Baby, peuter, kleuter

• Zorg en Welzijn

PPO les 2 - leerjaar 1

Baby, peuters en kleuters

Wat houdt motoriek in:

1. Motoriek is het vermogen om te bewegen.
2. Is een soort van emotie.
3. Motoriek is het vermogen om te denken.
4. Motoriek is een speelgoed.

Onder fijne motoriek hoort lopen en 2. onder grove motoriek hoort tekenen. Welk bewering is goed?

1. Eerste juist, tweede onjuist
2. Eerste onjuist, tweede juist
3. Allebei juist
4. Allebei onjuist

Wat verstaan we onder sociaal voelend?

1. Iemand is sociaal voelend als hij in staat is om de gevoelens, gedachten, meningen, bedoelingen, behoeften en wensen van zichzelf en anderen in te schatten en ernaar te handelen.
2. Iemand is sociaal voelend als hij in staat is met mensen veel te kunnen praten over allerlei onderwerpen.
3. Als je je sociaal voelt.
4. Als je in een drukke omgeving woont.

Welke leeftijd heeft een baby?

1. Tussen 0 – 12 maanden
2. Tussen 0 – 24 maanden
3. Tussen 12 – 18 maanden
4. Tussen 18 – 24 maanden

Welke leeftijd heeft een peuter?

1. Tussen 18 – 24 maanden
2. Tussen 2 – 4 jaar
3. Tussen 2 jaar en 28 maanden
4. Tussen 3 jaar en 4

Welke leeftijd heeft een kleuter?

1. Tussen 4 – 6 jaar
2. Tussen 3 – 7 jaar
3. Tussen 4 – 7 jaar
4. Tussen 2 – 6 jaar

Welk speelgoed draagt het meeste bij aan de ontwikkeling van het kind?

1. Een duurzaam speelgoed en dus lang meegaat.
2. Speelgoed dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de motoriek, het geheugen en de sociale aspecten.
3. Een dure speelgoed.
4. Speelgoed dat alleen bijdraagt aan de ontwikkeling van de motoriek.

Waarom is het van belang om geen kleine speelgoed te kopen voor een baby wat in zijn geheel in de mond past?

1. Een baby kan minder goed spelen met een klein speelgoed.
2. Een baby ziet een kleine speelgoed minder goed.
3. Een baby kan hiermee de fijne motoriek ontwikkelen.
4. Een baby leert door alles in de mond te stoppen. Een kleine speelgoed is dan levensgevaarlijk, want de baby kan stikken hierdoor.

Welke activiteit draagt het meest bij aan de ontwikkeling van de grove motoriek van een kleuter?

1. Dansen, fietsen of rolschaatsen.
2. Studeren van een boek over motoriek.
3. Het maken van tekeningen van een onderwerp.
4. Het maken van veel contacten.

Welke activiteit draag het meest bij aan de ontwikkeling van de sociale aspect van een peuter.

1. Zo veel mogelijk thuis blijven.
2. Spelen in een omgeving waar de peuter ander kinderen ontmoet, zoals een kinderopvang of speeltuin.
3. Spelen met het juiste speelgoed.
4. Geen activiteit, want de sociale ontwikkeling begint pas na de ontwikkeling van de motoriek.

Hoe ziet de sociale ontwikkeling van een baby eruit?

1. In het begin is een baby nog passief met zijn omgeving en begint later te communiceren door te brabbelen.
2. Een baby begint na de geboorte te communiceren met zijn omgeving door te huilen.
3. Sociale ontwikkeling van een baby begint pas na de ontwikkeling van de grove motoriek.
4. Een baby wil nog geen contact hebben met zijn omgeving.

Hoe ziet de sociale ontwikkeling van een peuter eruit?

1. Maakt nieuwe vrienden op de kinderopvang, speelt graag met anderen en toont makkelijk emoties.
2. Een peuter moet nog leren hoe vrienden te maken, en zich uit te drukken.
3. Sociale ontwikkeling in deze levensfase is nog niet ontwikkeld, maar kan wel goed praten.
4. Sociale ontwikkeling hangt af van de woordenschat van de peuter.