Entree - Thema Kiezen les 2

Terugblik




Welke mensenrechten vind jij het belangrijkst?

Maak een top 3.
Inleveropdracht:
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Terugblik




Welke mensenrechten vind jij het belangrijkst?

Maak een top 3.
Inleveropdracht:

Slide 1 - Diapositive

Mensenrechten

Slide 2 - Diapositive

Alles kan je worden afgenomen, behalve één ding:
de vrijheid om je reactie te kiezen, ongeacht de omstandigheden waarin je je bevindt.
Viktor Frankl

Slide 3 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen hoe je iemand met respect kunt behandelen.
  • Je kunt voorbeelden geven van asociaal gedrag.
  • Je weet dat andere mensen invloed hebben op de keuzes die je maakt.
  • Je weet dat jij invloed kunt hebben op de keuzes die andere mensen maken.

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent respect voor jou?

Slide 5 - Question ouverte

Respectloos......................Respectvol

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Asociaal gedrag is....

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Van foute vrienden word jij ook fout.
Leg het in eigen woorden uit:

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Vrijheid betekent:
A
Iets wat je moet doen.
B
Rekening houden met andere mensen.
C
Je eigen keuzes kunnen maken.

Slide 12 - Quiz

Mening betekent:
A
Iets wat je mag doen of mag hebben
B
Wat je van iets of iemand vindt.
C
Een plicht.

Slide 13 - Quiz

Vrijheid van meningsuiting:
A
Rekening houden met anderen
B
Je eigen keuzes kunnen maken.
C
De vrijheid om te zeggen wat je van iets of iemand vindt.

Slide 14 - Quiz

Recht betekent:
A
Iets wat je moet doen.
B
Rekening houden met anderen.
C
Iets wat je mag doen of mag hebben.

Slide 15 - Quiz

Plicht betekent:
A
Iets wat je mag doen.
B
Je eigen keuzes kunnen maken.
C
Iets wat je moet doen.

Slide 16 - Quiz

Kwetsen betekent:
A
Iets zeggen of doen, waardoor je anderen verdriet doet.
B
Wat je van iets of iemand vindt.
C
Rekening houden met anderen.

Slide 17 - Quiz

Asociaal gedrag betekent:
A
Iets aardigs voor iemand doen
B
Iets doen waarbij je geen rekening houdt met anderen
C
Vrijwilligerswerk doen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Check
Welke vraag heb je nog?
Zijn de leerdoelen gehaald?

Hoe vonden jullie de les?

Slide 20 - Diapositive

Hoe vond je de les?
Interessant
Niet interessant
Saai
Leuk
Geen mening

Slide 21 - Sondage