Schrijven les 1: 14.1

Writing, lesson 1
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Writing, lesson 1

Slide 1 - Diapositive

Wat vind je van je examencijfer?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Writing 14.1
As you can read in your weekly letter, you have to do the following assignments in 14.1

NuEngels: 2, 3, 32, 32 extra 
Itslearning: Schrijven 14.1

Slide 3 - Diapositive

Itslearning
On Itslearning you will find 3 assignments for this period.

14.1 
14.2 
14.3

I have put the deadline on April 16th, but I would advise you to do one assignment every two weeks. These assignments are mandatory (verplicht!)!

Slide 4 - Diapositive

1 Write about your holiday


You are going to write a blogpost about your holiday.
Before you start writing, brainstorm some ideas. Fill in the answers below.

Where did you go?
When did you go on holiday?
How did you get there?
Who was with you?
What did you do?
Did you hear / see / taste / smell something special or strange?
What emotions did you experience?
2 Write about your future profession


What does it take to be successful in your field?
Think of at least five different characteristics of a successful person in your future profession.
Include information about what skills and characteristics are needed.

Slide 5 - Diapositive

3 Schrijf een blog


Jij bent een blog in het Engels aan het schrijven over jouw favoriete sport of hobby.

1 Vertel over jouw lievelingssport of -hobby en wat je er leuk aan vindt.
Maak gebruik van signal words.

2 Beschrijf twee voordelen en twee nadelen van jouw sport of hobby.
Maak gebruik van signal words.

3 Schrijf over een belangrijk doel in je sport of hobby dat je hebt gehaald. Vertel wat je moest doen om het te bereiken.

Slide 6 - Diapositive

Which one do you think you will pick?
1 - writing about your holiday
2 - writing about your future profession
3 - writing a blog

Slide 7 - Sondage

14.1 NuEngels
Als je over jezelf schrijft, werk je als volgt:
  • Bedenk wat  je wil vertellen en maak aantekeningen van de belangrijkste punten (NL of ENG)
  • Zet die punten in een logische volgorde
  • Schrijf de zinnen in het Engels. 
  • Gebruik signaalwoorden zoals first, second, third, then, however
  • Lees je tekst nog eens goed door en verbeter eventuele fouten.

Als je een enkel woord niet weet, kan je dat vertalen door  een woordenboek te gebruiken of Translate.

Slide 8 - Diapositive

Mind you:
Thuis kan je prima Google Translate gebruiken.
Als je later aan het werk bent doe je dit waarschijnlijk ook.
Maar vertaal geen hele zinnen of teksten. Dat werkt niet goed.

Daarnaast: op je examen mag je uiteraard geen Google Translate gebruiken. Wel een woordenboek.

Slide 9 - Diapositive

Weet jij wat een signaalwoord is?
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet zeker

Slide 10 - Quiz

Signaal woorden
Geven verbanden aan in een tekst. In het Nederlands bijvoorbeeld:

Eerste, ten tweede, toch, maar, behalve, omdat, intussen, vroeger, evenals, en

Slide 11 - Diapositive

Welke Engelse signaalwoorden komen zo bij jou naar boven?

Slide 12 - Carte mentale

Signaalwoorden Engels
Opsomming: also, another, furthermore, in addition, moreover, first, last
Volgorde van tijd: first, second, third, lastly, then
Tegenstelling: but, however, in contrast, on the other hand
Vergelijking: like, likewise, in the same way
Uitzondering: however, even though, yet
Voorbeeld(en): for example, to demonstrate this, such as
Samenvatting/conclusie: in summary, finally, to conclude, in conclusion

Onthou een paar uit elke categorie. Maakt je taal van hoger niveau.

Slide 13 - Diapositive

NuEngels
Go to NuEngels, chapter 14.1 Exercise 2,

We will do this one together.. The rest (3, 32 and 32 extra) you will do on your own.

Exercise 1,  4 and the exam exercises are the ones you find on Itslearning :) 

Slide 14 - Diapositive