Medisch rekenen deel 1 oefentoets

Medisch Rekenen
Herhaling 
Medicatie 
mg/ml + IE/ml
     Medisch rekenen deel 1
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Medisch Rekenen
Herhaling 
Medicatie 
mg/ml + IE/ml
     Medisch rekenen deel 1

Slide 1 - Diapositive

Medisch rekenen, deel 1


Gepland week 10, periode 2.
Maar....wordt verplaatst naar week 10, periode 3!

Slide 2 - Diapositive

Welk gewicht hoort bij het product?
timer
1:00
1 kilo
1 gram
200 gram
1000 kg

Slide 3 - Question de remorquage

    
 Zet de GEWICHTEN van GROOT naar KLEIN !
kg
hg
g
dg
cg
mg
mcg

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel gram is 225 mg?
A
2,25 gram
B
22,5 gram
C
0,225 gram
D
1 gram

Slide 6 - Quiz

Hoeveel gram is 225 mg?
Van mg naar gram is naar links/boven, dus delen
Van mg naar gram is 3 stapjes, dus 1000
Van 225 mg naar gram is dus delen door 1000 =
225 : 1000 = 0,225 gram

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel ml is 0,165 dl?
A
0,0165 ml
B
1,65 ml
C
16,5 ml
D
1650 ml

Slide 8 - Quiz

Hoeveel ml is 0,165 dl?
Van dl naar ml is naar rechts/beneden, dus keer;
Van dl naar ml is 2 stapjes, dus 100;
Van 0,165 dl naar ml is dus keer 100 =
0,165 x 100 = 16,5 ml

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel liter is 1234 ml?
A
1,234 liter
B
12,34 liter
C
123,4 liter
D
12340 liter

Slide 10 - Quiz

Hoeveel liter is 1234 ml?
Van ml naar liter is naar links/boven, dus delen door;
Van ml naar liter is 3 stapjes, dus 1000;
Van 1234 ml naar liter is dus delen door 1000 =
1234 : 1000 = 1,234 liter

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel mcg is 1,29 mg?
A
12,9 mcg
B
0,00129 mcg
C
129 mcg
D
1290 mcg

Slide 12 - Quiz

Hoeveel mcg is 1,29 mg?
Van mg naar mcg is naar rechts/beneden, dus keer;
Van mg naar mcg is 3 stapjes, dus 1000;
Van 1,29 mg naar mcg is dus keer 1000 =
1,29 x 1000 = 1290 mcg

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel dl is 20 cl?

Slide 14 - Carte mentale

Hoeveel dl is 20 cl?
Van cl naar dl is naar links/boven, dus delen;
Van cl naar ml is 1 stapje, dus 10;
Van 20 cl naar dl is dus delen door 10 =
20 x 10 = 2 dl

Slide 15 - Diapositive

Gewicht omrekenen
welke zijn even zwaar?
4000 mg
0,4 kg
40.000 g
400 g
4 g
40 kg

Slide 16 - Question de remorquage

Meneer Arik krijgt paracetamol, totaal 7 dagen.
R/ Paracetamol 500 mg
S/ 4 keer daags 1000 mg
Hoeveel tabletten geef je mee?
A
7
B
28
C
56
D
500

Slide 17 - Quiz

Meneer Arik krijgt paracetamol, totaal 7 dagen.
R/ Paracetamol 500 mg
S/ 4 keer daags 1000 mg
Hoeveel tabletten geef je mee?
Per keer 1000 mg, pillen van 500 mg,
dus 1000 : 500 = 2 pillen per keer.

4 keer per dag,
dus 4 x 2 = 8 pillen per dag.

Gedurende 7 dagen,
dus 8 x 7 = 56 pillen totaal.

Slide 18 - Diapositive

Mevrouw Pershad krijgt oxycodon
R/ Oxycodon 5 mg
S/ 1-4x daags 1 capsule, gedurende 60 dagen
Hoeveel capsules geef je mee?
A
240
B
180
C
120
D
60

Slide 19 - Quiz

Mevrouw Pershad krijgt oxycodon
R/ Oxycodon 5 mg
S/ 1-4x daags 1 capsule, gedurende 60 dagen
Hoeveel capsules geef je mee?
1-4 capsules per dag.
Dan rekenen we altijd met het meeste verbruik,
dus 4 capsules per dag.

4 capsules per dag, 
gedurende 60 dagen,
dus 4 x 60 = 240 capsules totaal.

Slide 20 - Diapositive

Meneer Linssen krijgt 14 dagen Oxazepam
R/ Oxazepam 10mg
S/ 3x daags 5mg
Hoeveel pillen geef je mee?

Slide 21 - Question ouverte

Meneer Linssen krijgt 14 dagen Oxazepam
R/ Oxazepam 10mg
S/ 3x daags 5mg
Hoeveel pillen geef je mee?
Voorschrift is 5 mg
Aanwezig zijn pillen met 10 mg
V : A = 5 : 10 = 0,5 pil per keer
3 keer per dag, dus 3 x 0,5 = 1,5 pil per dag
14 dagen 1,5 pil = 14 x 1,5 = 21 pillen totaal

Slide 22 - Diapositive

Imane heeft astma en krijgt medicijnen:
R/ Salbutamol 100µg aerosol à 200 doses
S. 4x daags 2 pufjes inhaleren.
Hoeveel dagen kan Imane hiermee doen?
A
50 dagen
B
200 dagen
C
25 dagen
D
100 dagen

Slide 23 - Quiz

Imane heeft astma en krijgt medicijnen:
R/ Salbutamol 100µg aerosol à 200 doses
S. 4x daags 2 pufjes inhaleren.
Hoeveel dagen kan Imane hiermee doen?
Voorschrift is 4 x 2 pufjes per dag = 4 x 2 = 8 pufjes/dag.
Aanwezig zijn 200 doses.
200 doses : 8 per dag =
25 dagen.

Slide 24 - Diapositive

Jinte is allergisch en krijgt neusspray.
R/ Flixonase 50µg neusspray 2 stuks à 150 doses
S/ 1x daags 2 pufjes in beide neusgaten.
Hoe lang kan Jinte hiermee doen?

Slide 25 - Question ouverte

Jinte is allergisch en krijgt neusspray.
R/ Flixonase 50µg neusspray
2 stuks à 150 doses
S/ 1x daags 2 pufjes in beide neusgaten.
Hoe lang kan Jinte hiermee doen?
Aanwezig zijn 2 neusspray van 150 doses per stuk!
Totaal dus 2 x 150 = 300 doseringen.
 Voorschrift is 1 x per dag 2 pufjes in beide neusgaten.
Dus 1 x 2 x 2 = 4 pufjes/dag.
Aanwezig zijn 300 doses.
300 doses : 4 per dag =
75 dagen.

Slide 26 - Diapositive

Romeinse cijfers
M
D
C
L
X
V
I
1
5
10
100
50
1000
500

Slide 27 - Question de remorquage

Romeinse cijfers
XXIV
XXX
MXII
CCLV
XLI
LV
MDLX
1560
55
41
1012
255
24
30

Slide 28 - Question de remorquage

Meryam heeft een infectie en krijgt antibiotica voor 1 week.
R/ Amoxicilline suspensie 20mg/ml
S/ 4x daags 1,25ml
Hoeveel drank wordt voorgeschreven?

Slide 29 - Question ouverte

Meryam heeft een infectie en krijgt antibiotica voor 1 week.
R/ Amoxicilline suspensie 20mg/ml
S/ 4x daags 1,25ml
Hoeveel drank wordt voorgeschreven?
1 week = 7 dagen.
Voorschrift = 4 x 1,25 ml =
5 ml per dag.
7 dagen 5 ml = 7 x 5 = 35 ml.

Slide 30 - Diapositive

Meneer de Jong is verkouden en heeft last van slijm. Hij krijgt een recept voor 6 dagen slijmoplosser.
R/ Broomhexine drank 0,8mg/ml
S/ 3x daags 1,6mg
Hoeveel ml drank moet je meegeven?
A
12 ml
B
28,8 ml
C
18 ml
D
36 ml

Slide 31 - Quiz

Meneer de Jong is verkouden en heeft last van slijm. Hij krijgt een recept voor 6 dagen slijmoplosser.
R/ Broomhexine drank 0,8mg/ml
S/ 3x daags 1,6mg
Hoeveel ml drank moet je meegeven?
Aanwezig: 0,8 mg/ml
Voorschrift: 1,6 mg
V : A = 1,6 : 0,8 = 2 ml per keer
3 x per dag, dus 3 x 2 = 6 ml per dag
6 dagen, dus 6 x 6 = 36 ml totaal

Slide 32 - Diapositive

R/ Atenolol 50mg
S/ 2x daags 1 tablet
Hoeveel tabletten moet je voorschrijven voor 90 dagen?
A
90 tabletten
B
45 tabletten
C
180 tabletten
D
????

Slide 33 - Quiz

Claritromycine suspensie 25mg/ml
2x daags 5ml
A. Hoeveel mg wordt er per keer ingenomen?
B. Hoeveel mg wordt er per dag ingenomen?

Slide 34 - Question ouverte

Claritromycine suspensie 25mg/ml
2x daags 5ml
A. Hoeveel mg wordt er per keer ingenomen?
B. Hoeveel mg wordt er per dag ingenomen?
Aanwezig: 25 mg/ml
Dus per 1 ml wordt er 25 mg ingenomen.
Per keer 5 ml, dus wordt er ingenomen:
5 x 25 mg = 125 mg per keer (A).

Dit moet 2x per dag, dus
2 x 125 mg = 250 mg per dag (B).

Slide 35 - Diapositive

Ben je klaar voor de toets?

Slide 36 - Sondage

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Slide 38 - Diapositive

LENGTE
GEWICHT
INHOUD
kilometer
meter
centimeter
milimeter
kilogram
gram
miligram
liter
deciliter
centiliter
mililiter

Slide 39 - Question de remorquage

Romeinse cijfers
40
65
84
37
2018
95
4
IV
XCV
MMXVIII
LXXXIV
XXXVII
XL
LXV

Slide 40 - Question de remorquage

Jan krijgt een morfine injectie.
Je moet hem 15 mg toedienen
Je hebt 20 mg/ml op voorraad
Hoeveel ml dien je toe?

Slide 41 - Question ouverte

De heer Peters krijgt vitamine D voorgeschreven.
Je beschikt over een druppelvloeistof 3000 IE/ml.
Je moet hem 2000 IE geven.
Hoeveel ml dien je toe?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 42 - Question ouverte

De heer Jansen krijgt ook vitamine D voorgeschreven.
Je beschikt over een druppelvloeistof 3000 IE/ml; 1 ml = 20 druppels.
Je moet hem 4000IE geven.
Hoeveel druppels dien je toe?
Afronden op een heel getal.

Slide 43 - Question ouverte

De heer Hout heeft ernstige pijn en dit duurt al maanden.
De arts schrijft daarom pethidine voor.
Je beschikt over pethidine 25 mg/ml. Je moet dhr Hout 2,5 ml geven.
Hoeveel mg dien je toe?

Slide 44 - Question ouverte

Mw Jaspers heeft een veneuze trombose.
Je moet haar Fragmin geven 150 IE/kg lichaamsgewicht.
Mw weegt 69 kg
Hoeveel IE geef je?

Slide 45 - Question ouverte

Sanne is koortsig.
De arts schrijft een vloeibare pijnstiller voor.
Deze bevat 150 mg per doseerlepel van 5 ml.
Je moet 4x daags anderhalve doseerlepel geven.
Hoeveel mg paracetamol geef je per dosis?

Slide 46 - Question ouverte

Sanne is koortsig.
De arts schrijft een vloeibare pijnstiller voor.
Deze bevat 150 mg per doseerlepel van 5 ml.
Je moet 4x daags anderhalve doseerlepel geven.
Hoeveel mg paracetamol geef je per dag?

Slide 47 - Question ouverte

Tom weegt 40 kg.
Hij krijgt anti-biotica tabletten voorgeschreven: 25 mg/ kg Amyclox / 24 uur. Verdeeld over 4 porties per dag.
In voorraad zijn tabletten Amyclox 250 mg
Hoeveel mg Amyclox krijgt Tom per portie?

Slide 48 - Question ouverte

Tom weegt 40 kg.
Hij krijgt anti-biotica tabletten voorgeschreven: 25 mg/ kg Amyclox / 24 uur. Verdeeld over 4 porties per dag.
In voorraad zijn tabletten Amyclox 250 mg
Hoeveel tabletten Amyclox heeft Tom nodig voor een kuur van 10 dagen?

Slide 49 - Question ouverte

BMI berekenen 

Slide 50 - Diapositive

Wat is de formule voor het berekenen van de BMI?

Slide 51 - Diapositive

Mevrouw de Winter haar lengte is 1,52 m.
Ze weegt 60 kg.
Bereken de BMI van mevrouw.
Rond af op 1 decimaal.


Slide 52 - Question ouverte

Wat is de formule voor het berekenen van het ideale gewicht?

Slide 53 - Diapositive

Meneer Hofstede zijn lengte is 1,86 m.
Hij weegt 105 kg.
Hoeveel kg moet meneer minimaal aankomen / afvallen om op een BMI- waarde te komen van 24 BMI?
Rond af op hele kg.

Slide 54 - Question ouverte

Slide 55 - Diapositive