Tag questions

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

have practiced with

tag questions

learn about and 

practice with

tag questions

Tag questions

Tag questions zijn aangeplakte vragen.

Je gebruikt een aangeplakte vraag 

aan het eind van een zin als je bevestiging wilt.

Tag questions

Je kan een aangeplakte vraag vergelijken 

met het woordje 'toch' in het Nederlands.

"Zij is een dokter, toch?"

"She is a doctor, isn't she?"

Tag questions

Als de zin positief is, dan maak je de aangeplakte vraag negatief.   

Als de zin negatief is, dan maak je de aangeplakte vraag positief.   

"She is a nice teacher, isn't she?"

"She isn't a nice teacher, is she?"

Tag questions

Als de werkwoorden: Am / Is / Are / Can

in de zin staan, dan herhaal je deze in de aangeplakte vraag.

"You aren't fifteen years old, are you?"

"He is a football fan, isn't he?"

"You can't speak English, can you?"

"I am your best friend, aren't I?"

Tag questions

Bij zinnen met 'I am'

schrijf je in de aangeplakte zin 'aren't I?'

"I am late, aren't I?"

I am not late, am I?"

Tag questions

Dus: als de werkwoorden: Am / Is / Are / Can

in de zin staan, dan herhaal je deze in de aangeplakte vraag.

Maar als er een ander werkwoord in de zin staat,

dan gebruik je het werkwoord 'do' in de aangeplakte zin.

Tag questions

Als er een ander werkwoord in de zin staat,

dan gebruik je het werkwoord 'do' in de aangeplakte zin.

"They work in a restaurant, don't they?"

"He walks to school every day, doesn't he?"

"Children don't like to eat healthy, do they?"

"Your class didn't take the test yet, did they?"

Tag questions

De hoofdzin en de aangeplakte zin staan altijd in dezelfde tijd.

"She is funny, isn't she?"

"She isn't funny, is she?"

"She was funny, wasn't she?"

"She wasn't funny, was she?"

The party was fun, _______?

1. was it
2. weren't it
3. wasn't it
4. it was

Her name is Brianna, _______?

1. is it
2. isn't it
3. it is
4. it's

He doesn't like cats, _______?

1. does he
2. doesn't he
3. do he
4. he does

I look good in this outfit, _______?

1. does I
2. do I
3. look I
4. don't I

Maths is your favorite subject, ______?

1. is it
2. it is
3. isn't it
4. doesn't it

- Study for the test

- Chapter 1 

Themewords,A,C,F,G,Stones and grammar

practice with the vocabulary words