Het bezittelijk voornaamwoord

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Possesivpronomen

Possesivpronomen

In het Nederlands heet possesivpronomen het bezittelijk voornaamwoord. En wat is dat ? Kijk verder....

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?

1. Wie
2. heißt
3. deine
4. Oma

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.

1. Ihre|
2. Tante
3. 23 Jahre
4. alt

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.

 De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis

Let op!!!

Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus:

Das ist ein Fahrrad.  = Das ist mein Fahrrad

Das ist eine Schule = Das ist meine Schule

Jij schrijf niet !!!!

Das ist eine meine Schule

Je mag ook in je boek kijken

Zoals jij heb gemerkt, hebben wij voor elke persoon het bezittelijk voornaamwoord.

ik - mijn- mein     jij- jouw- dein   zij- haar- ihr   

hij - zijn - sein   het- zijn- sein   wij - ons\onze - unser

jullie -jullie-euer        zij- hun - ihr         u - uw - Ihr

Vertaal de woorden

bezittelijke voornaamwoorden

een

mijn

haar

jullie

Was ist ...............(jouw) Name (m)?

1. sein
2. mein
3. dein
4. Ihr

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.

1. Meine
2. Mein
3. Deine
4. Dein

Das sind..................(onze) Eltern (v).

1. meine
2. dein
3. ihr
4. unsere

............ (jullie) Weinachtsbaum (m) ist sehr schön.

1. unser
2. euere
3. unsere
4. euer

................(onze) Klassenlehrer heißt Meier.

1. Ihr
2. Ihre
3. Unser
4. Euere

Maaike ist ..............(haar) Freundin.

1. meine
2. ihr
3. ihre
4. euere

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!

1. Dein
2. Ihr
3. Sein
4. Unse4r

Das ist ........................ (mijn)Geburtstagsgeschenk

1. meine
2. deine
3. mein
4. sein

En.....????

Weet je al, wat  een possesivpronomen is ?

Check het in de komende slides

• Schrijf het hele woord op
  
• Dus ook als je niks hoeft toe te voegen

Sind das dein... Freunde

Ihr... Bruder ist noch sehr jung

Ihr... Großeltern sind schon sehr alt

Er hat sein... Bücher vergessen

Hast du unser... neues Auto gesehen?

Ist Frau Reker euer... Deutschlehrerin

Mein... Banane ist größer als deine!

Wo liegt denn ...(mijn) Zeitung?

...(onze) Schulleiter hat die Schule geschlossen

...(hun) Schulleiterin hat die Schule auch geschlossen

Vertaal de volgende zinnen

gebruik eventueel een woordenboek

• uitmuntend.de
  
• deepl.com
  
• interglot.com
  

Mijn zus is een beetje gek

Haar huis is mooi

Hoe heten jouw ouders?

Zijn fiets is al(schon) weer(wieder) kapot!

Evaluatie

Beschrijf kort hoe je zelf vindt dat het gaat met dit onderwerp.

Neem in je antwoord ook het aantal fouten/pogingen in deze LessonUp mee

Ik snap dit onderwerp!

😒🙁😐🙂😃

Beschrijf hoe jij vindt dat het gaat met dit onderwerp.