LUK1_PVS_lesweek1.6_bijeenkomst2

Praktijkvraagstuk

Luk 1
Week 6
Bijeenkomst 1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
PVSHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Praktijkvraagstuk

Luk 1
Week 6
Bijeenkomst 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht tijdens samenwerkingsruimte 
Maak de portfolio opdracht af

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je herkent de 11 functionele gezondheidspatronen van Gordon in je eigen patiënt journey.
  • Je herkent de signs and symptoms van je eigen patient journey en voert deze in ONS in.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben je al begonnen aan je portfolio opdracht?
Ja
Nee
Welke portfolio opdracht?

Slide 5 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke gezondheidspatronen van Gordon heb je onthouden?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezondheidspatronen van Gordon

Slide 7 - Diapositive

Wat is het?
Waar in het verpleegkundig proces? 
hoeveel zijn het er? 

11 Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
  2. Voeding en stofwisseling
  3. Uitscheiding
  4. Activiteiten
  5. Slaap/ rust
  6. Waarneming en cognitie
  7. Zelfbeleving
  8. Rollen en relaties
  9. Seksualiteit, voortplanting
  10. Stress verwerking
  11. Waarden en overtuiging

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan heeft moeite om de bijsluiter van een medicijn te lezen. Hij heeft een leesbril nodig.
A
gezondheid en instandhouding
B
slaap en rust
C
cognitie en waarneming
D
stressverwerking

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Romy heeft een burn-out, ze wil niet meer naar haar werk omdat ze er teveel onder druk wordt gezet.
A
gezondheid en instandhouding
B
slaap en rust
C
cognitie en waarneming
D
stressverwerking

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Anna en Kristof hebben net een baby. Hun nachten zijn daardoor gebroken, ze zijn doodop.
A
gezondheid en instandhouding
B
slaap en rust
C
cognitie en waarneming
D
stressverwerking

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een 30-jarige man meldt dat hij soms woorden verkeerd gebruikt of niet op woorden kan komen tijdens gesprekken, maar hij lacht het weg als een teken van zijn chaotische geest
A
Rollen en relaties
B
slaap en rust
C
cognitie en waarneming
D
stressverwerking

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Over welk gezondheidspatroon zou je nog meer willen weten?



Zoek deze informatie op (check ook de bron die je daarvoor gebruikt)

Slide 13 - Diapositive

Hier kunnen de studenten gelijk nog oefenen met het checken van bronvermeldingen wat ze in lesweek 1.5 hebben gehad bij PVS
7. zelfbeleving
1. Schrijf op in enkele steekwoorden op hoe jij jezelf ziet. Denk hierbij aan kenmerken die voor jou persoonlijk belangrijk zijn.

2. Denk nu aan jouw patiënt journey.  schrijf in enkele steekwoorden hoe jouw zelfbeeld van invloed zou kunnen zijn op je gezondheidsbeleving en beslissingen die je zou nemen of hebt genomen als patiënt.

Slide 14 - Diapositive

Hier kunnen de studenten gelijk nog oefenen met het checken van bronvermeldingen wat ze in lesweek 1.5 hebben gehad bij PVS
7. zelfbeleving
1. Iemand deelt zijn of haar persoonlijke kenmerken en de invloed daarvan op de rol van patiënt.
2. Iemand neemt de rol van verpleegkundige op zich en reageert hierop: hoe beïnvloeden deze kenmerken jouw zorg als zorgverlener?

Slide 15 - Diapositive

Hier kunnen de studenten gelijk nog oefenen met het checken van bronvermeldingen wat ze in lesweek 1.5 hebben gehad bij PVS
Waarom van belang?

Slide 16 - Diapositive

Groepsdiscussie of onderwijsleergesprek evt. aan de hand van aanwijzen van mensen die een vraag beantwoorden door het wiel. mogelijke vragen en mogelijke antwoorden voor diepgang: 

Antwoordmodel voor kritische vragen:
1. Wat zijn de voordelen van Gordon's model in het verzamelen van gegevens over de gezondheidstoestand van een patiënt?
o Het biedt structuur, helpt bij het opsporen van problemen die anders misschien over het hoofd zouden worden gezien, en bevordert het systematische denken in het verpleegkundig proces. voor een gestructureerde en volledige gegevensverzameling, waardoor verpleegkundigen een compleet beeld krijgen van de patiënt. Dit helpt bij het stellen van nauwkeurige diagnoses en het plannen van zorg op maat.
2. Hoe draagt het gebruik van Gordon’s functionele gezondheidspatronen bij aan het waarborgen van kwaliteit in de zorg?
o Het model helpt verpleegkundigen om verschillende domeinen van de gezondheid systematisch in kaart te brengen, wat de zorg holistischer maakt. Dit leidt tot betere zorgresultaten omdat er rekening wordt gehouden met meerdere aspecten van de gezondheid.
3. Kunnen er nadelen zijn aan het te strikt volgen van Gordon’s model? Hoe flexibel moet je zijn in de praktijk?
o Ja, het kan leiden tot een rigide benadering waarbij men alleen vragen stelt die in het model passen en belangrijke contextuele informatie mist. Flexibiliteit is nodig om de zorg af te stemmen op de unieke situatie van de patiënt.
4. Hoe helpt een verpleegkundige anamnese bij het bepalen van prioriteiten in de zorg?
o Door systematisch te inventariseren welke gezondheidsproblemen urgent zijn en welke minder prioriteit hebben, kan de verpleegkundige efficiënter werken en gericht zorgplannen opstellen.
5. Hoe beïnvloeden subjectieve symptomen en objectieve tekenen het verpleegkundig proces, vooral bij het stellen van een verpleegkundige diagnose?
o Subjectieve symptomen geven inzicht in de beleving van de patiënt, terwijl objectieve tekenen meetbare gegevens opleveren. Beide zijn essentieel voor een volledige diagnose en helpen bij het plannen van passende zorginterventies.
6. Is er een risico dat je als verpleegkundige subjectieve gegevens verkeerd interpreteert? Hoe voorkom je dat?
o Ja, subjectieve gegevens kunnen worden beïnvloed door de perceptie van de patiënt. Om dit te voorkomen, moet je zorgvuldig doorvragen, observeren en deze informatie aanvullen met objectieve tekenen.
7. In hoeverre kunnen culturele verschillen van invloed zijn op de manier waarop je anamnese afneemt en gegevens interpreteert?
o Culturele verschillen kunnen invloed hebben op hoe symptomen worden ervaren en geuit. Verpleegkundigen moeten cultureel sensitief zijn en open vragen stellen om eventuele misinterpretaties te voorkomen.
8. Wat zijn mogelijke valkuilen bij het afnemen van een anamnese en hoe kunnen verpleegkundigen deze vermijden?
o Een valkuil is om alleen op de antwoorden van de patiënt te vertrouwen zonder verder te observeren of aanvullende vragen te stellen. Verpleegkundigen kunnen dit vermijden door een systematische en uitgebreide aanpak te hanteren en altijd door te vragen.
9. Hoe kunnen de verschillende gezondheidspatronen elkaar versterken of juist conflicteren bij een patiënt met meerdere gezondheidsproblemen?
o Gezondheidspatronen kunnen elkaar versterken, zoals bij slechte voeding die leidt tot vermoeidheid, wat weer de activiteit beïnvloedt. Soms conflicteren ze, zoals bij een patiënt die lichamelijk gezond is, maar psychisch problemen ervaart. Het is belangrijk om het geheel te overzien en patronen te analyseren.
Antwoordmodel voor diepgangsvragen:
1. Hoe zou je bij een complexe casus, zoals een patiënt met diabetes en mentale gezondheidsproblemen, prioriteiten stellen bij het invullen van Gordon’s vragenlijst?
o De focus zou liggen op gezondheidspatronen zoals voeding, activiteit, en stressmanagement. Mentale gezondheid en het omgaan met ziekte hebben een directe invloed op de zelfzorg van diabetes, dus die zouden prioriteit hebben.
2. Als je een anamnese afneemt bij een patiënt met weinig verbale communicatie, hoe kun je subjectieve en objectieve gegevens toch effectief verzamelen?
o Door gebruik te maken van non-verbale observaties, zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal, en door objectieve metingen (zoals vitale functies) nauwkeurig vast te leggen. Hulpmiddelen zoals pictogrammen kunnen ook helpen.
3. Wat zou er gebeuren als een verpleegkundige zich alleen op subjectieve symptomen richt en objectieve tekenen negeert?
o Dit kan leiden tot een incomplete of zelfs onjuiste diagnose, omdat subjectieve symptomen soms niet overeenkomen met de objectieve werkelijkheid. Beide zijn nodig voor een volledig beeld van de gezondheidstoestand.
4. Hoe kun je ervoor zorgen dat je tijdens een anamnese alle relevante gezondheidspatronen volgens Gordon voldoende uitvraagt zonder tijd te verliezen op minder relevante patronen?
o Door snel een inschatting te maken van de belangrijkste problemen van de patiënt en je te concentreren op die patronen die direct invloed hebben op de gezondheidstoestand, terwijl je andere patronen kort aanstipt.
5. Hoe beïnvloedt de manier waarop je een anamnese afneemt de rest van het verpleegkundig proces, zoals de planning en evaluatie van zorg?
o Een goede anamnese levert een solide basis voor het stellen van prioriteiten in de zorgplanning. Een onvolledige anamnese kan leiden tot onjuiste of onvolledige zorgplannen, waardoor evaluatie en zorgdoelen niet goed worden bereikt.
6. In welke mate denk je dat Gordon’s model universeel toepasbaar is op elke patiënt? Zijn er patiënten bij wie het model minder goed werkt? Waarom?
o Het model werkt goed in veel situaties, maar patiënten met zeer complexe of niet-traditionele zorgbehoeften, zoals terminaal zieken of patiënten met ernstige communicatieve beperkingen, kunnen baat hebben bij een flexibelere of meer patiëntgerichte aanpak.
7. Wat zou jouw aanpak zijn als een patiënt belangrijke symptomen niet noemt of verzwijgt tijdens een anamnese?
o Door gerichte en open vragen te stellen, kan een verpleegkundige het vertrouwen van de patiënt winnen. Ook het observeren van gedrag en andere signalen kan helpen om relevante informatie te achterhalen.

Wat is het verschil tussen signs and symptoms?

Slide 17 - Question ouverte

hierna twee slides die gaan over een aspect wat ook lastig kan zijn in signs en symptoms nl observeren. ik dacht de studenten de opdracht even laten maken en daarna onderwijsleergesprek over wat lastig kan zijn aan signs en symptoms

Slide 18 - Diapositive

Interpretatie van Subjectieve Symptomen: Symptomen zijn vaak moeilijk te kwantificeren omdat ze afhankelijk zijn van de ervaring en beleving van de patiënt. Patiënten kunnen pijn of ongemak anders ervaren en beschrijven, wat voor zorgverleners lastig te objectiveren is. Bijvoorbeeld: wat één patiënt als "erge pijn" beschrijft, kan door een andere patiënt als "mild" worden ervaren.

Communicatieproblemen: Soms kunnen patiënten moeite hebben om hun symptomen goed te verwoorden, vooral als ze een taalbarrière hebben, cognitieve beperkingen hebben, of emotioneel overstuur zijn. Dit kan leiden tot verkeerde inschattingen van wat zij werkelijk ervaren.

Mismatch tussen Symptoms en Signs: Er kunnen situaties zijn waarin subjectieve symptomen en objectieve signalen niet overeenkomen. Een patiënt kan bijvoorbeeld veel pijn (symptom) aangeven zonder dat dit gepaard gaat met duidelijke fysieke tekenen (signs). Dit kan leiden tot twijfel of er een onderliggende aandoening is, wat het klinisch oordeel bemoeilijkt.

Afhankelijkheid van Klinische Vaardigheden: De verpleegkundige moet sterke observatie- en meetvaardigheden hebben om objectieve tekenen correct vast te stellen. Het herkennen van subtiele signalen zoals bleekheid of subtiele veranderingen in vitale functies vereist ervaring en aandacht voor detail.

Emotionele en Psychische Symptomen: Patiënten kunnen angst, stress of depressie ervaren zonder zichtbare objectieve signalen. Dit maakt het voor zorgverleners moeilijk om deze psychische symptomen adequaat te beoordelen of er direct op te reageren, wat een extra uitdaging kan zijn in de patiëntenzorg.

Verkeerde Interpretatie van Signalen: Sommige objectieve signalen kunnen verkeerd geïnterpreteerd worden, bijvoorbeeld als een patiënt bleek ziet door vermoeidheid in plaats van door een onderliggend medisch probleem. Dit kan leiden tot onjuiste diagnoses of behandelingen.

Slide 19 - Diapositive

het gaat om glimlachen, dus lachen met mond open is niet glimlachen, 11 kijkt eerder geintereseerd dan glimlachen (mondhoeken niet omhoog en ogen niet mee)
Kan het ook lastig worden?
Verkeerde Interpretatie van signalen

Communicatieproblemen

Mismatch tussen Symptoms en Signs

ervaring nodig

observatie emotionele/psychische toestand


Slide 20 - Diapositive

dan hier dus even doorpakken op wat lastig kan zijn bij signs en symptoms. Interpretatie van Subjectieve Symptomen: Symptomen zijn vaak moeilijk te kwantificeren omdat ze afhankelijk zijn van de ervaring en beleving van de patiënt. Patiënten kunnen pijn of ongemak anders ervaren en beschrijven, wat voor zorgverleners lastig te objectiveren is. Bijvoorbeeld: wat één patiënt als "erge pijn" beschrijft, kan door een andere patiënt als "mild" worden ervaren.

Communicatieproblemen: Soms kunnen patiënten moeite hebben om hun symptomen goed te verwoorden, vooral als ze een taalbarrière hebben, cognitieve beperkingen hebben, of emotioneel overstuur zijn. Dit kan leiden tot verkeerde inschattingen van wat zij werkelijk ervaren.

Mismatch tussen Symptoms en Signs: Er kunnen situaties zijn waarin subjectieve symptomen en objectieve signalen niet overeenkomen. Een patiënt kan bijvoorbeeld veel pijn (symptom) aangeven zonder dat dit gepaard gaat met duidelijke fysieke tekenen (signs). Dit kan leiden tot twijfel of er een onderliggende aandoening is, wat het klinisch oordeel bemoeilijkt.

Afhankelijkheid van Klinische Vaardigheden: De verpleegkundige moet sterke observatie- en meetvaardigheden hebben om objectieve tekenen correct vast te stellen. Het herkennen van subtiele signalen zoals bleekheid of subtiele veranderingen in vitale functies vereist ervaring en aandacht voor detail.

Emotionele en Psychische Symptomen: Patiënten kunnen angst, stress of depressie ervaren zonder zichtbare objectieve signalen. Dit maakt het voor zorgverleners moeilijk om deze psychische symptomen adequaat te beoordelen of er direct op te reageren, wat een extra uitdaging kan zijn in de patiëntenzorg.

Verkeerde Interpretatie van Signalen: Sommige objectieve signalen kunnen verkeerd geïnterpreteerd worden, bijvoorbeeld als een patiënt bleek ziet door vermoeidheid in plaats van door een onderliggend medisch probleem. Dit kan leiden tot onjuiste diagnoses of behandelingen.
De verpleegkundige anamnese is de eerste stap in het cyclisch verpleegkundig proces. Met de anamnese verzamel je als verpleegkundige op systematische wijze gegevens die je een goed inzicht geven in de situatie van een zorgvrager of een groep zorgvragers.
Op basis van de anamnese kun je een verpleegkundige diagnose stellen. Dit is de omschrijving van het probleem als conclusie van alle gegevens die je hebt verzameld via observatie en gesprekken.
Na de fase van gegevensverzameling en het vaststellen en formuleren van de verpleegkundige diagnose, ga je de resultaten vaststellen en beschrijven. Wat wil je bereiken, welke resultaten zijn wenselijk en haalbaar?
Wanneer duidelijk is welk(e) doel(en) en welk zorgresultaat je wilt bereiken, kun je de verpleegkundige interventies en activiteiten plannen. Die neem je op in het zorgplan. Wat is nodig om de interventies goed te kunnen plannen?
Ook worden de vastgestelde interventies uitgevoerd. De planning van deze interventies is essentieel. Dat komt doordat het vaak een kwestie van teamwork is, én doordat betrokkenheid van de patiënt meestal doorslaggevend is.
Evalueren is een essentieel en geen vrijblijvend onderdeel van het verpleegkundig proces. Het betreft een continu proces van plannen, uitvoeren en zo nodig de resultaten en interventies aanpassen aan nieuwe inzichten. Hoe zorg je voor een zinvolle evaluatie?
In het eerste gedeelte van de les ligt de focus op gegevens verzamelen volgens de patronen van Gordon. Vervolgens gaan jullie verder met de portfolio opdracht
Het verpleegkundig proces

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anamnese volgens de patronen van Gordon

  • Maak in ONS een nieuwe vragenlijst aan: "Gordon HR"
  • Vul per patroon voor zover dat mogelijk is de signs (objectief) en symptoms (subjectief) in je eigen clientdossier 

Slide 22 - Diapositive

Student moet kiezen voor 'nieuwe vragenlijst" en dan zie ze een keuzescherm met rechts bovenin GORDON HR
Kijk in 2-tallen naar de ingevulde anamnese

  • Wat vind je goed?
  • Wat kun je nog aanvullen?
  • Kijk ook kritisch naar wat subjectief en objectief is
  • Deze anamnese volgens de patronen van Gordon kun je ook gebruiken voor je portfolio opdracht

Slide 23 - Diapositive

Terugkoppeling 
De verpleegkundige anamnese is de eerste stap in het cyclisch verpleegkundig proces. Met de anamnese verzamel je als verpleegkundige op systematische wijze gegevens die je een goed inzicht geven in de situatie van een zorgvrager of een groep zorgvragers.
Op basis van de anamnese kun je een verpleegkundige diagnose stellen. Dit is de omschrijving van het probleem als conclusie van alle gegevens die je hebt verzameld via observatie en gesprekken.
Na de fase van gegevensverzameling en het vaststellen en formuleren van de verpleegkundige diagnose, ga je de resultaten vaststellen en beschrijven. Wat wil je bereiken, welke resultaten zijn wenselijk en haalbaar?
Wanneer duidelijk is welk(e) doel(en) en welk zorgresultaat je wilt bereiken, kun je de verpleegkundige interventies en activiteiten plannen. Die neem je op in het zorgplan. Wat is nodig om de interventies goed te kunnen plannen?
Ook worden de vastgestelde interventies uitgevoerd. De planning van deze interventies is essentieel. Dat komt doordat het vaak een kwestie van teamwork is, én doordat betrokkenheid van de patiënt meestal doorslaggevend is.
Evalueren is een essentieel en geen vrijblijvend onderdeel van het verpleegkundig proces. Het betreft een continu proces van plannen, uitvoeren en zo nodig de resultaten en interventies aanpassen aan nieuwe inzichten. Hoe zorg je voor een zinvolle evaluatie?
  1. Je hebt gegevens verzameld
  2. Wat was de vpk diagnose of het probleem in jouw patient journey?
  3. Welk resultaat was gesteld? Wat was het doel?
  4. Welke acties/interventies zijn ingezet in jouw patient journey om het doel te bereiken?
  5. Wat was de uitkomst? 
  6. Evaluatie: is het doel bereikt of moesten er nog meer actie ingezet worden? 
Het verpleegkundig proces









Werken aan portfolio opdracht 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ver ben je nu in het verpleegkundig proces?
(bij welke stap)

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen?
Afsluiting

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions