1.5 Woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Waarom is het belangrijk om je woordenschat te vergroten?

Hoeveel woorden lees in een jaar als je als je een kwartiertje per dag leest?

1. ongeveer 4600
2. ongeveer 14.600
3. ongeveer 146.000
4. ongeveer 1.146.000

En als je een kwartiertje per dag leest hoeveel woorden leer je dan extra per jaar?

1. 10
2. 100
3. 1000
4. 10.000

Hoeveel woorden hoor je per uur?

1. tussen de 656-1100
2. tussen de 1251 en 2153
3. tussen de 2153 en 3298
4. tussen de 3298 en 4578

Hoe vaak moet je een woord horen/zien voordat je het woord onthoudt?

1. 3x
2. 4x
3. 5x
4. 6x

Hoeveel woorden leer je per dag?

1. 1 tot 3
2. 3 tot 5
3. 5 tot 8
4. 8 tot 10

Hoeveel woorden denk je dat iemand van jullie leeftijd kent?

1. 10.000
2. 15.000
3. 17.000
4. 20.000

Hoeveel woorden kent een volwassene?

1. 20.000-25.000
2. 25.000-30.000
3. 30.000-45.000
4. 50.000-70.000

Hoeveel leer je er per jaar bij?

1. 350-700
2. 750-3000
3. 3500-4000
4. 4500-6000

Huiswerk donderdag 17/9

1.5 Woorden: maak opdracht 1 en 2 (p.34) in je schrift

1.5 Woorden

1. Bespreken huiswerk: opdracht 1 en 2, p.34

2. Aanmelden Talent digitaal

• Ga naar Magister / Leermiddelen
• Meld je aan bij Talent met code 521270

Aan de slag met 25 nieuwe woorden

1. Maak opdracht 3 (Instapopdracht) in je boek:

• Bekijk de woordenlijst. 
  
• Bedek de betekenissen
  
• Ken je de betekenis? Zet een kruisje achter het woord.
  
• Kun je een zin maken met het woord? Zet dan nog een kruisje.
  

2. Maak van 1.5 Woorden opdracht 4, 5, 6 en 8 digitaal. Niet klaar? Huiswerk voor de volgende les!

3. Klaar of tijd over? Kies:

• Leer de woorden uit de woordenlijst met behulp van de woordtrainer (Talent digitaal)
• Lezen
  

Talent (opdr.4)

Welk woord past er bij deze foto?
(opdr.7)

Welk woord past er bij deze foto?

Welk woord past er bij deze foto?

Welk woord past er bij deze foto?

B1a, dinsdag 22 september

Wat gaan we doen?

• herhalen samenstelling
• start Lezen 1.3

Bespreken huiswerk

Samenstelling:

• combinatie van woorden die ook los kunnen voorkomen
• laatste deel is belangrijkst voor betekenis en voor bepaling lidwoord

1.5 Woorden: opdracht 14 t/m 17 

• Opdracht 14 bespreken, p.39
• Verder vragen?

Start Lezen 1.3

In deze paragraaf leer je:

• de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen
• titel en tussenkopje herkennen
• onderwerp en deelonderwerp benoemen
• alinea's herkennen

Hoe vond je begrijpend lezen op de basisschool?

1. Makkelijk
2. Ging wel redelijk
3. Moeilijk

Wat vond je van begrijpend lezen op de basisschool?

1. Leuk
2. Ging wel
3. Niet leuk

Verkennend en nauwkeurig lezen, p.19

Klassikaal bespreken

Aan de slag!

1.3 Lezen, p.18: maak opdracht 2 en 3  in je schrift.

Klaar? Maak opdracht 4

Huiswerk donderdag 24 september

1.3 Lezen: maak opdracht 4 t/m 6 in je schrift.

Bij het lezen van Tekst 1:  markeer belangrijke en/of opvallende woorden.

Klaar? Pak je leesboek.