Lezen 1.3 les 1 tot en met 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom in 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboek
• iPad/telefoon (TAS)

Les 1

Planning

• Leerdoelen paragraaf 1.3
• Uitleg leesstrategie en tekstverbanden
• Aan de slag
• Afsluiting met boekpromotie

Donderdag toets bespreken

1.3 lezen (p. 20)

• leesstrategieën
• herkennen tekstverbanden
• wat tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen zijn
• hoe je onderwerp en deelonderwerp vindt
• hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt

Opdracht 1 pagina 20

1a: onderwerp

1b: verschil informatieve tekst - betogende tekst

1c: argumenten => welke tekstsoort?

1d: wat is een argument?

1e: wat is een kernzin?

Vraag 1

1a: Je kijkt naar de titel en je zoekt in de inleiding en het slot.

1b: informatieve tekst: informatie (geen mening)

      betogende tekst: mening geven 

1c: betogende tekst

1d: B wil bewijzen dat zijn mening juist is (argument)

1e: kernzin geeft belangrijkste informatie aan in een alinea,          vaak de eerst zin van een alinea

Verkennend lezen (p. 21)

Vanaf nu ook elke eerste zin van alle alinea's.

Nauwkeurig lezen (p. 21)

Opdracht 2 (p. 20)

• 2a: De eerste zin van elke alinea.
• 2b: A, C, D, F
• 2c: zoekend lezen

Tekstverband/signaalwoorden (p.22)

Een goede tekst heeft logische samenhang.

Er is verband/relatie tussen woorden, zinnen, alinea's.

Verschillende soorten tekstverbanden.

Signaalwoord helpt je het soort tekstverband te herkennen.

Tekstdoel, -soort en tekstvorm (p. 25)

Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil ...

tekstdoel	uitleg	tekstsoort	vorm
informeren	de lezer informatie geven	informerende tekst	verslag
overtuigen	de lezer overtuigen (mening)	betogende tekst	boekbespreking
activeren	de lezer iets laten doen	activerende tekst	advertentie
amuseren	de lezer vermaken	amuserende tekst	stripboek

Boekpromotie

Welkom in 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboek
• iPad/telefoon (TAS)

Les 2

Planning

• Vorige les
• Uitleg tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  
• Samen opdrachten maken, zelf verder
• Toets bespreken

Denk eraan

volgende week 

nieuw leesboek mee!

Vorige les

Leesstrategieën (p. 21)

Tekstverbanden / signaalwoorden (p. 22)

Tekstdoel, -soort en tekstvorm (p. 25)

Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil ...

tekstdoel	uitleg	tekstsoort	vorm
informeren	de lezer informatie geven	informerende tekst	verslag
overtuigen	de lezer overtuigen (mening)	betogende tekst	boekbespreking
activeren	de lezer iets laten doen	activerende tekst	advertentie
amuseren	de lezer vermaken	amuserende tekst	stripboek

Opdracht 3a. p. 23 (iets anders)

Maak een zin met de signaalwoorden. Bij elk verband een.

Opsommend: 

Ten eerste heb ik Nederlands. Ook heb ik Engels.

Tijdsvolgorde:

Tegenstellend:

Concluderend:

Vraag 3b en 3c

• 3b.
• Daarnaast - opsommend
• Zodra - tijdsvolgorde
• Enerzijds... anderzijds - tegenstellend
• 3c. tijdsvolgorde, tegelijkertijd

Tekst 1 pagina 24

Vanaf nu ook elke eerste zin van alle alinea's.

Opdracht 4 (p. 23)

Onderwerp

Tekstsoort

Tekstdoel

Tweedeling of driedeling

Bron en schrijver

Opdracht 4 (p. 23)

Onderwerp: onderzoek loopstijl en humeur

Tekstsoort: informatieve tekstsoort

Tekstdoel: informeren

Opbouw: inleiding (alinea 1); kern (alinea 2/3); slot (alinea 4)

Bron: Kijk

Schrijver: staat er niet in

Nu zelf verder

Maak opdracht 5, 6 en 7. (1.3 in je boek/schrift)

Af? Ga verder met 8, 9 en 10.

Morgen leg ik uit: 

• onderwerp - deelonderwerp
• hoofdgedachte

Toets bespreken

Welkom in 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboek
• iPad/telefoon (TAS)

Les 3

Planning

• Afspraken in de klas
• Uitleg p. 26 en 27
• Samen opdrachten maken of  zelf verder
• Toets bespreken

Denk eraan

volgende week 

nieuw leesboek mee!

1. Je hebt geen kauwgom of snoep in je mond.

2. Uitleg = stil. Als je een vraag hebt, steek je je vinger op.

3. Meenemen: leesboek, leerwerkboek, schrift, pen en opgeladen iPad.

Toch? Volgende les inleveren 10 x de regel opschrijven.

1 waarschuwing per les

Toch? Apart zitten.

Nog steeds? Blauwe kaart.

Vergeten? Volgende les inleveren 10 x de regel opschrijven.

Onderwerp deelonderwerp (p. 26)

Het onderwerp vind je door verkennend lezen.

Gebruik steekwoorden.

Boventitel

Titel 

Ondertitel

Onderwerp deelonderwerp (p. 26)

Deelonderwerp gaat over een deel van het onderwerp.

Kan 1 of meer alinea's zijn.

Tussenkopje staat boven een stukje van de tekst. Die wijst je richting het deelonderwerp.

=> Tekst 1 bekijken.

Opdracht 4 (p. 23)

Onderwerp: onderzoek loopstijl en humeur

Tekstsoort: informatieve tekstsoort

Tekstdoel: informeren

Opbouw: inleiding (alinea 1); kern (alinea 2/3); slot (alinea 4)

Bron: Kijk

Schrijver: staat er niet in

Hoofdgedachte (p. 26/27)

Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte zegt in één zin waar de tekst over gaat.

Nu zelf verder (of samen)

Als het goed is heb je af:  1, 2, 3, 4b

Maak opdracht 5, 6, 7, 8, 9 en 10. (1.3 in je boek/schrift)

Stilte

Laatste 10 minuten: toets bespreken

Overleg

Studiewijzer week 46

Maken: Paragraaf 1.3: 1, 2, 3, 4b, 5, 6, 7, 8, 9 en 10.

Meenemen: nieuw leesboek, leerwerkboek deel A, schrift.

Zorg dat je het ook hebt nagekeken met een andere kleur. En schrijf het juiste antwoord erbij als je een foutje had gemaakt. De antwoordenboeken vind je in de studiewijzer.

Toets bespreken

• Vraag over de toets?         * ervoor. 
• Bij ophalen van de toets, kun je de vraag stellen. 
• Toetsen moeten dus weer terug.