§3.3 De kracht van zee en wind

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

§3.3 De kracht van zee en wind

Planning

  - Herhaling §3.2

  - Leerdoelen

  - Uitleg

  - Huiswerk

Wat is het 'stroomgebied' van een rivier?

1. Het gebied, waar de rivier door stroomt
2. Het gebied, dat elektriciteit opwekt
3. Het gebied, dat afwatert op een rivier

Benedenloop

Laagvlakte

Middenloop

Bovenloop

Weinig erosie

Veel erosie

Veel sedimentatie

Weinig sedimentatie

Een gemengde rivier is een rivier die ... ?

1. Zijn water krijgt van regen- en smeltwater
2. Die zowel zoet als brak water heeft
3. Door twee of meer landen stroomt
4. Zijn water krijgt van grijs- en zwart water

Leerdoelen

- Je kunt beschrijven hoe wind voor golven zorgt.

- Je kunt beschrijven hoe eb- en vloedstromen zand en klei sedimenteren.

- Je kunt uitleggen hoe wind zand meeneemt.

- Je kunt de erosie door met zand beladen wind beschrijven.

- Je kunt beschrijven hoe wind zand neerlegt in de vorm van duinen.

Zee

• Bij de monding leggen rivieren sediment in zee neer.

• Door de wind ontstaan er golven. De golven nemen zand mee naar het strand > sedimentatie.
• Bij stormen slaan golven stukken van de duinen weg > erosie.

Opvallend....

De waddeneilanden wandelen...

Eb en vloed spelen hier een grote rol in het landschap.

Bij vloed stroomt het zeewater tussen de Waddeneiland door naar de Waddenzee. Bij eb stroomt het water weer terug. Hierdoor blijft er zand en klei achter.

Wind

• De wind neemt zand mee door de lucht. Op plekken met droog zand en zonder vegetatie, bijv. in de duinen en woestijn.

• De wind neemt alleen kleine zandkorrels mee, omdat de wind minder kracht heeft dan water en ijs.

• In de lucht en op de grond botsen de korrels op elkaar en worden zo steeds ronder en gladder.  Wind waar sediment in zit, kan gesteente afschuren > erosie.

• Op plekken waar de wind minder hard waait ontstaat er sedimentatie.
  

Erosie & sedimentatie