Klas 1BK2 - Lesweek 3 - Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Achtung!

Je gaat op je eigen plaats zitten.

Mobieltjes en oortjes in je tas.

Op tafel liggen je:

- Boek

- Schrift

- Etui

Afspraken 1BK2

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Was machst du heute?

- Hausaufgaben kontrollieren

- Sehen

- Van 1 tot 20 tellen in het Duits

- Les afsluiten

Lernziele

Was lernst du heute?

- Je leert woorden kennen die met “ICH” te maken hebben.

- Je kunt een interview in het Duits verstaan.

- Je leert dat de getallen van 1- 20 best veel op het Nederlands lijken.

Deutsch macht spaß.

Ik kan geen Duits!

Ik vind Duits stom!

Waar je goed in bent, vind je vaak ook leuk.

Deutsch macht spaß.

Hausaufgaben kontrollieren

Nakijken met een andere kleur pen.

De antwoorden komen op het digibord.

Let vooral op de hoofdletters (waarbij??)

Je hebt ongeveer 5 minuten de tijd.

Je mag zachtjes met elkaar overleggen.

Ik loop door de klas om mee te kijken.

Klaar? Kijk nog een keer de Lernliste na (Seite 26)

die Hausaufgaben

Sehen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 26.

- We lezen samen de Lernliste D-N A Sehen. 

Ik lees voor en jullie lezen mee.

Sehen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 12.

- Aufgabe 1 / Unterwegs in Hannover.

- We kijken en luisteren naar een reportage over.....

- Ik zet de video na iedere vraag stil en vraag naar jullie antwoorden.

- Beantwoord nu eerst vraag 1a.

Sehen

Aufgabe 2 / Hören und ankreuzen

Luister naar de zinnen

Wat betekent het woord?

Kruis het juiste antwoord aan.

De getallen 1 tm 20

- Ӧffne dein Buch auf Seite 26.

- We lezen samen de Lernliste N-D (rechterrijtje).

Ik zeg eerst het Nederlandse en het Duitse woord.

Jullie zeggen het hardop na.

Hausaufgaben

Lernziele

Was lernst du heute?

- Je leert woorden kennen die met “ICH” te maken hebben.

- Je kunt een interview in het Duits verstaan.

- Je leert dat de getallen van 1- 20 best veel op het Nederlands lijken.

Zum Schluss

- Bedenk in je hoofd minimaal 2 nieuwe Duitse woorden die je vandaag hebt geleerd.

- Ik vraag kris / kras een aantal mensen naar de 2 woorden.

- Daarna pak je je spullen in en kun je het lokaal verlaten.

De GROTE "wie ben jij" quiz

Microsoft Forms