Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
3.3 Verzekeren
LV3d
Slide 1 - Diapositive
Planning
- Terugblik paragaaf 3.2 - Paragaaf 3.3
- Aan de slag!
- Terugblik en afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Wie heeft er wel is geld geleend? Wat voor invloed heeft dit op je koopkracht?
Slide 3 - Carte mentale
Welke leenmotieven komen we in de praktijk vaak tegen?
Slide 4 - Carte mentale
Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen een consumptief krediet en een hypothecaire lening.
Slide 5 - Carte mentale
Je leent 4000 euro. Je betaalt voor je lening maandelijkse termijnen van 130 euro. De afsluitkosten bedragen 50 euro. De lening heeft een looptijd van drie jaar. Wat zijn de kredietkosten?
Slide 6 - Question ouverte
Huiswerk bespreken!
ga aan de slag met de opdrachten van 3.2:
17 en 18 horend bij leerdoel 1!
26 en 27 horend bij leerdoel 2!
22 en 24 horend bij leerdoel 3!
19 en 20 horend bij leerdoel 4!
3 en 5 van Rekenen
Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op.
Slide 7 - Diapositive
Leerdoelen 3.3
- Uitleggen wat verzekeren is
- Verzekeringskosten berekenen
- Risico op schade berekenen
- Verplichte verzekeringen toelichten
- De werking van verzekeringsmaatschappijen toelichten
Slide 8 - Diapositive
Wie is al verzekerd? Waarom en waarvoor verzekeren jullie of je ouders zich?
Slide 9 - Carte mentale
Verzekeren
- Parasol door de ruit
- Verzekeraar neemt gevolgen van risico over van verzekerde
- Verzekerde en premie
- Risicoaversie
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
De premie van een verzekering is 60 euro. De poliskosten bedragen 5 euro en de assurantiebelasting bedraagt 21%. Wat zijn de totale verzekeringskosten?
Slide 12 - Question ouverte
Risico berekenen
- Kosten tegenover mogelijke schadevergoeding
- Risico in geld uitdrukken
- Kosten tegenover risico
- Risico = kans op voorval x gemiddelde schadebedrag voorval
- Premie en verzekeringsmaatschappijen
Slide 13 - Diapositive
De kans dat je fiets wordt gestolen, is 1 op de 5. Een nieuwe fiets kost 700 euro. Wat is je risico?
Slide 14 - Question ouverte
Verplicht of niet verplicht?
- Niet iedereen loopt een hoog risico op ongeluk of schade
- Claim indienen om de twee jaar of een keer per 30 jaar
- Solidariteit (Laag risico betaalt voor hoog)
- Verzekeringen voor mensen met hoog risico en betaalbaarheid
- Verplichte solidariteit (Zorg en motorvoertuigen)
Slide 15 - Diapositive
timer
10:00
Verzekeren in de praktijk: Ga in tweetallen op onderzoek uit naar hoe verzekeringsmaatschappijen hun premie voor zorgverzekeringen bepalen. Vergelijk twee verschillende premies en onderzoek hoe verschillen in premie kunnen ontstaan.
Slide 16 - Carte mentale
Verzekeringsmaatschappijen en risico
- Verzekerde neemt meer risico
- Moreel wangedrag
- Premiedifferentiatie (autoverzekeringen)
- Eigen risico (In Nederland)
Slide 17 - Diapositive
Aan de slag!
ga aan de slag met de opdrachten van 3.3:
28 en 29 horend bij leerdoel 1!
31 en 32 horend bij leerdoel 2!
34 en 36 horend bij leerdoel 3!
38 horend bij leerdoel 4!
41 en 42 horend bij leerdoel 5!
6,7 en 8 van 3.4 Rekenen! (Extra oefenen met rekenopdrachten uit 3.2 en 3.3 op blz.93)
Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op.
Slide 18 - Diapositive
Leerdoelen 3.3
- Uitleggen wat verzekeren is.
- Verzekeringskosten berekenen
- Risico op schade berekenen
- Verplichte verzekeringen toelichten
- De werking van verzekeringsmaatschappijen toelichten