaart en veel werk, en is het veilig om er te leven. 
Daarom migreren verschillende groepen mensen naar de EU. In 2017 kwamen er 2 miljoen 
niet-EU-burgers naar de EU.

● Er komen arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld India en China. Dit zijn vaak hoogopgeleide mensen die gaan werken in de techniek of de IT . Deze kennismigranten hebben we nodig omdat er in de EU niet genoeg mensen met de juiste opleiding te vinden zijn. Ook komen er laagopgeleide arbeidsmigranten uit landen in bijvoorbeeld Afrika en Azië. Deze arbeidsmigranten mogen in de EU wonen, omdat ze werk hebben.

● Ook vluchtelingen komen naar Europa, omdat ze niet veilig zijn in hun eigen land. Bijvoorbeeld omdat er een oorlog is, of omdat de mensenrechten er niet zo goed zijn. Zij vragen asiel aan in een van de Europese landen (asiel = bescherming). Daarom noem je ze ook asielzoekers. Niet alle asielzoekers zijn vluchteling. Mensen die naar Europa komen voor werk en een beter bestaan, worden niet gezien als vluchteling. Zij hebben geen recht op asiel, hebben ook geen werk en hebben daarom geen recht om in de EU te wonen. Zij leven hier vaak illegaal, en worden illegalen genoemd.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Vluchteling
Emigrant 

Slide 11 - Diapositive

Kennismigrant 
Arbeidsmigrant 

Slide 12 - Diapositive



► De landen in West- en Noord-Europa zijn rijker en de lonen zijn er hoger dan in 
Oost- en Zuid-Europa. Daarom migreren er ook mensen binnen de EU . 
Dit zijn vooral arbeidsmigranten.

● Vooral uit Oost-Europa migreren mensen naar West- en Noord-Europese landen om er laagbetaald werk te doen, bijvoorbeeld in de landbouw of als vrachtwagenchauffeur. 
Maar ook hoogopgeleide mensen uit Oost- en Zuid-Europa, bijvoorbeeld tandartsen en IT-deskundigen, migreren naar West- en Noord-Europese landen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Iemand die verhuist naar een andere woonplaats of een ander land om daar te werken.
Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om te werken
Iemand die vertekt uit een gebied of land 
Iemand die vanwege bijvoorbeeld oorlog vertrekt uit zijn regio of ander land 
Emigrant 
Arbeidsmigrant
Kennismigrant
Vluchteling

Slide 15 - Question de remorquage

Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om daar te werken
A
vluchteling
B
kennismigrant
C
gastarbeider
D
asielzoeker

Slide 16 - Quiz

Hoe noemen we een arbeidsmigrant die een korte tijd in een ander gebied woont om daar te werken?
A
kennismigrant
B
toerist
C
emigrant
D
seizoensmigrant

Slide 17 - Quiz

Een Amerikaan die naar Nederland komt om bij een bepaald bedrijf te werken, noemen we een:


A
gastarbeider
B
vluchteling
C
asielzoeker
D
kennismigrant

Slide 18 - Quiz

Welke groep krijgt makkelijk een visum?
A
Vluchtelingen
B
Studenten
C
Kennismigranten
D
Asielzoekers

Slide 19 - Quiz

I. Kennismigranten hebben vaak een hoge opleiding.
II. Een politieke vluchteling is een migrant.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 20 - Quiz

I. Een kennismigrant is een hoogopgeleide gastarbeider.
II. Een vluchteling is een migrant.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 21 - Quiz

V7: Aardrijkskundige dimensies   (voor vraag 5)


► Als je een onderwerp in een gebied onderzoekt, kun je in de aardrijkskunde op verschillende
manieren, met verschillende invalshoeken, naar dat onderwerp kijken. 
Er zijn vijf invalshoeken of dimensies. Vier daarvan gaan over wat mensen doen en denken: die hebben te maken met menselijke factoren. Eén ervan gaat over de natuur en het milieu: deze heeft te maken met natuurlijke factoren.

● Bij de economische dimensie gaat het om de economie: wat een land en de mensen die er wonen verdienen en met welk werk dat gebeurt. Het gaat bijvoorbeeld over wie eigenaren van bedrijven zijn en hoe hoog de lonen zijn. Het begrip welvaart past hierbij.

● Bij de dimensie natuur en milieu bekijk je het onderwerp vanuit de invalshoek van de natuur. De gevolgen voor de natuur hebben vaak invloed op het leven van de mensen. Denk daarbij aan het opraken van grondstoffen of de klimaatverandering. Hierbij passen natuurlijke factoren, zoals klimaat en welke planten en dieren ergens leven.

  •  De culturele dimensie
  •  De politieke dimensie
  •  De sociale dimensie

Slide 22 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd.
Leerdoelen:
Leerdoelen:
1. Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland.
2. Je kunt verschillende groepen migranten beschrijven.
3. Je kunt voorbeelden geven van vertrekredenen en vestigingsredenen.
4. Je kunt beschrijven hoe de migratie naar en binnen de EU er op dit moment uitziet.
5. Kan ik de begrippen die bij deze les horen benoemen

Begrippen:
Arbeidsmigranten , Asielzoekers, Discriminatie, Gastarbeider, Gezinshereniging, Illegaal ,Kennismigranten , Koloniën, Mensenrechten, Migratie, Migratieachtergrond , Vertrekredenen, Vestigingsredenen, Vluchteling.
 

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
Je gaat verder aan de slag met de opdrachten van §2.1 in Learnbeat.
Huiswerk:
maken opdrachten: 5b,c,d, 6, 7, en 8a t/m f
(Vraag 5: alleen economische en natuur en milieu leren.)
Van herhaling: vraag 3en 4 (leerdoelen.)

Slide 24 - Diapositive