Leesvaardigheid

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les, kun je ...
Lesdoelen
  • een tekst voorspellen door middel van het kijken naar de illustratie(s), titel en tussenkopjes.
  • herkennen hoe een tekst gestructureerd is, aan de hand van signaalwoorden die een tekstverband beschrijven.
  •  de betekenis van onbekende woorden interpreteren door middel van het zinsverband of de context van de tekst door te kijken naar de vorige/volgende zin. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een goede strategie om een tekst te lezen en te begrijpen?

Slide 3 - Carte mentale

Verschillende leesstrategieën 
1. Voorspellen van de tekst

2. Structuren zoeken

3. Onbekende woorden uit de context afleiden

Slide 4 - Diapositive

Wat hoort er bij elkaar?
Verbindt het voorbeeld met de juiste strategie
1. Voorspellen van de tekst



2. Structuren zoeken



3. Moeilijke woorden uit de context raden


De vorige/volgende zin lezen om achter de betekenis te komen
Signaalwoorden herkennen en kijken hoe de zinnnen in verbinding staan (tegenstelling, voorbeeld etc.)
KIjken naar het plaatje, de titel en eventuele tussenkopjes

Slide 5 - Question de remorquage

Wat doe je niet bij het voorspellen van een tekst
A
Kijken naar de plaatjes
B
De inleiding lezen
C
Kijken naar de titel
D
Tussenkopjes lezen

Slide 6 - Quiz

Voor het raden van een woord kijk je naar de hele alinea
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Die Arbeit war anstrengend. Wir haben von 8 Uhr bis 19 Uhr gearbeitet und waren fix und fertig.
Wat denk je dat 'anstrengend' betekent? Probeer het uit de context af te leiden.

Slide 8 - Question ouverte

De opbouw van de tekst

Slide 9 - Diapositive

De opbouw van de tekst 
titel
inleiding
alinea
bron
plaatje

Slide 10 - Question de remorquage

korte tekst
lange tekst
scantekst
gatentekst

Slide 11 - Question de remorquage

Signaalwoorden
-Signaalwoorden geven verband tussen zinnen en alinea's aan
-Signaalwoorden hebben altijd een functie


Slide 12 - Diapositive

also
damit
darum
auch
dagegen
sogar
ook
zelfs
zodat
daarom
dus
daarentegen

Slide 13 - Question de remorquage

Welke functie hebben de signaalwoorden? 
Opsomming
Reden - oorzaak
Conclusie
weil
und
also
auch
darum

Slide 14 - Question de remorquage

Welke functie heeft weil in de zin?
Du sollst still sein, weil ich lernen muss.
A
Conclusie
B
Tegenstelling
C
Reden
D
Voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Welk woord past op de puntjes?
Hast du heute Zeit ........ sehen wir uns morgen?
A
oder
B
weil
C
obwohl
D
darum

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het woord aber in deze zin?

Ich möchte auf die Party, aber meine Eltern lassen mich nicht.
A
daarom
B
ook
C
waarom
D
maar

Slide 17 - Quiz

Ich möchte auf die Party, aber meine Eltern lassen mich nicht.

Welke functie heeft 'aber' in deze zin?
A
reden
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 18 - Quiz