Les 16 + 17 H4 Eco5 - 04102022

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom bij Economie in Havo 4

Les  16 + 17

Wat gaan we doen?

• Start + welkom

• Huiswerk controle + bespreken Par. 3.2 opgave 3.8 en 3.9

• Par. 3.3 Maximale Winst
• Let op: deze paragraaf leren we alleen blz. 80 + 81 
• en maken we alleen opgave 3.11!!!!

Vragen?

VRAGEN?

Lesdoelen Par. 3.3 Maximale winst

• Ik weet wat maximale winst is
• Je kunt de maximale winst berekenen
• Je kunt de maximale winst arceren in een grafiek.

Maximale Winst of ander doel?

Maximale winst berekenen 

Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?

Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P

MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Aan de slag!!!

Maken: Par. 3.3

Opgave 3.11

TIP: Blz. 80+81 goed lezen!   SUCCES!!!

Wat gaan we deze 2e les doen?

• Bespreken Par. 3.3 opgave 3.11

• Par. 3.4: 
• Hoe bepaald de prijs van goederen het gedrag van producenten?
• Aanbodlijn en aanbodfunctie
• producentensurplus
• verschuiven van aanbodlijn

Aanbodlijn

Individuele aanbodlijn: aanbodlijn van 1 producent (aanbieder)

Collectieve aanbodlijn: aanbodlijn van meerdere producenten opgeteld 

De individuele aanbodlijn

Ondernemers streven naar maximale winst (die op de marktvorm volkomen concurrentie niet hoog is), MO=MK.

Gegeven de marktprijs (=MO) bepaalt MK dus hoeveel een ondernemer aanbiedt. Daarom geldt:

de individuele aanbodlijn is gelijk aan MK, zolang MK>GVK.

Individuele aanbodlijn

De mk lijn valt samen met de individuele aanbodlijn zover deze boven de GTK lijn loopt. Onder de GTK lijn verdient de producent zijn kosten niet terug en zal dan ook niets aanbieden.

Verschuiving VAN de aanbodlijn

Verschuiving van de aanbodlijn naar rechts

Producenten willen bij iedere prijs meer producten aanbieden

Verschuiving van de aanbodlijn naar links

Producenten willen bij iedere prijs minder producten aanbieden

Verschuiven op en van de aanbodlijn.

Als de producent de verkoopprijs verandert, past de aangeboden hoeveelheid zich aan. Er komt dan een ander punt op de aanbodlijn.

Bij verandering van andere aanbodfactoren  verschuift de hele aanbodlijn.

• De kosten veranderen. De kostprijs gaat omhoog of omlaag.
• De technologie verbetert hierdoor kan de kostprijs dalen
  

Producentensurplus =

Alles wat de producent meer voor zijn product krijgt dan dat hij ervoor wil hebben. 

Bereken het consumenten- en producentensurplus

Het consumentensuplus:

.......................................

.......................................

Het producentensurplus:

.......................................

......................................

Uitwerking: consumenten- en producentensurplus

Het consumentensuplus:

(22 - 10) x 2.000 / 2

= € 12.000

Het producentensurplus:

(10 - 3) x 2.000 / 2

= € 7.000

Totale surplus 

Het consumentensuplus:

(22 - 10) x 2.000 / 2

= € 12.000

Het producentensurplus:

(10 - 3) x 2.000 / 2

= € 7.000

Totaal surplus 12.000 + 

7.000 = €14.000

Aan de slag!!!

Maken: Par. 3.4

Opgave 3.16 t/m 3.18

           SUCCES!!!