Blok A W7 les 2

PRA A2 & Spelling
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

PRA A2 & Spelling

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • 5 min. Voorkennis PRA A2  
  • 10 min. Instructie PRA A2 stap 4 & stap 5
  • 15 min. Uitvoeren PRA A2 stap 4 & stap 5
  • Klaar? --> Verder met Lessen Spelling in Taalblokken
    - Voltooid deelwoord
    - Engelse werkwoorden
  • 15 min. Quiz spelling
  • 5 min. Afsluiten les

Slide 2 - Diapositive

Interview-verslag 
PDF: Brainstorm, Interview, Wireframes, Taakverdeling
Taakverdeling bijhouden
zip bestand met code
Online zetten
Demonstratie geven
Logboek & zelfbeoordeling
Verslag

Slide 3 - Question de remorquage

PRA A2 analyseren
Stap 1 & Stap 2
Stap 1
Lees het boekje van “Praktijkopdracht A2” door.

Stap 2
Beantwoord de volgende algemene vragen:

Voor wie ga je werken bij deze praktijkopdracht?
Wat is het probleem van je opdrachtgever?
Wat ga je uiteindelijk bouwen / programmeren?
Wanneer moet het eindproduct klaar zijn?
Uit hoeveel deelopdrachten bestaat de PRA-opdracht?
Hoeveel deelopdrachten moet je ‘voldaan’ hebben om de gehele opdracht ‘voldaan’ te krijgen?

Slide 4 - Diapositive

PRA A2 analyseren
Stap 3
Maak een lijst van alle dingen die je moet inleveren in deze hele praktijkopdracht. Noteer ook wanneer je deze dingen moet inleveren. 

Slide 5 - Diapositive

PRA A2 analyseren *nieuw*
Stap 4 
Vul voor ieder ding dat je moet inleveren de volgende tabel in. Kopieer de tabel zo vaak als nodig. Tip; bij stap 5 moet je straks vragen noteren die je nog hebt. Kom je bij deze stap een onduidelijkheid tegen, ga dan vast even naar stap 5 om die als vraag te noteren.

Stap 5
Noteer hieronder een lijst van vragen die je nog zou moeten stellen aan de docent om exact duidelijk te krijgen wat je moet doen en/of wanneer het voldoende is:

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Kies de juiste werkwoordsvormen.
Gebruik de tegenwoordige tijd, behalve als uit de zin blijkt dat het de verleden tijd moet zijn.
1. De verdachte ........................(worden) vorige week stevig.................(ondervragen) door de rechter en ..........................
 (bekennen) uiteindelijk.

2. ......................(melden) je zo snel mogelijk bij de balie, want er is iets ernstigs ......................... (gebeuren).

3. Toen de directeur de brief aan de docenten................... (hebben)..................... (schrijven),
.............. (saven) hij hem en...............................(printen) de brief honderd keer.








Slide 8 - Diapositive

Kies de juiste werkwoordsvormen.
Gebruik de tegenwoordige tijd, behalve als uit de zin blijkt dat het de verleden tijd moet zijn.
1. De verdachte werd (worden) vorige week stevig ondervraagd (ondervragen) door de rechter en bekende (bekennen) uiteindelijk.

2 Meld (melden) je zo snel mogelijk bij de balie, want er is iets ernstigs gebeurd (gebeuren).

3. Toen de directeur de brief aan de docenten had (hebben) geschreven (schrijven),
savede (saven) hij hem en printte (printen) de brief honderd keer.








Slide 9 - Diapositive

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  •  Maak de analyse PRA A2 af.
  • Maak de lessen spelling van deze week af = weekcheck

Volgende les: 
  • Demonstratie --> Wat weet je hier al over? Welke ervaringen heb je met geven van demonstraties?

Slide 10 - Diapositive