NK 6.3 + 6.4 + UL 6.5 +PW inplannen (2mavo)

Planning
  • afronden leerdoelen 6.3 + 6.4
  • Leerdoelen + uitleg 6.5
  • aan de slag met opdrachten 6.5
  • PW inplannen 
  • HW opgeven

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • afronden leerdoelen 6.3 + 6.4
  • Leerdoelen + uitleg 6.5
  • aan de slag met opdrachten 6.5
  • PW inplannen 
  • HW opgeven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oude leerdoelen 6.3 + 6.4
  1. Ik kan uitleggen wat biologisch evenwicht is. 
  2. Ik kan uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting. 
  3. Ik kan manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
  4. Ik kan de 4 manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur beheren. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LOG IN OP DEZE LESSONUP

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Populatiegrootte is afhankelijk van:
A
Geboorte
B
Sterfte
C
Emigratie
D
Immigratie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is populatiegrootte?
A
Aantal verschillende soorten in een gebied.
B
Aantal organismen in het ecosysteem.
C
Aantal organismen in het hele land.
D
Aantal organismen van dezelfde soort in een gebied.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er veel voedsel te vinden is, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een biologisch evenwicht?

A
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
B
Geboorte, sterfte en migratie zorgen voor een biologisch evenwicht.
C
antwoord A en B zijn goed
D
antwoord A en B zijn beiden fout.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze samenleving is een...
A
Symbiose
B
Parasitisme

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze samenleving is een ...
A
Symbiose
B
Parasitisme

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen voorbeeld van een relatie BINNEN een populatie?
A
Rangorde
B
Territorium
C
Paarvorming
D
Symbiose

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand die het coronavirus draagt noem je een gastheer.
A
waar
B
nietwaar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Buiten de gastheer (een lichaamscel) gaat het coronavirus dood.
A
waar
B
nietwaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Bij parasitisme heeft de gastheer voordeel van de relatie met de parasiet.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

op welke 6 manieren is de mens afhankelijk van zijn omgeving
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is biodiversiteit?
A
Het aantal dieren van een soort in de natuur.
B
De variatie van soorten organismen in de natuur.
C
Het aantal soorten planten in een gebied.
D
Het aantal soorten.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is herintroductie van soorten?
A
Nieuwe soorten in de omgeving vrijlaten.
B
Dieren laten aanpassen aan een verandert milieu.
C
Uitgestorven soorten weer terugbrengen van andere gebieden.
D
Natuurgebieden maken.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van herintroductie in Nederland is:
A
de komst van 2 reuzenpanda's Wu en Wen in dierentuin Blijdorp
B
de Japanse oester in de Oosterschelde
C
de ooievaar in Nederland

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst.

Welke twee vormen van natuurbeheer komen voor in de tekst?
A
agrarisch natuurbeheer
B
bosbeheer
C
faunabeheer
D
waterbeheer

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaaien van bloemen langs akkers, zodat daar insecten kunnen leven.
Welk soort beheer is dat?
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Afschieten van zieke herten om lijden te voorkomen.
Welk soort beheer is dat?
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

sluit voor nu je chromebook

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 6.5
  1. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 6.5 + 6.6
  1. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.
  3. Ik kan uitleggen wat duurzaamheid is.
  4. Ik kan aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invloeden op het milieu
(de afgelopen 50 jaar is het aantal mensen op aarde verdubbeld)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invloeden op het milieu
Mensen hebben invloed op het milieu, want vaak milieuproblemen veroorzaakt door;
- bevolkingstoename
- de manier van leven van de mens.

Dit zorgt voor veel:
- Vervuiling
- Uitputting

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen


Aardgas
Aardolie
Steenkool

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitputting
  • Mensen onttrekken stoffen uit het milieu (aardgas, aardolie steenkool) voor brandstof.
  • Deze stoffen zijn  miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van dode planten en dieren. 
  • Deze fossiele brandstoffen raken uitgeput.
  •  Over 50 -100 jaar zijn de voorraden aardolie en aardgas als de mens zo doorgaat op. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervuiling

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook vervuiling

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervuiling
Boeren gebruiken mest om de grond vruchtbaar te maken. Een belangrijke stof in mest is stikstof.

Een deel van die stikstof komt terecht in het grondwater en in de lucht.

Ook de industrie en het verkeer geven stikstof af aan het milieu.

Stikstof is een oorzaak van luchtvervuiling. Ook komt het in natuurgebieden  waar de plantengroei verandert en zeldzame/kwetsbare planten verdwijnen.  

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervuiling door gif




Een gif is een stof die schadelijk is voor organismen. 
In het verleden werd giftig afval op vuilnisplaatsen gestort. Hierdoor kwamen veel giftige stoffen in de bodem. Dit noem je bodemvervuiling
Planten nemen de giftige stoffen op en zo komt het in de voedselketen terecht. 
In de landbouw worden gifstoffen gebruikt om planten te beschermen. Deze gifstoffen kunnen in het grondwater terecht komen via sloten. Dan spreek je van watervervuiling
80% van het afvalwater op de wereld wordt zomaar in het milieu geloosd en komen ook ´t water. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Broeikaseffect
De dampkring is de luchtlaag rondom de aarde. De dampkring is een mengsel van gassen. Deze gassen laten een deel van de zonnestraling door naar de aarde. De rest wordt weerkaatst. 

Door de zonnestraling warmt de aarde op. De aarde straalt deze warmte ook weer uit. Bepaalde gassen houden de warmtestraling van de aarde tegen.
<------)


Deze gassen noem je broeikasgassen. 
De belangrijkste broeikassengassen zijn C02 en waterdamp. 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Broeikaseffect
De werking van deze gassen lijkt op die van een broeikas. Vandaar de naam.

Dankzij dit effect is het op aarde +/- 15 °C.

Zonder het broeikaseffect zou het op aarde veel kouder zijn (-18°C).

Er zou dan waarschijnlijk geen leven zijn op aarde. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

versterkt broeikaseffect
In de afgelopen 130 jaar is het gemiddeld 1°C warmer geworden op aarde. In Nederland is dit  1,7°C . 
Dat komt doordat mensen steeds meer broeikasgassen in de dampkring brengen. Daardoor stijgt de temperatuur op aarde.
DIt is het versterkte broeikaseffect.

Klimaatverandering = als het weertype gedurende een periode van meerdere jaren is veranderd.




De gevolgen zijn merkbaar; Er zijn vaker extreme weersomstandigheden, zoals hevige stormen en droogte.
De zeespiegel stijgt, waardoor laaggelegen gebieden overstromen. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blauwalg; Door klimaatverandering is er in de zomer vaker blauwalg in het water. 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blauwalgen zijn bacteriën die stoffen
produceren die giftig zijn voor mensen en dieren.
Dan mag je niet zwemmen als er blauwalg is.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gevolgen voor de natuur
Door overbevolking en klimaatverandering is er steeds minder natuur en neer de biodiversiteit af. 

Veel soorten sterven uit of worden daarmee bedreigd, ook in Nederland.
Wilde hamster, die ook in Nederland nog amper voorkomt.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(huis)werk + proefwerk;
Maak (online) 
van thema 6
van basisstof 5; opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 9
Wat niet af is, is automatisch huiswerk voor de volgende les!

2 OKTOBER=
Proefwerk thema 6 - basisstof 6.1 t/m 6.6  + meenemen boek 2A

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 6.5 + 6.6
  1. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.
  3. Ik kan uitleggen wat duurzaamheid is.
  4. Ik kan aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn. 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzaamheid

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe ik zelf al aan duurzaamheid:
Gratis:
  • Afval goed scheiden (beschikbaar maken voor recyclen)
  • Voorwerp opnieuw gebruiken (2de hands) 
  • Met de fiets naar school & boodschappen doen
  • Niet meer eten kopen dan ik gebruik & anders tijdig invriezen
  • Kleding afdragen (minder goede kleding gebruiken voor klussen en tuinieren).
  • Iets korter douchen.
  • kiezen voor kartonnen verpakking i.p.v. plastic verpak.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe ik zelf al aan duurzaamheid:
Kost geld, maar ook gedaan: (soms levert het daarna dan ook weer geld op):
  • kapotte elektrische fietsen opknappen om mee te fietsen
  • heel veel zonnepanelen op het dak leggen
  • huis isoleren (dak, ramen, muren, vloer)
  • gastank weg en alles op elektriciteit verwarmen (huis en water)
  • oude dieselbus omruilen voor elektrische auto
  • timers installeren om alleen stroom te gebruiken als de stroom goedkoper is. 
  • Oude ramen vervangen voor tripleglas.


Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzaamheid
Duurzaamheid: ervoor zorgen dat het milieu geen schade krijgt door jou. 
Oplossingen
- duurzame energie
- duurzame grondstoffen
- duurzame landbouw 
- minder vervuiling 
- minder broeikasgassen 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 = Duurzame energie
  • windenenergie
  • zonne-energie
  • biomassa
(verbranden afval 
van planten en 
dieren om 
elektriciteit op te 
wekken) 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 = Duurzame grondstoffen
Hergebruik
Voorwerp opnieuw gebruiken

Recycling
Als grondstoffen gebruikt voor nieuwe producten

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame grondstoffen

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 = Duurzame landbouw
Precisielandbouw en kringlooplandbouw zijn ook voorbeelden van duurzame landbouw.

Slide 47 - Diapositive

Leg uit wat duurzame landbouw is en bespreek enkele voorbeelden.
4. Minder vervuiling
  • schadelijke afvalstoffen netjes verwerken
  • afval niet in het milieu
  • minder veeteelt
  • meer ov
  • open haard
  • vuurwerk
  • consumptie
  • fast fashion

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 broeikasgassen

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Zelf duurzame 
keuzen maken

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk = 
Maak (online) 
van thema 6
van basisstof 5; opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 9
van basisstof 6; opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 9

PROEFWERK thema 6 (6.1 t/m 6.6) = maandag 9 oktober!

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 52 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.