Het bezittelijk voornaamwoord

Possesivpronomen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Possesivpronomen

Slide 1 - Diapositive

Possesivpronomen
In het Nederlands heet possesivpronomen het bezittelijk voornaamwoord. En wat is dat ? Kijk verder....

Slide 2 - Diapositive

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma

Slide 3 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre|
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt

Slide 4 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.

 De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis

Slide 5 - Diapositive

Let op!!!

Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus:

Das ist ein Fahrrad.  = Das ist mein Fahrrad

Das ist eine Schule = Das ist meine Schule

Jij schrijf niet !!!!

Das ist eine meine Schule

Slide 6 - Diapositive

Je mag ook in je boek kijken

Slide 7 - Diapositive

Zoals jij heb gemerkt, hebben wij voor elke persoon het bezittelijk voornaamwoord.

ik - mijn- mein     jij- jouw- dein   zij- haar- ihr   

hij - zijn - sein   het- zijn- sein   wij - ons\onze - unser

jullie -jullie-euer        zij- hun - ihr         u - uw - Ihr


Slide 8 - Diapositive

Vertaal de woorden
bezittelijke voornaamwoorden

Slide 9 - Diapositive

een

Slide 10 - Question ouverte

mijn

Slide 11 - Question ouverte

haar

Slide 12 - Question ouverte

jullie

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Was ist ...............(jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 15 - Quiz

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 16 - Quiz

Das sind..................(onze) Eltern (v).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 17 - Quiz

............ (jullie) Weinachtsbaum (m) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 18 - Quiz

................(onze) Klassenlehrer heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 19 - Quiz

Maaike ist ..............(haar) Freundin.
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 20 - Quiz

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Sein
D
Unse4r

Slide 21 - Quiz

Das ist ........................ (mijn)Geburtstagsgeschenk
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 22 - Quiz

En.....????

Weet je al, wat  een possesivpronomen is ?


Check het in de komende slides

  • Schrijf het hele woord op
  • Dus ook als je niks hoeft toe te voegen


Slide 23 - Diapositive

Sind das dein... Freunde

Slide 24 - Question ouverte

Ihr... Bruder ist noch sehr jung

Slide 25 - Question ouverte

Ihr... Großeltern sind schon sehr alt

Slide 26 - Question ouverte

Er hat sein... Bücher vergessen

Slide 27 - Question ouverte

Hast du unser... neues Auto gesehen?

Slide 28 - Question ouverte

Ist Frau Reker euer... Deutschlehrerin

Slide 29 - Question ouverte

Mein... Banane ist größer als deine!

Slide 30 - Question ouverte

Wo liegt denn ...(mijn) Zeitung?

Slide 31 - Question ouverte

...(onze) Schulleiter hat die Schule geschlossen

Slide 32 - Question ouverte

...(hun) Schulleiterin hat die Schule auch geschlossen

Slide 33 - Question ouverte

Vertaal de volgende zinnen
gebruik eventueel een woordenboek

Slide 34 - Diapositive

Mijn zus is een beetje gek

Slide 35 - Question ouverte

Haar huis is mooi

Slide 36 - Question ouverte

Hoe heten jouw ouders?

Slide 37 - Question ouverte

Zijn fiets is al(schon) weer(wieder) kapot!

Slide 38 - Question ouverte

Evaluatie
Beschrijf kort hoe je zelf vindt dat het gaat met dit onderwerp.
Neem in je antwoord ook het aantal fouten/pogingen in deze LessonUp mee

Slide 39 - Diapositive

Ik snap dit onderwerp!
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Beschrijf hoe jij vindt dat het gaat met dit onderwerp.

Slide 41 - Question ouverte