LES 2 - OPDRACHT 1 EN 2

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

  • kun je uitleggen wat voordelen en nadelen zijn, en kun je hier een voorbeeld bij noemen (tekst GROEN)

  • kun je uitleggen wat een argument is, en kun je hier een voorbeeld bij noemen (tekst ROOD)

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Inleiding
Tijdens de vorige les heb je de tekst bekeken en gelezen.
Je hebt de moeilijke woorden onderstreept en opgezocht. 
Ook heb je een begin gemaakt met een samenvatting.

Vandaag ga je aan de slag met opdracht 1 en 2. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:44
Hoeveel kilometer (km) denk jij dat deze jongens kunnen fietsen in 24 uur?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:03
Zou jij 24 uur wakker kunnen blijven?
Zeker niet!
Misschien wel.
Natuurlijk!

Slide 7 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

05:11
Waarom zou Devin eerst met de auto gaan in plaats van zelf te fietsen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

06:17
En nu?
Wat zou jij doen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie tekst GROEN
» Leerlingen met tekst rood starten zelfstandig met de opgaven.

» Leerlingen met tekst groen doen mee aan de voorkennis en instructie.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie tekst GROEN 
Een voordeel is een bijkomende, niet verwachte meevaller.
   "Het voordeel is natuurlijk dat we niet helemaal naar Den Haag hoeven."

Een nadeel is een bijkomend ongunstig effect van een bepaalde handeling, die op zichzelf gunstig kan zijn.
   "Het was een fantastische vakantie, maar het kostte klauwen met geld."

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel van lesuitval.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een nadeel van lesuitval.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie tekst ROOD
» Leerlingen met tekst groen starten zelfstandig met de opgaven.

» Leerlingen met tekst rood doen mee aan de voorkennis en instructie.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie tekst ROOD 
Een argument is een reden waaorm iemand iets wél of niet vindt. 
Argumenten helpen om te beslissen of je iets wel of niet wilt doen, of dat je het ergens wél of niet mee eens bent.

Je kunt een argument herkennen aan de woorden omdat of want

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie tekst ROOD 
Voorbeelden van argumenten:

  • Ik vind die tv erg duur, want hij kost €800.
  • Oranje is mijn lievelingskleur, want ik voel me blij als ik die kleur zie.
  • Ik ben morgen niet op school, omdat ik naar de tandarts moet.

Opdracht:
Je krijgt zo 3 stellingen te zien. Geef jouw mening met een goed argument.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie tekst ROOD 
Opdracht:
Je krijgt zo 3 stellingen te zien. 
Geef jouw mening met een goed argument.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen die fietst, zou een helm moeten dragen.
WAAROM vind je dat?

Slide 18 - Question ouverte

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 
Een schoolreisje voelt voor mij
als 'vrije tijd'.
WAAROM vind je dat?

Slide 19 - Question ouverte

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 
Als jongeren te veel vrije tijd hebben, komt er meer criminaliteit.
WAAROM vind je dat?

Slide 20 - Question ouverte

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 
Aan de slag!
Maak opdracht 1 en 2 bij de tekst. 
Roep je docent als je een vraag hebt.

Klaar?
  • Zoek de betekenis van moeilijke woorden in de tekst op en noteer deze in je map. 
  • Werk aan je persoonlijk leerplan in Numo Nederlands

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Je krijgt zo een stelling te zien.
Je hoort van de docent of je voor of tegen deze stelling bent.
Je mag dit dus niet zelf bepalen.

Overleg met jouw groepje welk argument je voor of tegen deze stelling kunt bedenken. 

Het groepje met het beste argument, wint!
timer
1:30

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
Het grootste voordeel van docent zijn, is dat je veel vakantie hebt.
timer
1:30

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

  • kun je uitleggen wat voordelen en nadelen zijn, en kun je hier een voorbeeld bij noemen (tekst GROEN)

  • kun je uitleggen wat een argument is, en kun je hier een voorbeeld bij noemen (tekst ROOD)

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen.