Bloedvaten 2mavo

Bloedvaten
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bloedvaten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je leert de 3 typen bloedvaten
  • Je leert welke functies en kenmerken de 3 typen bloedvaten hebben



Slide 2 - Diapositive


Wat is ademhaling?
A
Het groter en zwaarder worden van een organisme
B
Het omzetten van stoffen in andere stoffen
C
Het veranderen van de bouw van een organisme
D
Het opnemen van zuurstof

Slide 3 - Quiz

wat is de juiste volgorde van ademhaling
A
neusholte, keelholte, luchtpijp, bronchie, longblaasjes
B
neusholte, keelholte, bronchie, longblaasjes, luchtpijp
C
neusholte, keelholte, luchtpijp, longblaasjes, bronchie
D
keelholte, neusholte, luchtpijp, bronchie, langblaasjes

Slide 4 - Quiz

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 5 - Quiz

Ademhaling start bij je
A
longen en mond
B
mond en neus
C
longblaasjes en mond
D
neus en luchtpijp

Slide 6 - Quiz

Wat is beter? Door je neus ademen of door je mond ademen
A
Neus
B
Mond

Slide 7 - Quiz

Waarom is ademhalen door de neus beter dan ademhalen door de mond? Bij de neus wordt de lucht
A
warm gemaakt
B
schoon gemaakt
C
vochtig gemaakt
D
warm, schoon en vochtig gemaakt.

Slide 8 - Quiz

Je bloed bestaat uit:
A
Bloedplasma + Rode bloedcellen
B
Bloedplasma + Witte bloedcellen
C
Bloedplasma + Bloedplaatjes
D
Bloedplasma + Rode, witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 9 - Quiz

De functie van de rode bloedcel is...
A
het vervoeren van voedingsstoffen
B
het vervoeren van afvalstoffen
C
het vervoeren van zuurstof
D
het bloed laten stollen

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van een bloedplaatje?
A
Aanvallen van ziekteverwekkers
B
Vervoeren van zuurstof
C
Bloedstolling
D
Vervoeren van voedingsstoffen, afvalstoffen e

Slide 11 - Quiz

Bloedvaten
Door je bloedvaten stroomt het bloed naar al je cellen in je lichaam.

Er zijn 3 soorten bloedvaten:

- slagaders  : transport bloed van hart af
- haarvaten : dunne bloedvaatjes in al je 
                     organen
- aders        : transport bloed naar het hart 
                     toe


Slide 12 - Diapositive

Drie type bloedvaten





1 ader                        2 haarvaten                 3 slagader

Slide 13 - Diapositive

Slagaders
Wand: dik, stevig en elastisch
Bloeddruk : hoog

Van het hart naar de organen 

Naam orgaan + slagader

liggen diep in het lichaam


- lopen van het hart af.
- hebben een gespierde wand
- de bloeddruk is hoog
- liggen vaak diep in het lichaam

Slide 14 - Diapositive

Haarvaten

Wand: maar 1 cel dik

Bloeddruk: zeer laag


Omdat de wand zo dun is, kan er vocht met zuurstof en voedingsstoffen doorheen naar de cellen.


De cellen geven vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen af aan het bloed in het haarvat. 


De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. Die bloedvaten noem je aders. 
- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Aders

- lopen naar het hart toe
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn minder gespierd dan bij de 
  slagaders
- liggen minder diep in je lichaam dan de
  slagaders
- bevatten vaak aderkleppen

Aderkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

Slide 17 - Diapositive

Het bloedvatenstelsel en de poortader

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 20 - Quiz


Je kunt je hartslag meten bij je pols.
Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat

Slide 21 - Quiz

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Dunne wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 22 - Question de remorquage

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
de aorta

Slide 23 - Quiz

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?
A
aders
B
haarvaten
C
slagaders
D
de holle aders

Slide 24 - Quiz

Aan het werk
Lezen: Basisstof 4
Maken: Opdracht 18 t/m 23

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

4 onderdelen van het hart
Rechter boezem
Rechter kamer
Linker boezem
Linker kamer
Aantekening

Slide 27 - Diapositive

Boezems
Zitten aan de Bovenkant van het hart
Aantekening

Slide 28 - Diapositive

Kamers
Komen later (liggen lager)
Aantekening

Slide 29 - Diapositive

Linker boezem
1
Linkerkamer
2
Rechterboezem
4
Rechterkamer
3
Werking hart

Slide 30 - Diapositive