Noem drie voorbeelden van producten die op de stapelmarkt werden verkocht.
1 / 22
suivant
Slide 1: Question ouverte
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Noem drie voorbeelden van producten die op de stapelmarkt werden verkocht.
Slide 1 - Question ouverte
Leg uit wat de 'Driehoekshandel' inhield. Geef hierbij aan welke werelddelen erbij betrokken waren en welke goederen er verhandeld werden.
Slide 2 - Question ouverte
Door welke gebeurtenis werd Amsterdam het centrum van de wereldhandel?
Slide 3 - Question ouverte
Waarom werden de verschillende compagnieën samengevoegd in één bedrijf, de VOC?
Slide 4 - Question ouverte
Leg uit dat de handel met de Oostzee de basis legde voor de Gouden Eeuw.
Slide 5 - Question ouverte
Waar kwamen de volgende producten vandaan: cacao, koffie, suiker ?
A
Amerika
B
Oostzee
C
Azië
Slide 6 - Quiz
Waar kwamen de volgende producten vandaan: graan, hout ?
A
Amerika
B
Oostzee
C
Azië
Slide 7 - Quiz
Kies uit WIC of VOC.
Handelde met West-Afrika
A
WIC
B
VOC
Slide 8 - Quiz
Kies uit WIC of VOC.
Handelde in slaven
A
WIC
B
VOC
Slide 9 - Quiz
Kies uit WIC of VOC.
Handelde in rietsuiker en tabak
A
WIC
B
VOC
Slide 10 - Quiz
Hoe werd de handel tussen West-Afrika, Amerika en Nederland genoemd?
Slide 11 - Question ouverte
Waar staat de afkorting 'WIC' voor?
Slide 12 - Question ouverte
Waar staat de afkorting 'VOC' voor?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe noemen we het investeren van geld in nieuwe schepen, producten of het uitproberen van nieuwe vaarroutes door kooplieden, met als doel winst maken?
A
Handelskapitalisme
B
Handelsmonopolie
C
Wereldeconomie
Slide 14 - Quiz
Wie was de legeraanvoerder van de Republiek?
A
Stadhouder
B
Koning
C
Gewestelijke Staten
D
Staten-Generaal
Slide 15 - Quiz
Welke eeuw wordt voor de Nederlanden gezien als de 'Gouden Eeuw'?
A
15de eeuw
B
18de eeuw
C
16de eeuw
D
17de eeuw
Slide 16 - Quiz
➤Waarom kwamen zoveel buitenlanders naar Amsterdam in de Gouden Eeuw?
Geef één reden
Slide 17 - Question ouverte
Foelie en nootmuskaat zijn specerijen.
➤Waar worden specerijen voor gebruikt?
Gebruik de bron
Slide 18 - Question ouverte
➤Leg uit waarom Amsterdam en Antwerpen door
hun ligging belangrijke handelssteden konden worden.
Gebruik de bron
Slide 19 - Question ouverte
➤Nederland was vóór 1600 al een echt handelsland. Nederlanders handelden in de zestiende eeuw met landen in Noord-, Oost én Zuid-Europa. Waar kwamen de producten vandaan?
Nederland
Noord- en Oost-Europa
Zuid-Europa
kaas
wijn
hout
melk
leer
graan
olijfolie
Slide 20 - Question de remorquage
➤Waar of niet waar?
In de Gouden Eeuw nam het aantal inwoners van Amsterdam steeds verder af.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
➤Waar of niet waar?
De bestuurders van de Republiek besloten dat alle kleine compagnieën moesten samenwerken in één grote compagnie.